In zijn imposante Heimat-cyclus, goed voor 60 uur memorabele cinema, liet regisseur Edgar Reitz de Duitse geschiedenis van de twintigste eeuw passeren. Knack sprak met de bejubelde filmchroniqueur over de reeks én over de titel, die door de vluchtelingencrisis weer bijzonder actueel werd. ‘Als Duitsland de motor van Europa is, dan is het er één met veel sjoemelsoftware.’
Hij maakte bekroonde films zoals Mahlzeichen (1967) en Stunde Null (1977). Hij stelde mee het Oberhausener Manifest op, dat de auteurscinema in Duitsland introduceerde. En samen met Rainer Werner Fassbinder, Volker Schlöndorff, Werner Herzog en Wim Wenders stond hij aan de wieg van de invloedrijke Neuer Deutscher Film. Maar als er één reden is waarom Edgar Reitz de geschiedenis zal ingaan, dan is het wel vanwege zijn indrukwekkende en veelvuldig bekroonde Heimat-cyclus.
De reeks, waarvan de eerste aflevering in 1984 op de West-Duitse tv werd uitgezonden voor 25 miljoen kijkers, bestaat intussen uit drie filmfeuilletons, een epiloog én een prequel, samen goed voor 60 uur cinema waarin zowat de hele Duitse geschiedenis van de twintigste eeuw wordt opgevoerd. En dat gezien door de ogen van de familie Simon, afkomstig uit het fictieve dorpje Schabbach in de Hunsrück, een streek in het Rijnland. Het is een epische onderneming die de Ring van Wagner tot een vluggertje en Goethes Faust tot een voetnoot reduceert. En zelfs al is Reitz al 83 jaar, de kans dat er nog meer episodes volgen, sluit hij niet uit. Sinds de millenniumwissel, het moment waarmee Heimat 3: Chronik einer Zeitenwende (2006) afsloot, is er in Duitsland op politiek, sociaal en economisch vlak genoeg gebeurd om er nog enkele boeiende uren film uit te puren. En de afgelopen tijd leek het wel alsof de heimat weer de navel van de wereld was, met bondskanselier Angela Merkel die het voortouw nam in het vluchtelingendebat, het Volkswagenschandaal, de aanrandingen in Keulen, de Pegida-betogingen en het toenemende extreemrechtse geweld.
‘Ik ben momenteel niet in productie’, zegt Reitz, die op 6 maart in het Brusselse Flagey de gerestaureerde versie van Heimat 1: Eine Deutsche Chronik komt voorstellen en er deelneemt aan een gesprek over de vluchtelingencrisis, die zowel het begrip ‘heimat’ als de gelijknamige reeks weer actueel maakt. ‘Toch denk ik voortdurend: wat zou de familie Simon hiervan denken? Hoe zouden zij reageren wanneer er vluchtelingen aankomen in Schabbach? Zouden ze helpen om ze op te vangen? Of zouden ze tegen hun komst demonstreren? Het zijn interessante vragen om in de reeks te verwerken, zeker omdat identiteit en migratie altijd al hoofdthema’s waren.’
En wat houdt u tegen om antwoorden te formuleren?
EDGARREITZ: De geschiedenis heeft tijd nodig om zich te vormen. Zolang ik leef, kan ik met Heimat doorgaan. Maar elke film, elke artistieke prestatie, is een vorm van vereenvoudiging, van kristallisering, van een geschikte vorm en taal vinden. Alleen kun je sommige complexe thema’s of gebeurtenissen niet zomaar versim-pelen. Dan vervals je ze en ontneem je ze hun betekenis. Wat de precieze impact van de vluchtelingencrisis op Europa is, moet nog blijken. Pas dan kan ik dat onderwerp enten op mijn personages. Films maken betekent: ordenen, nadenken. Je kunt niet snel op maatschappelijke onderwerpen reageren. Je moet een scenario schrijven, het budget rond krijgen, opnemen en monteren. Daar ben je al gauw drie, vier jaar mee bezig. Als de Heimat-cyclus voor veel mensen over de hele wereld culturele en artistieke waarde heeft, dan komt dat omdat ze ontsproten is aan mijn passie en interesse voor de maatschappij waarin ik leef, waar ik grondig over nagedacht heb.
Heimat is een filmkroniek die de hele twintigste eeuw bestrijkt. U hebt er 35 jaar van uw leven aan gewijd. Had u toen u aan de reeks begon kunnen vermoeden dat ze zo’n omvang en impact zou hebben?
REITZ: Totaal niet. Eind jaren zeventig zat ik in een artistieke en persoonlijke crisis. Ik vroeg me af: waarom maak ik films? Waar kom ik vandaan? Wat is mijn plek op deze wereld? Ik ben toen op zoek gegaan naar mijn familie en mijn geboortestreek, de Hunsrück. Als student was ik er vertrokken en ik ben nooit teruggegaan – behalve om er mijn films te draaien. Uit dat privéonderzoek is Heimat 1: Eine Deutsche Chronik geboren, die de periode van 1919 tot 1980 bestrijkt. Heimat 2: Die Andere Heimat ging over mijn vriendenkring en de jaren zestig, omdat die me ideologisch en artistiek hebben gevormd. Heimat 3: Chronik einer Zeitenwende ging over de hereniging van Duitsland na de val van de Muur. En Die andereHeimat: Chronik einer Sehnsucht ging over de negentiende eeuw, toen veel Duitsers, op de vlucht voor armoede, tuberculose en hongersnoden, naar Amerika emigreerden en we zelf de vluchtelingen waren. De ene film vloeide organisch voort uit de andere. Of uit de vragen waarmee ik zat.
‘Heimat’ is een complexe, beladen en onvertaalbare term. Hoe zou u het begrip definiëren?
REITZ: Ik heb lang getwijfeld of ik de titel wel wilde gebruiken. Het klonk zwaar, bekrompen en folkloristisch. Het woord was bezoedeld door de nazi’s en door het toerisme, en daar wilde ik niets mee te maken hebben. Het woord ‘heimat’ stamt uit de vroege middeleeuwen en komt van het hoog-Duitse woord Hämatli, wat betekent: de plek waar het kinderbed staat. Het duidt op de emotionele band die we hebben met de plek waar we opgroeiden. Hoe meer ik erover nadacht, hoe meer ik begreep dat het precies het juiste woord was om te beschrijven wat ik met mijn films wilde bereiken. Het woord bleek sterker dan de politiek, dan de historische interpretaties ervan. Ik denk dat ik ‘heimat’ weer een positieve klank heb gegeven, en daar ben ik trots op. Trotser in elk geval dan op het feit dat ik Duitser ben. (lacht)
U hebt het consequent over film en niet over tv, hoewel Heimat wel in tientallen landen als tv-serie werd uitgezonden.
REITZ: Ik heb Heimat altijd opgevat als een reeks films die zowel in de bioscoop als op tv konden worden vertoond. Toen Heimat 1 in 1984 voor het eerst werd uitgezonden, was tv nog het dominante medium en waren er hooguit tien kanalen. Nu heb je honderden kanalen, er is het internet, er zijn streamingdiensten, je hebt home theatres en noem maar op. De manier waarop we films en tv-series consumeren, is ingrijpend veranderd. We zitten almaar meer in een geïndividualiseerde on-demandcultuur waarin kijkers duizenden keuzemogelijkheden hebben en onmiddellijk bevredigd kunnen worden. Maar dat heeft ook een schaduwzijde.
Welke?
REITZ: Cinema heeft zijn maatschappelijke rol als collectieve manier om emoties en verhalen over te brengen voor een stuk verloren. Dat is een spijtige evolutie. In de bioscoop heb je geen afstandsbediening waarmee je de film op pauze kunt zetten. Het is een plek waar geen interactie mogelijk is, en enkel daardoor kan er een zinvolle, artistieke communicatie met de kijker ontstaan. Film heeft zijn eigen tijd, zijn eigen ritme en zijn eigen omgeving en het verwacht sociale discipline van de kijker. Je zit samen met vreemden in een zaal, en je wordt verondersteld te kijken naar wat er op het doek wordt geprojecteerd. Als dat wegvalt, zoals bij surfen op het internet, wordt film een ordinair consumptieproduct, iets wat je kunt wegklikken en wat niet langer de kracht heeft om emoties of inzichten bij te brengen. Film is een school die je dingen leert, zoals je op school wiskunde en talen leert. Daar kun je ook niet zomaar weglopen als je er geen zin in hebt. Je kunt kennis alleen overbrengen door een volgehouden, intellectuele inspanning te leveren.
Ondanks de toenemende on-demandcultuur neemt het bioscoopbezoek weer toe. Is dat geen contradictie?
REITZ: Mensen blijven sociale wezens, wat de digitale revolutie lijkt te ontkennen. Je kunt duizenden jaren evolutie en onze biologische en psychische werkelijkheid niet zomaar vervangen door een virtuele. Zolang ik in dit vak zit, en dat is ruim 50 jaar, heb ik nooit anders geweten dan dat het crisis is in de cinema. ‘Kino ist tot’, hoe vaak heb ik dat niet gehoord? Eerst door de opkomst van tv, daarna door video, nu door het internet. Maar hij is er nog altijd. En hij zal er over honderd jaar nog zijn. Omdat cinema echte sociale netwerken creëert, omdat hij echte communicatie op gang trekt, in tegenstelling tot chatrooms, Facebook of Twitter. Je vrienden zijn niet de mensen die af en toe eens op de vind-ik-leuk-knop drukken wanneer je iets op je Facebook-pagina zet. Het zijn de mensen die je in de ogen kijkt, met wie je praat, met wie je naar de bioscoop gaat. Die fysieke werkelijkheid is veel krachtiger en betekenisvoller dan de virtuele.
Toch zijn er veel mensen die vinden dat de digitale revolutie voor meer democratisering heeft gezorgd. Ook cultureel en politiek.
REITZ: Kunst heeft niets met democratie te maken. Nooit gehad trouwens. We zijn natuurlijk allemaal overtuigde en blije democraten, maar kunst heeft een bepaalde vorm en een bepaald discours, en beide vertrekken vanuit de kunstenaar naar de kijker toe, die dan over die vorm en dat discours mag oordelen. Democratie verengen tot consumptiewaanzin is niet democratisch. Mensen kennis, sociale codes en gemeenschapszin bijbrengen: dat is democratisch.
Internet en sociale media kunnen toch ook een sociale en emancipatorische rol spelen?
REITZ: Natuurlijk. Dat is gebleken bij de Arabische Lente of de protesten tegen het regime van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan. Ze kunnen mensen een stem geven die door the powers that be anders het zwijgen worden opgelegd. Maar ze worden ook gebruikt door miljoenen imbecielen die er de vulgairste toogpraat mee verspreiden, dingen die ze nooit zouden durven te zeggen wanneer er andere mensen bij zijn, wanneer er een vorm van sociale controle of een nood aan zelfdiscipline is. Kijk naar wat er op het internet allemaal beweerd wordt over de vluchtelingen. ‘Ze moesten ze weer de zee induwen. Ze moesten ze neerknallen.’ En onder het mom van het recht op vrije meningsuiting en democratie moet dat allemaal maar kunnen. Sociale media als ersatz zien voor participerende democratie, is kortzichtig en gevaarlijk. Het is een illusie die onze kapitalistische maatschappij ons voorhoudt, want individuen kun je makkelijker manipuleren en isoleren dan reële groepen en gemeenschappen. Die zijn minder buigzaam. Ik pleit daarom niet voor een verbod of censuur, verre van. Maar het bon ton vinden om mensen uit te schelden op basis van hun afkomst of religie, en tekeergaan tegen buitenlanders, Joden en vluchtelingen: dat hebben we in Duitsland en in Europa al een keer meegemaakt. Daar zie ik de democratische winst niet van in. Het is het begin van barbarij, en ik ben oud genoeg om dat te weten. Het is de hoogste tijd dat we mensen leren hoe ze op het internet met elkaar moeten omgaan, zoals we onze kinderen leren hoe ze in de echte wereld met andere mensen moeten omgaan.
De virtuele wereld is natuurlijk maar een afspiegeling van de reële. Ook in de echte wereld zorgt de vluchtelingencrisis voor sociale spanning en polarisering.
REITZ: Ik heb Heimat 4 gemaakt in 2010, toen de crisis al bezig was maar nog niet alle dagen op de voorpagina’s stond. Vluchtelingen spoelden aan op Lampedusa, in Zuid-Europa, ver weg van Duitsland. Maar toen was al duidelijk dat het maar het begin van een grotere golf was die heel Europa zou overspoelen. Daarom heb ik toen dat thema gekozen. Om mensen eraan te herinneren dat er altijd al migratiestromen zijn geweest, dat we amper vier generaties geleden zelf migranten waren, op zoek naar een betere toekomst. Het zit in de menselijke natuur om te zwerven, om zich te verspreiden. In de zestiende eeuw gingen de Europeanen in Zuid-Amerika op zoek naar Eldorado, en ze hebben toen het hele continent leeggeplunderd. Wat geeft diezelfde verheven en verlichte Europeanen dan het recht om een paar generaties later te zeggen tegen Irakezen of Syriërs: ‘Sorry, maar onze grenzen zijn dicht. Terug naar jullie land, ook al is het daar oorlog.’ Dat kan niet moreel, maar ook niet praktisch. Je kunt die migratiestromen ook niet stoppen. De Romeinen hebben ooit een muur gebouwd langs de grenzen van hun rijk en posteerden er tienduizenden soldaten, maar het heeft de Germanen ook niet tegengehouden. Wat zouden de Hongaren van Viktor Orban en hun potsierlijke muurtje dat nu wel kunnen? De vraag die men zich over de vluchtelingencrisis moet stellen, is niet: hoe houden we mensen tegen? De enige vraag die nut heeft, luidt: hoe vangen we die mensen op en hoe zorgen we ervoor dat onze welvaartsstaat niet bezwijkt onder de extra druk? Ik ben ervan overtuigd dat daar redelijke, humane antwoorden op te vinden zijn.
U zegt dus ook ‘Wir schaffen das’, in navolging van bondskanselier Angela Merkel.
REITZ: Merkel heeft gesproken als mens, niet als politica. En nu kan ze niet meer terug, ook al dreigt ze zich daardoor steeds meer te isoleren van Europa en zelfs van haar partijgenoten binnen de CDU. Ik bewonder haar om haar moed, want ik ben ervan overtuigd dat de geschiedenis haar gelijk zal geven. Haar houding is de enige juiste, zowel moreel als praktisch.
Wat me stoort, is het totale gebrek aan empathie van veel politici. De meeste vluchtelingen komen uit oorlogsgebied of uit straatarme landen. Hoe wanhopig en gedecideerd moet je niet zijn om samen met je kinderen in een gammel bootje te stappen, met het reële risico te verdrinken? En dan zijn er sommige nette heren in maatpak die die mensen ‘gelukzoekers’ of ‘profiteurs’ durven te noemen en claimen dat ze hen wel even zullen tegenhouden. Quatsch natürlich! Dergelijke politici zijn een aanfluiting voor alle waarden waar Europa voor staat, de waarden waar ze zich nochtans zo graag op beroepen. Als Europa een zinkend continent en een leeg begrip is geworden, dan dragen de politici daar meer verantwoordelijkheid voor dan alle vluchtelingen samen. Ik vraag me ook af wie die lui vertegenwoordigen? Overal zie ik dat mensen wel bereid zijn om te helpen en zich solidair te tonen, ook in mijn omgeving, in mijn vriendenkring, in mijn straat. (stilte) Er waait weer een koude wind over Europa, en we moeten alles in het werk stellen om het racisme en egoïsme te stoppen. Alleen zo kunnen we Europa – zijn democratische normen en waarden – redden van de ondergang.
U bent in 1932 geboren en hebt als kind het nazisme meegemaakt. Ziet u gelijkenissen tussen toen en nu?
REITZ: Nee. Het nazisme ontstond uit een economische crisis, die we nu niet kennen, en uit een nationaal gevoel van vernedering na de Eerste Wereldoorlog. Die twee aspecten hebben Hitler aan de macht gebracht. Dat betekent niet dat we niet waakzaam moeten zijn. Het extreemrechtse gedachtegoed is nog altijd aanwezig in heel Europa. Het Front National in Frankrijk. Geert Wilders in Nederland. En wat er in Hongarije gebeurt en wat premier Viktor Orban daar uitkraamt, is je reinste fascisme, terwijl Europa zwijgend toekijkt. Opnieuw hoor je dezelfde discriminerende en culpabiliserende praat. Dat we onder de voet gelopen zullen worden, dit keer door moslims. Dat onze veiligheid wordt bedreigd, dit keer door terroristen. En dat onze welvaart wordt ingepikt, dit keer door vluchtelingen. Er heerst eenzelfde klimaat van losgeslagen paranoia als in de jaren dertig. Samenzweringstheorieën, apocalyptische visioenen… Sie sind krank im Kopf. Het zit allemaal in het hoofd van de mensen en het wordt allemaal opgehitst door radicalen en opportunisten. Kent u iemand die een terreuraanslag heeft meegemaakt? Of kent u iemand die iemand kent die een terreuraanslag heeft meegemaakt? Wellicht niet, terwijl u wellicht wel iemand kent die een verkeersongeval heeft meegemaakt. De kans dat je sneuvelt op de openbare weg is nog altijd tienduizenden keren groter dan de kans dat je wordt opgeblazen door een terrorist. En toch staan de kranten vol over terreur en niet over verkeersveiligheid. Ze zouden het leger beter op snelwegen zetten in plaats van aan stations en overheidsgebouwen. Alleen in zo’n klimaat van paranoia, van gemanipuleerde informatie kan een idioot zoals Donald Trump uitgroeien tot Amerikaans presidentskandidaat. Die man moet niet naar het Witte Huis, hij moet naar een psychiatrische kliniek. De media en de kunstenaars dragen een enorme verantwoordelijkheid: het is hun taak om de paranoia te counteren en de mensen tot juiste, reële inzichten te brengen. Als de politici het niet kunnen of willen, moeten wij het maar doen.
U kunt moeilijk ontkennen dat de terreuraanslagen in Parijs reëel waren, zoals ook het seksuele geweld tijdens oudejaarsnacht in Keulen reëel was.
REITZ: Ik zeg niet dat er geen reële problemen zijn. Ik zeg alleen dat die totaal buiten proportie opgeblazen worden. Ik betwijfel of er nu meer terreuraanslagen zijn dan pakweg in de jaren zeventig, toen je de Rote Armee Fraktion of de Rode Brigades had. Wat in Keulen is gebeurd, moet uiteraard veroordeeld worden, maar ook dat is geen nieuw fenomeen. Bij elke oudejaarsnacht, elke carnavalsviering, of bij elk Oktoberfest zijn er altijd al tientallen gevallen van seksueel geweld tegen vrouwen geweest. En de daders waren meestal blanke, autochtone Duitsers. Kijk, niemand beweert dat vluchtelingen of Noord-Afrikanen beter zijn dan andere mensen. Ook onder hen heb je tuig. Maar doen alsof het allemaal potentiële verkrachters zijn, en de incidenten in Keulen afdoen als een cultureel probleem van de moslimgemeenschap, is pure propaganda.
Het zijn turbulente tijden voor Duitsland. Het land lijkt niet alleen de economische maar ook de politieke en ideologische motor van Europa te zijn. Of ziet u dat anders?
REITZ: Als Duitsland de motor van Europa is, dan toch één met veel sjoemelsoftware. (lacht) Duitsland heeft nooit iets gepresteerd wat andere landen ook niet hebben gepresteerd – behalve twee wereldoorlogen ontketend, misschien. Wij Duitsers geloven graag in onze eigen mythe. Dat we de hardste werkers en nobelste ondernemers zijn. Deutsche Gründlichkeit, weet je wel? Maar dat is chauvinistische onzin.
In dat verband kwam het Volkswagenschandaal niet als een verrassing. Mensen die auto’s produceren willen winst maken, en wie winst wil maken, moet al heel sterk in zijn schoenen staan om in deze kapitalistische jungle morele en democratische idealen en principes gestand te doen. Waarom zouden Duitsers daar anders of beter in zijn? Waarom zouden zij niet met statistieken proberen te knoeien? Zodra je met een geglobaliseerde economie zit, en zodra je op wereldschaal werkt en onderneemt, zoals Volkswagen en andere multinationals, verliest het individu de controle over de onderneming en treedt een systeem in werking dat niet langer persoonlijk aansprakelijk of moreel geladen is. Daar ging Heimat 3 ook over, over de strijd van het individu tegen de globalisering, die van ‘de ondernemer’ tegen ‘de onderneming’. Moreel ondernemen is niet typisch Duits. Merkel is dat wel. Ze is het kind van een generatie die een grote morele, historische erfzonde draagt – die van het nazisme -, en ze ervaart het als een plicht om nooit meer een politieke en sociale situatie te laten ontstaan waarin nazisme of fascisme kan gedijen.
In september 2017 kiezen de Duitsers een nieuwe Bondsdag. Zal Merkel dan nog bondskanselier zijn?
REITZ: Ik hoop het. Mijn stem heeft ze, ook al heb ik het niet begrepen op haar partij. Ik heb mijn leven lang voor de sociaaldemocraten gestemd, maar Merkel draagt meer sociaaldemocratische waarden uit dan links tegenwoordig. Ook voor haar partijgenoot Wolfgang Schäuble, minister van Economie, heb ik waardering. Hij heeft zich vorig jaar in de Griekse schuldencrisis uiteindelijk solidair getoond, op voorwaarde dat de Grieken hun interne corruptie zouden aanpakken. Merkel en Schäuble zijn politici die nog vertrekken vanuit een morele grond, en die zijn zeldzaam tegenwoordig. Politieke dinosaurussen zijn het. Maar liever dinosaurussen dan brulapen en slangen. Daar ben ik pas bang voor. (lacht)
06/03: Ontmoeting met Edgar Reitz en vertoning Heimat 1 – episode 1 in Flagey (Elsene), en daar te zien tot 05/05.
Heimat 1: Eine Deutsche Chronik is vanaf 30/03 uit bij Lumière in gerestaureerde versie op blu-ray en dvd.
DOOR DAVE MESTDACH
‘Ik denk dat ik het woord “heimat” weer een positieve klank heb gegeven, en daar ben ik trots op. Trotser dan op het feit dat ik Duitser ben.’
‘Ik zit 50 jaar in het vak, en ik heb nooit anders geweten dan dat het crisis is in de cinema. “Kino ist tot”, hoe vaak heb ik dat niet gehoord?’