Ruim 200 OCMW’s uit heel het land droppen hun asielzoekers in de Seefhoek. OCMW-voorzitter Bob Cools weigert al maandenlang om hen nog een sociale woning toe te kennen.
In de Seefhoek, de volkse buurt die tot ver buiten Antwerpen een begrip is geworden, verhuurt Herman De Bleser sinds jaar en dag enkele studentenkamers. Begin dit jaar kreeg hij twee Oekraïners op bezoek die door het OCMW van het Waalse Amay op de trein naar Antwerpen waren gezet. Ze kwamen dus van ver, en ze waren berooid, maar ze hadden wel een bankwaarborg van het Gemeentekrediet. Na het doorfaxen van het huurcontract stortte het OCMW van Amay de huur rechtstreeks op de rekening van De Bleser. Een van de huurders bleek daarna de kamer door te verhuren aan een Birmaan, en is wat later gewoon met de noorderzon verdwenen. De Bleser: ‘Die OCMW’s dumpen hier hun asielzoekers zonder er enige controle op uit te oefenen, gewoon om er van af te zijn. Het gaat om honderden mensen die geen enkele vorm van begeleiding krijgen.’
En zo genoot de Seefhoek de voorbije dagen weer landelijke faam, dankzij een groots opgezette controleactie, waarbij de politie van deur tot deur ging om asielzoekers te tellen. Al tien jaar geleden werd de Seefhoek beroemd en berucht als voorbeeld van een verkommerde wijk en een smeltkroes van nationaliteiten. Politici konden toen nog hun goed hart tonen en street credibility verwerven door in de Seefhoek te gaan wandelen met enkele camera’s in hun spoor. Volgens de lokale buurtwerking zijn er in de loop van de jaren negentig heel wat inspanningen geleverd om het samenleven te verbeteren. Maar die positieve evolutie wordt bedreigd doordat andere gemeenten massaal veel asielzoekers, die in het kader van het spreidingsplan aan hen worden toegewezen, naar hier doorsturen. Dat begon eerst met de groene randgemeenten, maar al snel kwamen ze van overal, van Poperinge tot Maaseik.
DE PREMIER OP BEZOEK
Eind vorig jaar was het dan de beurt aan premier Guy Verhofstadt om de Seefhoek te bezoeken en naar de grieven van de bewoners te luisteren. In die periode waren er, volgens gegevens van wijkagenten, al een zeventigtal OCMW’s en een vierhonderdtal asielzoekers bij betrokken. De premier beloofde er werk van te maken. Eén jaar later maakten de buurtbewoners de balans op: ze hadden niets meer van de premier gehoord. Erger nog: de toestand verslechterde alsmaar en de wijk zou nu helemaal ‘overspoeld’ worden door vluchtelingen van andere gemeenten. Een paar weken geleden schreven Herman De Bleser en twee andere buurtbewoners een open brief naar de premier om nogmaals aan de alarmbel te trekken. De Bleser: ‘Ik wou niet zozeer een eenmalige actie, maar wel structurele maatregelen.’
Het broze sociale weefsel van de wijk wordt volgens hen in gevaar gebracht door de wilde toestroom van mensen, die van hun eigen OCMW alleen wat centen en papieren krijgen toegestopt, maar meestal zonder dat er enig sociaal onderzoek wordt uitgevoerd, laat staan dat ze begeleid worden door iemand die hun situatie opvolgt. Sommigen komen dan ook in verkrotte panden terecht, soms zelfs zonder elektriciteit en stromend water, en dan nog tegen schandalige prijzen verhuurd. Een aantal OCMW’s huurt gewoon appartementen per fax via vastgoedkantoren of malafide tussenpersonen. Zo komt het dat er in eenzelfde gebouw soms cliënten van acht verschillende OCMW’s wonen, of dat er Kosovaren, Joegoslaven en Kroaten naast elkaar worden gehuisvest. Huisjesmelkers verdienen er vanzelfsprekend goud aan.
Na de open brief vroeg Brice De Ruyver, extern adviseur op het kabinet van de premier, rechtstreeks aan de Antwerpse hoofdcommissaris Luc Lamine om een grote actie op het getouw te zetten. Bleek dat er nu al ruim 200 OCMW’s waren die zo’n 700 asielzoekers in de Seefhoek en omgeving dumpten. Een aantal mensen van het Antwerpse stadsbestuur voelden zich door het initiatief van Brice De Ruyver enigszins gepasseerd. Burgemeester Leona Detiège had op z’n minst liever tot aan de verkiezingen gewacht, en schepen van Sociale Zaken Paul Wellens sprak in een protestbrief over ‘een partijtje paniekvoetbal op hoog en laag niveau’. Deze week ontvangt premier Verhofstadt hoofdcommissaris Lamine en volgende week zou de regering met ingrijpende maatregelen (zoals meer controle en financiële sancties voor OCMW’s) willen uitpakken.
Lang voor de spectaculaire politieactie waren de problemen al uitvoerig bij de regering aangeklaagd. Zo schreven de Antwerpse ombudsdienst én het Centrum voor Gelijkheid van Kansen (dat een permanentie heeft in de Seefhoek) al in september 1997 over ‘de bewuste strategie van de randgemeenten om asielzoekers naar de grootsteden te oriënteren en er zelfs te droppen’. Wat later werd dit in een tweede brief met nog meer klem herhaald: ‘De controle op de situatie van deze mensen is zo goed als nihil!’ Er werden zelfs adressen doorgespeeld van huisjesmelkers en matrassenverhuurders. Bij de Antwerpse politie was er in het verleden echter weinig animo om daartegen op te treden. Integendeel: enkele agenten werden zelfs betrapt op het afleveren van valse woonattesten op verzoek van huisjesmelkers uit de Seefhoek.
DE SOCIALE MIX
De overheid antwoordde vroeger steevast dat ze de OCMW’s wel probeerde te bewegen om zelf voor huisvesting te zorgen, maar dat er ook voor de asielzoekers het recht op vrije woonstkeuze bleef. Volgens de Antwerpse OCMW-voorzitter Bob Cools wordt het fameuze spreidingsplan dan wel een fictie. Hij ontdekte het probleem op een indirecte manier als voorzitter van de maatschappij voor volkshuisvesting Onze Woning (eigendom van de stad én het OCMW). Cools: ‘Die OCMW’s bleken hun asielzoekers niet alleen naar de huisjesmelkers, maar ook naar Onze Woning te sturen! Wij konden die niet weigeren omdat ze aan alle inkomenscriteria beantwoordden. Wij hebben zo al een zestigtal toewijzingen gedaan aan OCMW-cliënten van buiten Antwerpen. Maar de voorbije maanden stonden er wel vijf of zes per week op onze stoep. Dat vertekent niet alleen de bedoeling van het spreidingsplan, maar het bedreigt ook de leefbaarheid van onze complexen.’
Dus besloot de afscheidnemende OCMW-voorzitter zelf om er korte metten mee te maken. Voor de zomer schreef hij al twee brieven naar minister van Maatschappelijke Integratie Johan Vande Lanotte, maar zonder antwoord te krijgen. Bob Cools: ‘Ik heb zelfs de kabinetschef smekend opgebeld. Ik heb via mijn partijvoorzitter aangedrongen. Maar niets, geen antwoord. Daarop hebben wij zelf besloten om geen sociale woningen meer ter beschikking te stellen aan asielzoekers van andere gemeenten. Ook al wordt dat nu expliciet afgekeurd door de regeringscommissaris, die door de overheid voor de sociale huisvesting gemandateerd is. Officieel eisen zij dat we het sociaal huurbesluit onverminderd toepassen. Maar sorry, wij geven nu de voorrang aan onze eigen stedelingen. Die keuze is misschien niet gezond, maar we kunnen niet anders meer.’
Riskeert de oud-burgemeester van Antwerpen zo niet om in de sociale huisvesting van een ‘eigen volk eerst’-mentaliteit beticht te worden? Bob Cools: ‘Wij geven voorrang aan stedelingen die al minstens drie jaar in Antwerpen zijn ingeschreven, maar dat wil daarom niet zeggen dat het Belgen zijn. Weet u dat wij in de Seefhoek 1150 sociale woningen verhuren, waarvan al 24 procent aan mensen van buiten de Europese Unie? Vorige vrijdag heb ik op het Stuivenbergplein een prachtig gerenoveerd blok plechtig ingewijd. Dat wordt voor meer dan negentig procent door allochtonen bewoond! Als u dat hoort, wordt het natuurlijk zéér theoretisch dat wij officieel gettovorming moeten vermijden en een “sociale mix” van de bevolking nastreven…’
Mede door de instroom van asielzoekers en illegalen zou, zo werd vorige week zelfs gesuggereerd, het oude probleem van de vondelingen weer actueel kunnen worden. Bob Cools: ‘Het OCMW is voor de vondelingenproblematiek bevoegd. De voorbije tien jaar hebben wij twee vondelingen gehad. Wel zijn er elk jaar drie of vier moeders, waarvan de identiteit bekend is, die hun kind bij het OCMW afgeven. Ook is de groep van alleenstaande moeders een van onze grootste groepen cliënten geworden.’ En onder meer daarom eindigt hij binnenkort, ondanks de hoogconjunctuur, z’n mandaat met nog meer OCMW-steuntrekkers dan toen hij begon. ‘Het OCMW toont de gezondheidstoestand van de stad. En pas het laatste jaar begint die licht te verbeteren.’
En ja, wanneer z’n OCMW-mandaat afgelopen is en z’n politieke carrière erop zit, gaat Cools nog een doctoraalscriptie maken. Over verdraagzaamheid.
Chris De Stoop