Na de yuppies, de blitse en succesvolle stedelingen met de ietwat arrogante uitstraling, en de hipsters duiken in de metropolen van de VS en Europa nu de yuccies op. De nieuwe mensensoort heeft de culturele achtergrond van de hipster maar het zakeninstinct van de yuppie.
De hipster gaat al een hele tijd mee. Het is zelfs al jaren onmogelijk iemand te vinden die in alle ernst durft te beweren dat hijzelf een hipster is. De soort is ook al enkele keren doodverklaard, maar de uiterlijke kenmerken, waarvan het onverzorgde baardje en de Wilfried Martens-brilmontuur de meest herkenbare zijn, komen nog steeds in het straatbeeld voor. Hipsters waren even het symbool van een levendige tegencultuur; nu zijn ze vooral een schoolvoorbeeld van een geforceerd streven naar authenticiteit. Ze willen niet terug naar de tijd waarin de mens in harmonie leefde met de natuur, zoals het droombeeld van Rousseau, maar ze verlangen naar een tijd waarin de mens iets minder dan vandaag afhankelijk was van technologie. Wel een platenspeler, geen digitale muziekbibliotheek. Wel telefoneren, geen handige smartphone. Ironie – heel veel ironie – moet verhullen dat hipsters ook zelf niet helemaal zeker zijn of dat nu precies is wat ze in hun leven willen, en moet hen voor critici ongrijpbaar maken.
Erg maatschappelijk succesvol kunnen zulke hipsters niet zijn. Meestal hebben ze een sneu baantje in een koffiebar of een tweedehands-winkel die over zes maanden alweer failliet zal zijn. Daarin zit ‘m net het verschil met de yuccie. Die stelt u zich het beste voor als een succesvolle hipster. In zijn ambitie om veel geld te verdienen heeft hij zelfs iets weg van een yuppie. Het verschil is dat hij het op een artistiekerige manier probeert te doen. Terwijl de yuppie ervan droomde voor een bank of een advocatenkantoor te kunnen werken, wil de yuccie het liefst leven van zijn eigen creatieve ideeën en ingevingen.
De Amerikaanse blogger David Infante wees als eerste op het fenomeen en introduceerde de term. De yuccie, of de young urban creative, herkende hij in de eerste plaats in zichzelf. Hij studeerde zelf een vaaglijke kunstopleiding maar woont vandaag in Brooklyn en leeft van het schrijven voor internetsites. Andere voorbeelden zijn de mensen die worden betaald om gesponsorde reclamecampagnes op de fotowebsite Instagram te organiseren, of om merknamen te noemen in de filmpjes die ze op YouTube plaatsen.
Creatieve moneymakers
De digitale economie heeft kansen gecreëerd voor yuccies die niet vies zijn van geld. Ze hebben het over de deeleconomie – bezit is voorbijgestreefd, weet u – maar zijn vooral op zoek naar een idee voor een app of een site die de aandacht kan trekken van overenthousiaste investeerders. Yuccies beweren enkel deel uit te maken van een tegencultuur, zoals hedendaagse kunstenaars die enorme bedragen krijgen voor hun werk dat ook graag blijven doen. Geld verdienen is nochtans bittere ernst, en daarmee hebben de yuccies de ironie van de hipsters achter zich gelaten.
De yuccie doet denken aan het ideaalbeeld van Richard Florida. Die Amerikaanse socioloog reisde jaren geleden de wereld rond met zijn idee dat de grootstad de motor zou worden van de nieuwe economie. De industrie had in zijn ogen afgedaan, en wereldsteden moesten proberen creatievelingen en kenniswerkers aan te trekken door hotspots in te richten en in te zetten op stadsvernieuwing. Zij zouden als creatieve klasse de grondstof aanleveren voor de 21e eeuw. In steden over de hele wereld vond Florida weerklank, en politici investeerden veel geld in prestigeprojecten die voor de gentrificatie van buurten zorgden.
Alleen bleven de resultaten meestal uit. De economie is niet getransformeerd zoals Florida voorspelde, en de nieuwe sectoren die hij zag ontstaan, leverden vaak enkel slecht betaalde baantjes als freelancer op. Zelfs de creatieve industrieën zoals de muziekwereld, literaire uitgeverijen en de journalistiek kwamen sindsdien in zwaar weer. Daar vallen zeker tijdens een economische crisis geen grote winsten meer te boeken. Maar op het internet is ondertussen een economie ontstaan die zelfs wat bijdehandse hipsters vooruit weet te helpen in het leven. Nu maar hopen voor hen dat de spectaculaire groei in internetbedrijfjes geen zeepbel blijkt te zijn. In dat geval zullen de yuccies zich weer in de ironie van de hipsters moeten wentelen om te verhullen dat ze gefaald hebben in het leven en weer in een koffiebar moeten beginnen.
DOOR PETER CASTEELS, ILLUSTRATIE BART SCHOOFS
Geld verdienen is bittere ernst, en daarmee hebben de yuccies de ironie van de hipsters achter zich gelaten.