Naakt op de cover van Knack staan heeft nog maar weinig vrouwen baat bijgebracht. Wij verwijzen naar Knack 33, waarin onze lezers ervan op de hoogte werden gesteld dat enkele dagen later in Athene Olympische Spelen van start zouden gaan. In haar blote vel op de voorpagina: Kim Gevaert. Enkel bedekkend wat bedekt moest worden, al opperden en mopperden sommige specialisten dat er weinig te bedekken viel. Dit klinkt wat cryptisch, maar soms is het beter het raadsel te vergroten.
Elf veertig in de halve finale van de honderd meter. Elf veertig! Dat was goed en wel een blamage. Als hij één week traint, loopt onze chef-Wetstraat ook elf veertig op de honderd meter. En dan mogen ze onderweg nog horden zetten. ‘Ik was megaslecht’, moest een aan zelfmoord denkende Kim in tranen toegeven.
Uw dienaar heeft nooit veel vertrouwen gehad in vrouwen die naakt poseren met een bol kaas. Ons principe is: achter gesloten deuren doet ieder wat hij wil, de een met een volvette Edammer en de ander met Sigrid Spruyt, maar in het openbaar, waar kinderen en licht beïnvloedbare heren als wij meekijken, mogen bepaalde grenzen niet overschreden worden. Op de redactie hebben wij ons dan ook met hand en tand verzet tegen die aanstootgevende en ronduit lelijke foto van Gevaert, maar helaas stonden wij zoals gewoonlijk moederziel alleen.
Wij hebben zelfs een anonieme brief gestuurd naar Rik De Nolf, de grote baas van Roularta Media. ‘Geachte heer De Nolf, momenteel leeft er heel wat ongenoegen binnen de Knack-redactie over de coverpolitiek van de hoofdredacteur. Vooral de oude generatie van Knack, die zich toch jarenlang heeft ingezet voor het blad en er nog altijd het beste mee voor heeft, stelt zich veel vragen. Ik heb mij al genoodzaakt gezien om met pijn in het hart naar een concurrerende uitgeversmaatschappij over te stappen, maar ik vrees dat recente covers voor nog een paar andere mensen de druppel zijn die de emmer gaat doen overlopen. Momenteel staat een grote naam van Knack op het punt het blad te verlaten, omdat hij elders een contractaanbieding heeft gekregen. Een medium waar beschaafde manieren nog wel hoog worden gewaardeerd. Ik schrijf deze brief anoniem in het belang van het blad.’
Die ‘genoodzaakt gezien om met pijn in het hart over te stappen naar een concurrerende uitgeversmaatschappij’ hadden wij erin gezet om de verdenking op Marc Reynebeau te laden. Beter een vals spoor dan geen spoor, zoals ook de filosofie van Karel Vinck bij de NMBS luidt. Maar tot onze ontzetting kregen wij dezelfde dag al een berichtje terug van Rik De Nolf: ‘Ik heb die mooie foto van Kim zelf gekozen, in overleg met Rik Van Cauwelaert. En als gij op het punt staat het blad te verlaten, houd ik u niet tegen. Groetjes, mijnheer Rik.’
Een anonieme brief schrijven is moeilijker dan men op het eerste gezicht zou denken. Eén verkeerd geplaatst leesteken, één ongelukkige zinswending, één speciaal woord, of een spelfout die niemand anders maakt, en je valt onverbiddelijk door de mand. Mogelijk is het ook niet slim zo een brief per e-mail vanaf de redactie te verzenden.
Maar keren we terug naar Kim Gevaert. Van Cauwelaert was er het hart van in. ‘Hoe is dat nu toch mogelijk?’ zat hij in zijn bureau te zuchten en te sakkeren. ‘Elf veertig. Dat lopen ze op de Paralympics. Nooit zet ik nog een Vlaamse atlete op mijn cover. En zeker geen uit Kampenhout. Witloof, asperges, het bruggetje aan het sas… allemaal goed en wel, maar lopen vergt andere kwaliteiten.’
En van lopen heeft onze chef-Wetstraat verstand. Wij waren er vele jaren geleden zelf bij, toen hij in een hotel in Zürich eens oog in oog zat met Jarmila Kratochvilova, de Tsjecho-Slowaakse gevechtstank van wie velen beweerden dat ze een man was. De kans dat zij naakt op de cover van Knack zou hebben geprijkt, was onbestaande. Toch onder de toenmalige hoofdredactie.
Het duurde even vooraleer het ijs gebroken was, maar daarna vroeg Kratochvilova het rechtuit: ‘Wat slikt gij, Rik?’ Onze chef-Wetstraat verdiende in die jaren een flinke cent bij in het illegale bokscircuit, en we mogen zijn torso van toen zonder overdrijven ontzagwekkend noemen. Nu nog trouwens. In atletenhotels wisten de andere deelnemers niet beter of daar liep de wereldrecordhouder kogelstoten.
Van Cauwelaert blikte even spiedend om zich heen, boog zich over de tafel, en siste iets onverstaanbaars. Wij meenden de termen ‘wortelextract’ en ‘dokter Bach bloesem’ te hebben opgevangen. Twee weken later liep Kratochvilova op de achthonderd meter een sensationeel wereldrecord dat meer dan twintig jaar later nog altijd overeind staat: één drieënvijftig achtentwintig. Over de laatste honderd meter deed ze elf vierentwintig, wat zestien honderdsten sneller is dan elf veertig. ‘Dat waren tenminste vrouwen’, wil onze chef-Wetstraat wel eens vertwijfeld zuchten, als hij naar Jarmila’s foto op zijn bureau staart.
Eén sms-berichtje naar Athene en Kim Gevaert wist wat haar te doen stond in de tweehonderd meter: ‘Loop niet boven 22.50 of ik kom naar ginder. Rik.’ Toen de finale begon, zaten wij met z’n allen geschaard rond onze hoofdredacteur, die in zijn bureau een videowall met achttien televisieschermen heeft. Zodat hij gelijktijdig naar de paardenraces, de windhondenrennen, én de prijs van de ruwe olie kan kijken.
‘Ze is toch in de juiste richting vertrokken’, sneerde Van Cauwelaert, bij wie enthousiasme gemakkelijk overgaat in sarcasme. Tweeëntwintig tachtig! Twee keer elf veertig. Onze chef-Wetstraat dronk in één boze teug zijn glas leeg, schakelde de videowall uit, en reed naar Zaventem.
Koen Meulenaere