Hoofdredactrice van vrouwenblad La ci vert. – Columniste van de Engelstalige versie van de regeringsgezinde krant Sabah.
‘Als je de Turkse sociale media mag geloven, is de polarisatie in het land zover gekomen dat de mensen elkaar met een mes neersteken in de straten van Istanbul. Het tegendeel is waar. Istanbul is nog altijd een stad waarin mensen van de meest verschillende achtergronden probleemloos samenleven. De polarisering speelt zich vooral af op academisch, journalistiek en politiek niveau. De AK-partij beseft dat de gewone mens niet bezig is met de relatie tussen de Turkse overheid en de westerse media, of met de diepere structuren binnen de Turkse staat. De mensen zijn bekommerd om de aanleg van wegen, de bouw van nieuwe huizen, hun job, hun inkomen. Daar heeft de AK-partij zich de afgelopen dertien jaar voor ingezet en dat zal ze blijven doen. Het heeft Erdogan gemaakt tot wat hij nu is: de sterke man van het land.
Voor alle duidelijkheid, ik ben geen verdediger van de AK-partij. Als rationele denker kies ik gewoon voor de minst slechtste optie. Maar ik geef toe: sinds de AK-partij regeert, is Turkije enorm veranderd. In positieve zin. Als moslima met hoofddoek werd ik voorheen niet geaccepteerd. Ik heb vijftien jaar van mijn leven geworsteld door die hoofddoek. Op de middelbare school stond de politie op de stoep om te voorkomen dat we mét sluier een kijkje gingen nemen op de universiteit. (Sinds 2011 is een hoofddoek wel toegelaten, nvdr) Tijdens concerten kreeg ik er opmerkingen over, op straat voelde ik de blikken. Toen ik eens met een paar medestudenten in een restaurant zat in Istanbul, spraken we over onze studietijd in Europa. Veel moslims maken zich in het begin zorgen omdat ze niet precies weten welke Europese voedingsmiddelen varkensvet of alcohol bevatten. We vroegen ons af of er alcohol in mayonaise zat. De vrouw naast ons hoorde onze conversatie en kwam plots tussenbeide. Ze noemde ons achterlijke mensen met ideeën uit de donkere middeleeuwen. We waren geschokt. Toen we erop ingingen, verscheen de politie. Die zette óns uit het restaurant, de blonde Turkse, westers georiënteerd, mocht blijven zitten. Wij vonden het heel oneerlijk. De seculiere, beter opgeleide bevolking in de steden dacht – en denkt – dat ze alle rechten heeft om opmerkingen te maken of ons te corrigeren. Ze vinden zichzelf zo beschaafd maar ik vind net het tegenovergestelde. Ze proberen je altijd te overtuigen van hun mening, dat een hoofddoek toch wel volledig achterhaald is. Ze denken dat ik een plattelandsmeisje ben zonder enige vorm van cultuur, ze vinden dat ik moet ‘verlichten’. Wel, ik studeer nog steeds, ik doe een postdoctoraat geschiedenis. Ik was altijd de beste van de klas, haalde de hoogste scores aan de universiteit (politieke wetenschappen, nvdr). Kom bij mij niet aan met ‘verlichting’.
De laatste jaren krijg ik die opmerkingen niet meer. Sinds Erdogan hebben de moslims in dit land tenminste een stem gekregen, ze worden eindelijk gehoord. Tot zo’n vier jaar geleden was het zo goed als onmogelijk om als gesluierde moslim een hoogwaardige positie te bekleden, de sociale druk was te groot. Dat is allemaal snel veranderd.
Gematigd centrumrechts
Ik ben op niemand boos, ik heb heel wat bereikt: ik publiceer dagelijks over politiek, ik ben baas van een magazine, ik mag een mening hebben. Ook de oppositiemedia krijgen de kans te zeggen wat ze willen. Elke dag wordt Erdogan een leugenaar en een moordenaar genoemd, op de voorpagina. Het was trouwens de CHP (de grootste oppositiepartij, nvdr) die tijdens de verkiezingen zei dat ze alle regeringsgezinde media zou afschaffen. Ook die angst voor de bedreiging van de seculaire samenleving is onzin. De Turken kiezen echt niet voor radicalere islambewegingen.’