Bomen planten draagt niet noodzakelijk bij tot de strijd tegen de klimaatopwarming.
Zonder bomen zou de opwarming van de aarde als gevolg van menselijke activiteiten nog sneller gaan dan nu al het geval is. In het fotosyntheseproces, waaruit planten energie puren, wordt nogal wat van het broeikasgas koolstofdioxide (CO2) uit de atmosfeer gehaald en opgeslagen in bladeren en hout. De mens speelt hier eveneens een nefaste rol in, want hij buigt ook dit proces om in iets wat minder gunstig is voor een stabiel klimaat.
De aan een Frans laboratorium verbonden Vlaamse wetenschapster Kim Naudts en haar collega’s meldden in Science dat de bebossingsactiviteiten van de laatste 250 jaar het Europese bomenbestand zo hebben aangepast dat het minder CO2 opslaat, hoewel er nu tien procent meer bosgebied is dan vroeger. Vooral de vervanging van loofwouden door aangeplante, snel groeiende naaldbomen heeft de bosbuffer tegen een klimaatopwarming aangetast. Er zou drie miljard ton CO2 meer in de atmosfeer terecht zijn gekomen dan anders het geval was geweest. Lokaal vertaalde die vervanging van eiken en beuken door dennen en sparren zich in een verhoging van de temperatuur met 0,12° Celsius. Zomaar bomen planten draagt dus niet noodzakelijk veel bij tot de strijd tegen een verdere opwarming van het klimaat.
Bioloog Guy Vranckx van de KU Leuven en zijn collega’s stelden in Natuur.focus de vraag of onze Vlaamse bossen voldoende aangepast zijn om de gevolgen van een klimaatverandering te counteren. Dat Vlaanderen een van de bosarmste regio’s van Europa is, en dat de meeste van onze bossen klein en versnipperd zijn, stemt niet tot grote gerustheid. De auteurs spitsten hun onderzoek toe op de zomereik. De populaties daarvan zijn zo gefragmenteerd dat het de genetische diversiteit van de soort schaadt. Zo kreunt de zomereik onder de gevolgen van inteelt. Dat uit zich onder meer in een tragere groei en een geringere weerstand tegen langdurige droogte. Dat is uiteraard nadelig in de context van een klimaatopwarming. De boodschap is dat er dringend aan een verrijking van onze eikenpopulatie moet worden gedacht, als we niet nóg meer loofbomen willen verliezen.
Op een ander vlak toonden bioloog Stijn Temmerman van de Universiteit Antwerpen en zijn collega’s in Nature Climate Change aan dat kustmoerassen als het Zwin en het Verdronken Land van Saeftinghe mee stijgen met een stijging van de zeespiegel, door een opstapeling van slib en plantaardig afval. Dat is goed nieuws, want daardoor zullen ze niet zomaar onder water verdwijnen. Zulke gebieden leveren belangrijke ecosysteemdiensten als waterzuivering en broedkamers voor vissen en andere commercieel interessante soorten. De economische waarde van een kustmoeras wordt op 10.000 dollar per hectare geschat.
DOOR DIRK DRAULANS
De mens verandert zijn bossen op zo’n manier dat ze een kleinere buffer tegen de klimaatopwarming vormen.