Bij het Antwerpse parket loopt een grootschalig onderzoek naar witwaspraktijken door Antwerpse diamantairs. Een van de geviseerde diamantairs is Erez Daleyot. Hij onderhandelde over dubieuze deals met de internationaal gezochte Russische wapenhandelaar Arcadi Gaydamak en werkte samen met de jetset-Amerikaan Maurice Tempelsman, een van de partners van Jackie O. en de eigenaar van Amerika’s grootste diamantbedrijf, Lazare Kaplan International. Hoe ver reiken de banden van bepaalde Antwerpse diamantairs en hoe zuiver zijn ze?
Het wintert volop wanneer de Belgische diamantair Erez Daleyot de eerste safe met ruwe diamanten van 2011 van de Zuid-Afrikaanse diamantgigant De Beers in Londen mag openklikken. Het is geen doordeweekse aangelegenheid. Daleyot deed in november 2010 een genereus bod van 40.000 dollar om als eerste in de geschiedenis van De Beers dit prestigieuze once-in-a-lifetime event te mogen meemaken.
Uitzonderlijk laat Erez Daleyot zich fotograferen. Hij is in het gezelschap van niemand minder dan Nicky Oppenheimer en Varde Shine, respectievelijk de ceo van De Beers en van Diamond Trading Company (DTC). Daleyot is een forse man die niet meteen gesteld is op publieke belangstelling. Sommige Antwerpse diamantairs beweren zelfs dat ze hem niet kennen. ‘Vreemd’, vindt een Brits diamantexpert. ‘Daleyot is de grootste diamantair van Angola. Iedereen weet wie hij is. Hij steekt zelfs niet onder stoelen of banken dat hij tijdens de Angolese burgeroorlog met de toenmalige verzetsbeweging UNITA (Nationale Unie voor de Totale Onafhankelijkheid van Angola) van Jonas Savimbi heeft samengewerkt, vóór het embargo van de Verenigde Naties op bloeddiamant werd opgeheven. Weinigen zullen hem dat in Angola durven te verwijten.’
Daleyot is ook een naam die niet onbekend is bij het Zwitserse filiaal van de Britse HSBC-bank. De naam van deze Belg van Israëlische afkomst staat op de lijst van de in 2009 gestolen files van superrijke klanten bij de Zwitserse afdeling van HSBC. Een lijst die eerst aan de Franse justitie, en vervolgens aan de Belgische belastingdiensten werd doorgespeeld.
Ook in Israël hebben speurders al gehoord van Daleyot. Zijn naam duikt er op in de politiedossiers, zij het veeleer toevallig, tijdens een schaduwoperatie van wapenhandelaar Arcadi Gaydamak.
Gesprekken met Gaydamak
6 december 2003 in Israël. Israëlische speurders luisteren een telefoongesprek af tussen Erez Daleyot en Arcadi Gaydamak, een Russische wapenhandelaar met meerdere nationaliteiten: de Israëlische, de Franse, de Angolese en de Canadese. Gaydamak wordt geschaduwd in verband met een zaak van witwaspraktijken.
Zoals blijkt uit de politiedocumenten vraagt Gaydamak aan Erez Dalayot tijdens het gesprek om voor hem op te treden en samen een project in Angola uit te voeren. Het zou gaan om een zaak ter waarde van 300 miljoen dollar die eventueel met De Beers zou kunnen worden uitgevoerd. Daleyot zou op de voorgrond treden, Gaydamak zou achter de schermen werken, zo blijkt uit de citaten in het gerechtelijke document. ‘Erez, jij kunt een partner zijn in het bedrijf samen met het hoofd van DTC (de verkooparm van De Beers, nvdr)? Ik blijf op de achtergrond, en zal het project uitvoeren’, luidt het.
Gaydamak is geen kleine garnaal. In 2000 werd tegen hem in opdracht van de Fransen een internationaal arrestatiebevel uitgevaardigd vanwege zijn betrokkenheid bij een megazaak: Angolagate. In oktober 2009 werd hij in Frankrijk samen met zijn Franse zakenpartner Pierre Falcone in eerste aanleg veroordeeld; hij kreeg zes jaar cel. Op het hoogtepunt van de burgeroorlog in Angola hadden hij en Falcone, beiden Franse staatsburgers, er wapens geleverd zonder de officiële goedkeuring van het Elysée. Ze hadden daarbij naar verluidt smeergeld betaald aan Franse hoogwaardigheidsbekleders. Het proces wordt nu in hoger beroep behandeld, het Openbaar Ministerie eist dezelfde straf voor Gaydamak als voorheen.
Toen Angolagate in 2000 in Frankrijk losbarstte, had Gaydamak het land al lang verlaten: hij hield zich op in Israël. Daar bereidde hij in 2002 naar verluidt de aankoop voor van het Nederlandse chemiebedrijf Thermphos uit handen van de Nederlandse bank ABN Amro en via zijn nauwe bondgenoot, een Israëlisch chemie- expert, Nahum Galmor. Dat veroorzaakte een storm van protest in Nederland. Gaydamak moet zich in dat verband momenteel verantwoorden op verdenking van witwaspraktijken in Israël, waar de zaak aanhangig werd gemaakt.
Gaydamak is een veelbesproken figuur. Zelfs de CIA en de FBI interesseerden zich op een bepaald moment voor Gaydamak. Zelf beweerde hij ooit de populairste man van Israël te zijn. En als rechts politicus ijverde hij voor de burgemeesterssjerp van Jeruzalem.
‘Mijn cliënt kent Gaydamak alleen uit de kranten, zoals u en ik’, zegt de Belgische advocaat van Daleyot die geenszins in verband gebracht wil worden met Arcadi Gaydamak. ‘Daleyot in verband brengen met de Russische wapenhandelaar zou mijn cliënt veel schade toebrengen’, aldus de advocaat die zijn naam liever niet gepubliceerd wil zien. ‘Hij kent Gaydamak niet en heeft nooit met hem gewerkt’, zegt hij.
Gaydamak zelf ziet het enigszins anders. In een telefoongesprek bevestigt hij Erez Daleyot te kennen en hem ontmoet te hebben. ‘Hij is me zeven jaar geleden zelfs komen vragen om hem in Angola te introduceren in de diamantsector’, zegt hij. ‘Maar ik heb toen de voorkeur gegeven aan een andere diamantair.’
Intelligence Online, een internationale website van de Franse onafhankelijke uitgeverij Indigo Publications in Parijs, lijkt helemaal niet te twijfelen aan de samenwerking tussen Daleyot en Gaydamak. ‘De Frans-Russische zakenman Arcadi Gaydamak is een partner van Daleyot’, luidt het in een artikel van 31 maart 2011 (‘Diamond dealers on HSBC’s list’). Het artikel verwijst ook naar de gesprekken tussen Daleyot en Gaydamak over een gezamenlijk project van 300 miljoen dollar in Angola.
Jackie O.
Daleyot had nog een andere grote zakenpartner, de jetset-Amerikaan Maurice Tempelsman, de levensgezel van Jacqueline Kennedy na de dood van Aristoteles Onassis en de eigenaar van Amerika’s grootste diamantgroep, Lazare Kaplan International. Samen met hem en nog een derde partner zette Daleyot begin van de jaren 2000 Gulfdiam op, een diamantbedrijfje met kantoren in onder meer Dubai en Angola.
Gulfdiam is geen alleenstaand bedrijf. Dat blijkt uit gerechtelijke documenten van de zuidelijke districtsrechtbank van New York (februari 2011). Het hangt via kruisverbanden samen met een kluwen van bedrijven en bedrijfjes, die telkens weer in handen zijn van en gecontroleerd worden door Erez Daleyot (zie schema).
Zo is bijvoorbeeld Mauridiam een holding in handen van Daleyot, die gevestigd is op Mauritius en die Daleyot gebruikt om zijn belangen te beheren in Gulfdiam, in een ander bedrijf in Dubai, Gemport, en in zijn Israëlische bedrijf FTD, het voormalige ED Gems Ltd. Ook het in Zwitserland gevestigde Diamco Services is gelinkt via een spinnenweb van belangen met de bedrijven van Daleyot in België (DDM en KT in Antwerpen), met Gemport, met FTD en met Mauridiam.
Vooraleer Angolese diamanten en geld in de Schupstraat in Antwerpen aankomen, hebben ze dan ook al een hele reis achter de rug. Kennelijk worden de goederen opeenvolgend door de verschillende bedrijven gefactureerd, zoals blijkt uit de gerechtelijke documenten van de zuidelijke districtsrechtbank van New York. Gulfdiam in Dubai factureert Angolese diamanten aan Gemport op hetzelfde adres. Gemport factureert de diamanten aan Diamco in Zwitserland, dat ze op zijn beurt doorrekent aan FTD in Israël. In sommige gevallen gaan de diamanten ook via Hongkong.
Men kan zich hardop afvragen hoe ‘vuil’ het geld of de diamanten wel zijn, dat ze via drie of vier verschillende landen getransfereerd moeten worden voor ze België binnenkomen. Voor analisten in de onderzoeksmilieus gaan bij dergelijke praktijken de lichten knipperen en dient er rekening te worden gehouden met mogelijke witwaspraktijken.
Open oorlog
Maurice Tempelsman beweert vandaag de klos te zijn van het hele verhaal. ‘Lazare Kaplan International Inc (LKI) is het slachtoffer geworden van een zeer gesofisticeerd systeem waar verschillende individuen en financiële instellingen bij betrokken waren, en die tot een groot verlies hebben geleden voor LKI’, zegt de woordvoerder van Lazare Kaplan International in New York. ‘Zoals LKI heeft uiteen-gezet in zijn klacht tegen verzekeringsmaatschappijen in New York is het verlies van LKI ( het bedrijf heeft een financiële aderlating geleden, nvdr) het resultaat van onder meer de ontvreemding van ongeveer 94 miljoen dollar aan diamanten van Gulfdiam die naar ED Gems Ltd waren gestuurd, een Israëlisch bedrijf dat in handen is van Erez Daleyot.’
Tussen Tempelsman en Daleyot is het tot een open oorlog gekomen. Een conflict tussen twee zakenpartners die samen transacties deden, die voor de buitenwereld weliswaar aan beide kanten vragen opriepen. Maar Tempelsman, die naar verluidt heel wat in de zaak heeft geïnvesteerd en wiens imperium Lazare Kaplan International er veel geld aan verloren heeft, eist hoe dan ook zijn geld terug.
Wanneer dat via Daleyot niet blijkt te lukken, dient hij bij een rechtbank in New York de bovenvermelde klacht in tegen vier verzekeringsmaatschappijen. Hij probeert via hen de terugbetaling van 135 miljoen dollar voor ‘verloren of gestolen diamanten’ voor de periode 2007-2009 op te eisen. De verzekeringsmaatschappijen, die hun antwoord begin maart 2011 bij de rechtbank in New York hebben ingediend, zeggen te twijfelen of de diamanten wel verdwenen zijn.
Verlies voor Antwerpse Diamantbank
Tempelsman is niet de enige die het geld dat hij in Gulfdiam verloor, terugvordert. Ook de banken willen dat de nog uitstaande schulden van Gulfdiam worden terugbetaald. Zo ook de Nederlandse bank ABN Amro en de Antwerpse Diamantbank. De laatste, die door KBC zal worden afgestoten en in niet al te beste papieren zit, bevestigt dat ze nog miljoenen te goed heeft, zowel van Maurice Tempelsman als van diens ex-partner Erez Daleyot. Voor het deel van Tempelsman probeert de Antwerpse Diamantbank via een rechtszaak voor de Antwerpse rechtbank van koophandel het geld terug te vorderen van de groep Lazare Kaplan International en het Belgische filiaal Lazare Kaplan Belgium, aldus de bank.
Voor Daleyot zelf lijkt de bank minder hard op te treden. Nochtans kreeg ook hij grote kredieten voor diamanttransacties. Daarnaast zou Daleyot ook in de schulden zitten door investeringen die hij deed in vastgoedoperaties in Oost-Europa voor minstens 13,5 miljoen dollar via het bedrijf Longbridge Group. Dat blijkt uit briefwisseling tussen het Antwerpse bedrijf van Daleyot DDM Holding en zijn Israëlische advocatenkantoor. De Belgische advocaat van Daleyot ontkent nochtans met klem dat Daleyot enig vastgoed zou hebben in Oost-Europa.
Slechte vrienden
Daleyot, naar verluidt ‘een gewone jongen’ die in de jaren tachtig naar België afzakte om er te huwen met een aangetrouwd lid van de vermaarde stamboomdiamantairs de Lapa’s, met wie hij samenwerkte, heeft zijn netwerken door de jaren heen breed uitgespreid. De banden met de Lapa’s zijn sinds lang verbroken. Maar Daleyot, die heel ambitieus is, bouwde zelf een wereldwijd netwerk uit van naar verluidt meerdere honderden bedrijven en bedrijfjes in diamant, vastgoed, kunst en luchtvaart.
Helaas had Daleyot ‘slechte’ vrienden. Tot zijn partners behoren onder meer David Salama. Salama, volgens de Franse pers een notoir witwasser met de Franse nationaliteit en een adres in Zwitserland, wordt er in één adem genoemd met Alexandre Guerini. Die werd gearresteerd op 1 december 2010 in Marseille op verdenking van witwaspraktijken en fraude. Salama blijkt ook een spil in het netwerk van bedrijven van Erez Daleyot. Om een deel van diens bedrijven te beheren, richtte Salama in 2003 de Equalia Group op, geregistreerd in Liechtenstein.
Daleyot bouwde aan een groot imperium. In de Schupstraat is hij een van de vele grotere en kleinere diamantairs. Maar via zijn wereldwijde netwerk van bedrijfjes wist hij miljoenen dollars op te strijken. In die mate zelfs dat het Zwitserse filiaal van de Britse bank HSBC, waar hij een rekening had op naam van Diangle Trading, naar aanleiding van een antiwitwasaudit zelf vragen had bij de afkomst van het geld van Daleyot.
Een brief van een afdeling van de bank in Genève, HSBC Guyerzeller Trust Company, die dateert van 16 maart 2009, somt een paar van de twijfels op. ‘Het huidige profiel van de cliënt vermeldt dat Erez Daleyot zijn inkomsten haalt uit zijn zaak, DD Manufacturing nv (in Antwerpen, nvdr) (…) Volgens datzelfde profiel zou de cliënt ongeveer 100 miljoen dollar bezitten, terwijl zijn maandelijkse inkomen bij het bedrijf slechts 120.000 euro bedraagt. Hoe valt deze discrepantie te verklaren?’ luidt het in de brief. De Bijzondere Belastinginspectie en het parket hopen meer duidelijkheid te kunnen scheppen.
DOOR INGRID VAN DAELE
Men kan zich hardop afvragen hoe ‘vuil’ de diamanten wel zijn, dat ze via verschillende landen getransfereerd moeten worden voor ze België binnenkomen.
Ondanks de schulden die Erez Daleyot heeft bij de Antwerpse Diamantbank, lijkt ze niet hard tegen hem op te treden.