Bloemstillevens waren in de zeventiende eeuw een populair relatiegeschenk voor bisschoppen, hertogen en prinsen. Het was de tijd dat men in bloemen ‘juwelen van de natuur’ zag. Het Antwerpse Rockoxhuis biedt het geknipte kader voor een fraaie overzichtstentoonstelling van het genre.

Geschilderde ruikers, indien goed verzorgd, verwelken niet. Wie ze bezit, kan blijvend genieten van de bloemenweelde, en tegelijk elke dag mediteren over het verslensen in de natuur, zonder er de consequenties van te ondervinden, want zijn kostbare schilderij blijft ongedeerd. De bewondering voor natuurlijke schoonheid gaat gepaard met het besef van vergankelijkheid. Een stilleven die naam waardig is doordrongen van de vanitas-gedachte.

Vanuit dat inzicht vatte Joris Hoefnagel (1542-1600) zijn miniatuur Bloemenvaas op als een omzetting van vergankelijke natuur in eeuwige schoonheid. Die stelde hij gelijk aan eeuwige vriendschap. ‘Met vriendschappen behoort men anders om te gaan dan met bloempjes, die slechts meegaan zolang ze vers zijn‘, zo schilderde Hoefnagel in het Latijn boven aan de miniatuur. Zijn vriend was Jacob Radermacher, koopman en humanist. Die had hem door dik en dun gesteund toen hij vanwege zijn protestantse opvattingen Antwerpen moest ontvluchten.

Het vanitas-motief is vooral verbonden met de tweede helft van de zestiende en de zeventiende eeuw. Uit die periode stamt het leeuwendeel van de werken voor Power Flower, Bloemstillevens in de Nederlanden, de eerste overzichtsexpo van het genre in België. Met zo’n 25 stuks is de zaak rond, de hele horizon afgespeurd, zonder dat het verhaal grote lacunes vertoont. Het zijn stuk voor stuk prachtexemplaren, maar wie te veel ruikers na elkaar bekijkt, raakt bedwelmd in plaats van verrukt.

Het Antwerpse museum Rockoxhuis, eigendom van KBC, is een geknipt en uniek kader. Het verschilt ondanks diverse restauratiecampagnes, weinig van het patriciërshuis van burgemeester, humanist, mecenas en kunstverzamelaar Nicolaas Rockox (1560-1640). De kamers en salons zijn ingericht als toen, met inbegrip van het passende meubilair, door de burgemeester met smaak gekozen. Zoals wel meer van zijn humanistische tijdgenoten, volgde hij de snelle ontwikkeling van de botanica op de voet, en liet hij een schitterende tuin aanleggen met zeldzame exotische bloemen.

Het was de tijd dat men in bloemen ‘juwelen van de natuur’ zag, en ze als zodanig bestudeerde, reproduceerde en cultiveerde. Even respectvol worden ze vandaag behandeld door Nico Van Hout, samensteller van Power Flower en curator bij het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen. Het KMSKA verkeert tot in 2019 in staat van renovatie en bracht een deel van zijn schatten voorlopig onder in het Rockoxhuis, waar ze matchen met de huisverzameling.

Tulband van de sultan

Waarom Power Flower, als er in Nicolaas Rockox’ fraaie collectie van tachtig schilderijen hooguit één met een beetje goede wil kon doorgaan voor een bloemstilleven? Een guirlande van rozen, kievitsbloemen, hyacinten en klimop werd door de Antwerpse jezuïet Daniel Seghers (1590-1661) alleraardigst gepenseeld omheen een portret van Maria met Kind van de hand van Cornelis Schut. Maar dit Marienbeeldt met eenen Roosencrans daaromme (ca. 1640-1650) blijft in de eerste plaats een religieus schilderij. ‘Schilderijen werden in Rockox’ tijd vooral aangekocht voor religieuze, sociale en politieke doeleinden’, noteert Hildegard Van de Velde, conservator van het museum Rockoxhuis. Bloemstillevens kregen een mooi plaatsje, in de marge dan.

Hoezo dan, Power Flower? De term klopt als het gaat over de macht die echte bloemen hadden over mensen. Dus over de windhandel in tulpen in de jaren 1630, toen ‘onbestaande tulpenbollen werden aangekocht door mensen zonder geld’ en één exclusieve tulpenbol even duur kon zijn als een altaarstuk van Rubens, zo leert Nico Van Hout.

Geen wonder dat het wemelt van tulpen in de bloemstukken uit de Nederlanden. De ‘Hollandse’ nationale bloem was in 1593 via Turkije ingevoerd uit het oude Perzië. Sultans droegen hem als statussymbool op hun tulband (tulipa). Als makkelijk te muteren bloem bestond hij in eindeloze variaties en kleuren, een feest voor schilders: vuurtulpen en spitse tulpen in de ruikers van Osias Beert de Oude; wit, rood en geel gebroken admiraalstulpen bij Casper van den Hoecke, en zowaar een papegaaitulp in een digitaal bewerkt boeket van Bas Meeuws.

Van alle bloemenschilders gebruikte Daniël Seghers wel het onbeschaamdst de power van flowers. Uit zijn boedelregister bleek dat de jezuïet – vrijwillig of in opdracht van zijn orde – zijn virtuoze boeketten als relatiegeschenken weggaf aan bisschoppen en kanseliers, prinsen, hertogen en advocaten, graven en markiezen, kortom aan al wie gezag droeg in de Spaanse Nederlanden.

Als het alleen oogstrelend moet zijn, dan steken de bloemstukken mekaar naar de kroon. Het genre liet in de loop der eeuwen wel een evolutie optekenen. Van vrij statisch, soms zelfs encyclopedisch naar zwierig en licht abstraherend, tot wild en asymmetrisch, in overeenstemming met veranderende stijlopvattingen. Verandering betekent niet noodzakelijk verbetering. Werken van Rachel Ruysch, Jan Davidsz. De Heem en Joannes Fyt worden vanwege hun natuurlijke en subtiele weergave gerekend tot het summum van het genre, in het midden van de 17e eeuw. Tegen het concept achter Bloemen in de vaas (1620) van hun voorgangers Jan Brueghel sr en jr kunnen ze echter niet op. Vader en zoon vulden het hele beeldvlak, van hoog tot laag bezet met een massa bloemen. Natuurlijkheid interesseerde hen minder dan een vuurwerk van kleuren en licht. De oranje keizerskroon steekt erbovenuit. Met zijn altijd neerhangende blaadjes brengt hij de boodschap over dat bescheidenheid de machtigen van deze wereld siert.

Big Bang

Het bloemstilleven, zo verbonden met de traditie, heeft veel van zijn power verloren. Het lijkt voorgoed overgelaten aan de zondagsschilders. Als om het tegendeel te bewijzen presenteert Power Flower enkele fotografische boeketten van de Nederlandse kunstenaar Bas Meeuws. Maar hij doet in wezen niets nieuws met het genre, al gebruikt hij fotoshop om zijn bloemen in hun vaas te schikken. Ook de oude meesters kwamen al op het idee om tulpen, lelies en rozen samen in dezelfde vaas te stoppen, terwijl hun bloeitijd in de natuur niet dezelfde is. Ook Meeuws wil het oog van de kijker om de tuin leiden met gedetailleerd realistische bloemen, bezocht door vlinders en insecten. Enkele laten al hun blaadjes hangen, voor zover ze nog niet afgevallen zijn.

Een zeldzaam overtuigend hedendaags werk, helaas niet in het Rockoxhuis te zien, is het als schilderij vermomde videowerk Big Bang (2006) van Ori Gersht, een kunstenaar geboren in Tel Aviv. Bij een reproductie van een 17e-eeuws bloemstuk van Jan van Huysum – wel present op Power Flower – weerklinkt een doordringende alarmtoon. De meeste kijkers zijn er al voorbij wanneer ze opschrikken van de knal waarmee de bloemen met hun vaas uiteenspatten in een grijze stofwolk. Wat een brandende metafoor voor daden van terreur: het onverwachte, de vermomming, de vermoorde onschuld, in één beeld gegoten. Van Power Flower gesproken.

Tot 28 maart in het Rockoxhuis, Keizerstraat, 12, Antwerpen. Open van dinsdag tot zondag, van 10 tot 17 uur.

DOOR JAN BRAET

Het bloemstilleven, zo verbonden met de traditie, heeft veel van zijn power verloren. Het lijkt voorgoed overgelaten aan de zondagsschilders.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content