De Joegoslavische deelstaat Montenegro dreigt zich af te scheuren. Milo Djukanovic, een jonge leider, staat op tegen de dictatuur van Belgrado.

President Slobodan Milosevic van Servië noemde de Joegoslavische deelstaten Servië en Montenegro ooit ?twee ogen in één gezicht?. Vaak keken die ogen elk een andere kant uit, maar nooit zo erg als nu. De drang van Milosevic om de Federale Republiek Joegoslavië te domineren zet het bestaan op de helling van de nieuwe staat (1992), die ontstond na de afscheiding van Slovenië, Kroatië, Bosnië en Macedonië.

De Montenegrijnen en hun leiders zijn verdeeld in aanhangers en verbeten tegenstanders van Milosevic. De opposanten lijken in de meerderheid, maar Milosevic is geen man van compromissen en zal Montenegro weer onder zijn gezag trachten te dwingen. Gelukt dat niet, dan is hij politiek afgeschreven. Zelfs het feit dat hij in juni president van Joegoslavië wordt, sorteert dan geen effect meer. Er blijft dan alleen een internationaal geïsoleerde politicus over, zonder echte macht in eigen land.

De moeilijkheden tussen Servië en Montenegro begonnen in de herfst van 1991. Het leger van (ex-)Joegoslavië voerde, de facto onder het bevel van Milosevic, oorlog in Kroatië. Eenheden met een meerderheid van Montenegrijnse soldaten, werden naar de zuidelijke frontlijn gestuurd. Toen het plunderen er omsloeg in massale slachtingen, verloor het Montenegrijnse publiek zijn enthousiasme over de ?rechtvaardige oorlog?. De Montenegrijnse president Momir Bulatovic werd bij zijn rondreis in de Verenigde Staten in de zomer van 1991 beschouwd ?als een barbaar? wegens het bombardement van Dubrovnik, een stad met een groot cultureel erfgoed. De veroordeling van de oorlog tegen Kroatië maakte indruk op hem. Op de vredesconferentie van Den Haag steunde de jonge Bulatovic (nu 42) tegen Milosevic in het plan van Lord Peter Carrington om de vijandelijkheden te beëindigen.

Bulatovic vond vrede belangrijker dan Milosevic’ imperialistische obsessie. Maar bij zijn terugkeer uit Den Haag kreeg hij alle staatsmedia over zich heen. Hij werd ervan beschuldigd een verrader te zijn die Milosevic en Servië een dolk in rug had geplant. En hij draaide bij.

DE KEUZE VAN WASHINGTON

De Montenegrijnse premier Milo Djukanovic (36) stuurde dan aan op een conflict met de baas in Belgrado. Hij kleineerde publiekelijk Joeslavisch Links (JUL), de partij van Milosevic’ vrouw. En die noemde hem daarop in een krantenartikel een misdadiger, die in de gevangenis thuishoorde. Djukanovic bleef evenwel JUL aanvallen en ondoorzichtig zaken doen. Zaken die winstgevend waren voor hem en de staatsbegroting. In Montenegro werd gefluisterd dat de pensioenen werden betaald met de winst uit de door hem gecontroleerde smokkel (?heruitvoer?) van sigaretten.

Na het sluiten van het vredesverdrag van Dayton (1995) onderhield Djukanovic goede contacten met de Amerikaanse regering. Hij wierp zich op als een partner die aan de voorwaarden van het verdrag wou helpen voldoen. Toen hij inzag dat Milosevic niet bereid was de weg te bewandelen die Servië en Montenegro uit hun economisch en diplomatiek isolement zou halen, maakte hij het Westen diets dat de formele band tussen Montenegro en Servië weinig voorstelde.

Begin maart 1997 wees Djukanovic in een interview op de verschillen tussen de politiek van Milosevic en zijn visie op de ontwikkeling van Montenegro. ?Het zou verkeerd zijn mocht Milosevic, de man van het verleden, een politieke functie blijven behouden.? Milosevic riep daarop president Bulatovic, een goede vriend van Djukanovic, op tot actie.

Bulatovic zette Djukanovic af als vice-voorzitter van de regerende Democratische Partij van Socialisten. Vervolgens wou hij twee ministers aanhangers van de premier vervangen en verzocht hij om de afzetting van het hoofd van de geheime politie, de troefkaart van Djukanovic. Maar in een besloten topvergadering van de partij, vroeg de Montenegrijnse binnenlandminister het hoofd van de geheime politie of Bulatovic feiten kon aandragen die het ontslag van de politiechef rechtvaardigden. Bulatovic riposteerde dat een president ?recht heeft op persoonlijke smaak.? De binnenlandminister gaf schijnbaar toe, maar Djukanovic en zijn aanhang bleken niet zo makkelijk klein te krijgen.

De sympathie voor Bulatovic smolt weg naarmate politici en burgers inzagen dat hij slechts een stroman was van de dictator in Belgrado. Djukanovic werd steeds nadrukkelijker het symbool van een onafhankelijk, welvarend Montenegro.

De zaken liepen uit de hand toen Bulatovic dreigde het strafblad van Djukanovic bekend te maken. Djukanovic sloeg terug. Hij zou wel eens een dossier over de oorlogsdaden van Bulatovic kunnen bezorgen aan het Joegoslavië-Tribunaal. Ondertussen bleef Djukanovic premier en bezocht hij Slovakije om er een zakencontract te sluiten. Prompt volgde een aanval uit Servië. Servische ondernemingen zouden betere voorwaarden hebben geboden. Toen Djukanovic in Griekenland twee leningen van drie miljard frank loskreeg, bracht Milosevic een privé-bezoek aan Athene om te proberen het geld te blokkeren. Te laat : de Griekse banken hadden garanties gekregen van de Amerikaanse regering. Milosevic wist meteen wie Washington steunt in zijn aanvaring met Montenegro.

De ontknoping van het conflict wordt in mei verwacht, als het Montenegrijnse parlement er zich over uitspreekt. Djukanovic zal zegevierend naar voren treden, de vraag is alleen hoe hoog hij scoort. Zo’n nieuwe nederlaag zou dus van Milosevic een politiek lijk maken. De Serviërs en zeker de Montenegrijnen houden echter hun hart vast voor wat hij nog verzint om zijn carrière te rekken.

Branislav Milosevic

Premier Djukanovic van Montenegro : een deelstaat met een half miljoen inwoners en groot toeristisch potentieel.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content