Chrétien Breukers

CHRéTIEN BREUKERS IS DICHTER EN HOOFDREDACTEUR VAN DE POëZIEBLOG DECONTRABAS (WWW.DECONTRABAS.COM)Ilja Leonard Pfeijffer sprak tijdens Het Groot Beschrijf 2004 een banvloek uit over de Vlaamse poëzie. ‘De Nederlandse poëzie van dit moment is oneindig veel rijker, gevarieerder, vitaler en spannender dan de Vlaamse, die als een vermoeide oude man bevend in zijn fauteuil voor zich uit zit te mummelen. (…) Een vergelijking met de Nederlandse poëzie leert wat de Vlaamse poëzie van dit moment node ontbeert. Zij mist grandeur, lef, lol en avontuur.’

Uit diverse hoeken (Jos Joosten in De Standaard, Xavier Roelens en Maarten de Pourcq in het voorwoord van een bloemlezing) kreeg Pfeijffer de door hemzelf geworpen steen terug naar zijn hoofd geworpen.

Ondertussen ging en gaat de stellige uitlating van Pfeijffer niet op. De lijst publicerende Vlaamse dichters die werk leveren dat zeker niet onderdoet voor Nederlandse collega’s is onuitputtelijk: van Dirk van Bastelaere tot Reine de Pelseneer en van Stefan Hertmans tot Herlinda Vekemans.

Ik zou, drie jaar later reagerend op Pfeijffers stelligheid, willen zeggen: de Vlaamse poëzie was en is juist even ‘rijk, gevarieerd, vitaal en spannend’ als de Nederlandse; soms zelfs misschien een beetje meer. ‘Grandeur, lef, lol en avontuur’ zijn bovendien begrippen die niets met poëzie te maken hebben. Poëzie wordt gemaakt van taal, niet van woorden die in het holle register van de Hollywoodfilm thuishoren.

Helaas gaat de huidige bloei van de Vlaamse (en Nederlandse) poëzie hand in hand met een probleem dat veelal over het hoofd wordt gezien of wordt weggemoffeld. Dichtbundels worden niet of nauwelijks verkocht. Dat maakt het belang van die publicaties niet kleiner, maar het maakt ze, nu veel uitgeverijen winstcijfers moeten overleggen aan concerns, economisch kwetsbaar. Het gevaar dreigt dat bundels steeds minder voorkomen op de aanbiedingslijsten van uitgevers; uitgeverij Lannoo heeft een paar jaar geleden zelfs alle hedendaagse dichters hun congégegeven.

De Vlaamse poëzie tussen 1945 en 1985 is mede groot geworden door een eindeloze stoet ‘marginalen’, die hun werk in het licht gaven bij een bijna even lange stoet kleine uitgevers. Het lijkt erop dat de dichters binnen nu en twintig jaar terugzinken in die marginaliteit, zonder daarbij terug te kunnen vallen op het elan en het engagement van de vorige generaties. Toen ging het om een strijd op leven en dood (óm het neorealisme of tégen de redactie van Heibel). Nu gaat het… helemaal nergens om, behalve om de begeerde plek bij de ‘grote’ uitgeverij.

Daarom presenteer ik bij deze een plan, op te sturen aan de ministers Bert Anciaux en Ronald Plasterk, tot redding van een heel genre. Het is heel eenvoudig: de excellenties stellen samen op jaarbasis 225.000 euro ter beschikking, te verdelen door een onafhankelijke stichting of instantie. Dat is een bedrag gelijk aan tien jaar de werkbeurs van Leonard Nolens. Niet onoverkomelijk groot dus.

Dat bedrag wordt verdeeld onder uitgevers die een bundel uitgeven: 1500 euro per bundel. Met dat bedrag wordt het grootste verlies opgevangen – winst levert het niet op. Dat maakt een uitgave van 150 bundels per jaar mogelijk, ongeveer 20 meer dan het huidige gemiddelde.

Behalve de liefde van heel dichtend Nederland en Vlaanderen verwerven de ministers daarmee een plek in de eeuwigheid: ze hebben de poëzie voor zover die in boekpublicaties verschijnt, gered. De dichters die zorgen voor de huidige bloei van het genre, kunnen hun oeuvres zonder kopzorgen om hun plek bij een uitgever afmaken. Nieuwe dichters kunnen het toneel betreden. En in de toekomst leveren die dichters, als ze hun symbolische kapitaal gaan verzilveren, veel meer op dan ze hebben gekost (112.500 euro per land per jaar). De auteurs kunnen ondertussen, zoals nu ook het geval is, terecht bij het Nederlandse en het Vlaamse Fonds voor de Letteren als ze een werkbeurs nodig hebben.

Lees het hele, op 2 december 2007 in Sint-Niklaas gepresenteerde plan op www.knack.be.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content