Met zijn nieuwe koningskoppel, Barack Obama en Hillary Clinton, trekt Amerika weer de kar in de wereld.
Waar een wil is, is een weg. De eenvoudigste van alle waarheden geldt ook in de internationale politiek. De nieuwe Amerikaanse regering krijgt in minder dan twee maanden tijd beweging in meer vastgeroeste dossiers dan de ploeg van George W. Bush in de voorbije vier jaar. Terwijl de omstandigheden toch niet meezitten. In Israël kwam bij verkiezingen een rechtse meerderheid uit de bus, die niet van een volwaardige Palestijnse staat naast Israël wil weten. De oorlog met de taliban dreigt ook Pakistan mee te trekken in het Afghaanse moeras.
Minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton benadrukte vorige week opnieuw dat de VS in het Midden-Oosten voorstander blijven van een oplossing met twee staten. Daarmee weet de rechtse Israëlische kandidaat-premier Benjamin Netanyahu hoe de zaken staan. Tegelijk liet ze er geen twijfel over bestaan dat Amerika niet met de islamisten van Hamas aan tafel wil, zolang die het bestaan van Israël niet erkennen en het gebruik van geweld afzweren. Daar wordt ondertussen aan gewerkt. Bondgenoot Egypte doet hard zijn best om de Palestijnse kemphanen, Fatah en Hamas, met elkaar te verzoenen.Fatahpremier Salam Fayyad wil plaats-maken als er een regering van nationale eenheid komt. Als Fatah en Hamas het eens worden, is er geen reden meer om niet met álle Palestijnen te praten.
Het moet Netanyahu op dezelfde manier zorgen baren dat de Amerikanen vastbesloten lijken om Syrië, en misschien zelfs Iran, bij het vredesproces te betrekken. Die twee landen werden door George W. Bush nog op de As van het Kwaad geplaatst. Zeker Syrië wordt steeds minder gezien als een deel van het probleem en steeds meer als een deel van de oplossing. Maar vrede met Syrië betekent voor Israël onvermijdelijk dat het de strategisch belangrijke Golanhoogvlakte moet opgeven, die het sinds de oorlog van 1967 bezet houdt. Dat is weer een toegeving, die Netanyahu moeilijk aan zijn radicale achterban kan uitleggen.
Het is de bedoeling dat er nog deze maand in Nederland onder de vleugels van de Verenigde Naties een conferentie wordt gehouden, waarop de Amerikanen iedereen willen uitnodigen die van ver of van dichtbij bij de oorlog in Afghanistan is betrokken. Op die zogenaamde ‘ big tent meeting’ zou ook Iran welkom zijn. Dat lijdt als buurland zwaar onder de massale productie van drugs in Afghanistan. Het is voor president Obama een manier om te proberen twee vliegen te vangen in één klap. Iedereen op één lijn krijgen tegenover de oorlog en tegelijk een deur openen naar Iran, dat het Westen met zijn kernprogramma de daver op het lijf jaagt. De Amerikaanse president wil ook praten met de ‘gematigde’ taliban. Waarnemers in de regio zijn het er al maanden over eens dat zo’n gesprek de enige manier is om de echte extremisten te isoleren van de rest van de bevolking.
De Palestijnse kwestie. Syrië en Iran. Afghanistan. Er zijn nog geen oplossingen, maar er wordt voorzichtig een pad uitgezet dat naar oplossingen kan leiden. De nieuwe Amerikaanse regering doet waarop de wereld lang heeft gewacht: ze toont leiderschap.
door Hubert van Humbeeck