De Europese Unie vierde haar 50e verjaardag in mineur. Het blijft zoeken naar een nieuwe toekomstvisie. Misschien komt die wel uit onverwachte hoek.

Karl van den Broeck

Vreemd toch dat de zeer interessante hoorzitting in de commissie Cultuur van het Vlaams Parlement van 26 februari aan onze aandacht ontsnapte. Daar kwam Xavier Troussard, het afdelingshoofd van Europese cultuuradministratie, tekst en uitleg geven bij de studie The Economy of Culture in Europe ( Knack, 22/11, ‘Grenzen aan de groei’). Daarin werd voor het eerst de economische impact van kunst en cultuur becijferd. De sector schept 5,8 miljoen banen (3,1 procent van de totale werkgelegenheid) en zorgt voor 2,6 procent van het bruto gemeenschapsproduct. Dat is meer dan de chemie- of de ICT-sector.

De leden van het Vlaams Parlement wisselden van gedachten over dit rapport en over de conclusies die men eruit kan trekken. Ze beaamden de woorden van Ilona Kish, de vertegenwoordigster van het European Forum for Arts and Heritage, het enige multidisciplinaire kunstenplatform in Europa. ‘Dit rapport verschijnt op een ogenblik dat de EU in een soort crisis verkeert. Europa moet zichzelf als het ware heruitvinden en het hart van zijn inwoners heroveren. (…) De EU slaagt er niet in een toekomstmodel uit te tekenen waarin iedereen zich herkent. De Lissabondoelstellingen zijn op dit ogenblik van kapitaal belang. (…) Ik moet er echter op wijzen dat cultuur, kunst en creativiteit helemaal niet voorkomen in de Lissabondoelstellingen.’

Kish vond dat Vlaanderen een voortrekkersrol moet spelen in dit debat. ‘Ik heb de indruk dat Vlaanderen een ongelooflijk dynamische en open houding aanneemt ten aanzien van deze vragen. Vlaanderen als merk is creatief, jong en dynamisch. Het is bovendien heel zichtbaar op internationaal niveau. Ik hoop dat Vlaanderen even dynamisch optreedt op politiek vlak.’

Het is niet de eerste keer dat het Vlaamse cultuurbeleid lof oogst. Het Sociaal-Cultureel Planbureau was twee jaar geleden ook al erg positief in De grens als spiegel. Een vergelijking van het cultuurbeleid in Nederland en Vlaanderen.

Vlaanderen heeft nooit andere troeven gehad dan culturele: dat was zo in de middeleeuwen en de renaissance. Dat is ook anno 2007 zo. Als we competitiviteit alleen definiëren volgens de traditionele begrippen die ook in de Lissabondoelstellingen staan, dan dreigt de catastrofe. Patricia Ceysens (Open VLD) merkte tijdens de hoorzitting (terecht) op dat de Vlaamse economie zich vooral gericht heeft op prijsconcurrentie. ‘De kunst bestaat erin de prijsconcurrentie te verlaten voor een creatieve economie. We mogen ons niet op de hele economie richten zonder vruchtbare pit. In de pit is de culturele economie sterk vertegenwoordigd. Dat biedt de mogelijkheid om de markt zijn werk te laten doen. Volgens mij is Vlaanderen op dit punt conservatief en is de weg nog lang.’

Een sprekend voorbeeld kwam van Hugo De Greef, secretaris-generaal van de European Festivals Association. ‘Denemarken had ten eerste goede filmmakers. Die filmmakers hebben ten tweede prachtige producten gemaakt. Die filmmakers hebben ten derde een kader gekregen dat toeliet hun producten te vermarkten met respect voor hun kunstenaarschap. Een goed resultaat boeken met een cultureel-industrieel beleid is onmogelijk zonder goed cultuurbeleid.’

Een beter argument om het cultuurbudget nogmaals drastisch te verhogen, is moeilijk denkbaar.

HET VERSLAG VAN DE HOORZITTING VINDT U HIER: http://jsp.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2006-2007/g1115-1.pdf

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content