De verteller en zijn toehoorders : de gepensioneerde landmeter Friedrich Stürenburg uit Hannover brengt een kring van bekenden rond het haardvuur.

Uiteraard namen we niet meer dan een hoek van het terras in beslag. Apotheker Dettmer zat angstig=zalig op de voorste rand van zijn rieten leunstoel en blies in zijn vreselijk dikke Braziliaanse sigaar ; de maan klom juist aan de draad van de rook uit het struikgewas op, en ik kon ongegeneerd de beide ronde, goedige gezichten vergelijken. De gepensioneerde kapitein waar had ik de naam ?Von Dieskau? al eerder in de geschiedenis gehoord ? vulde nog snel twee slivovitsjen in zijn schrale sceptische gezicht. Mevrouw dr. Waring riep voorzichtigheidshalve naar haar nicht : ?Emmeline, haal een paar voiles voor mij, wil je.? (Je wist maar nooit bij de verhalen van Stürenburg ! De kleine smeerde ‘m ook ; maar toch ontwaarde ik haar knoet meer dan eens achter een nieuwsgierig=nabije seringestruik.)

Erelandmeter in ruste Stürenberg streek, nadat hij toegeeflijk had gewacht tot alle bekende manoeuvres van zijn avondlijke kring voorbij waren, met een slangemensachtig behendige pinkbeweging de as van zijn sigaar, monsterde een laatste keer de halfronde coulisse (waarschijnlijk om te controleren of alle TP’s nog op hun voorgeschreven plaatsen stonden), en zuchtte het inleidende, behaaglijke ?Tjaaa?. De kapitein zag er uitermate achterdochtig uit ; Dettmer blies vol overgave in zijn Braziliaanse trompet ; en daar ging hij van start :

?Nou, ik was toen nog een piepjonge mens euh had pas mijn eindexamen achter de rug toen we voor een cursus landmeten naar de Wingst moesten.? (Je kon maar beter de kaart van Hannover kennen, anders was je hier verloren !). ?We maten onder andere twee keer de basis van Braak na met het toestel van Bessel.? (Ik knikte zo overhaast, om vaart in het verhaal te krijgen, dat hij me uit de hoogte ondervroeg ; maar toevallig kende ik de eerbiedwaardige namen van Schuhmacher en Andreae, en hij bromde tevreden=teleurgesteld).

?Er was een kerel in onze groep die je niet echt aantrekkelijk kon noemen, en al helemaal niet elegant. Om eerlijk te zijn, ik mocht hem niet ; maar vanwege zijn onwankelbare flegma werd hij door ons allemaal gerespecteerd : zo zou het nooit in ons zijn opgekomen om hem te pesten vanwege zijn genegenheid voor poëzie. Curieus genoeg was hij al een keer of twee aan opmerkelijk doodsgevaar ontsnapt : een hoge koorts. En een paar dagen daarvoor was hij schier in de moeren van Oste verzonken, als twee andere cursisten hem niet te hulp waren gesneld.? (Hier bromde de kapitein smalend en mekkerde, van top tot teen soldateske arrogantie).

?Opvallend was dat hij ’s avonds nooit aan onze vermakelijkheden deelnam we speelden veel schaak ; of amuseerden ons met het berekenen van de dromtestralen op de oppvervlakte van Mars ; zonder mankeren verzekerde hij ons altijd weer dat hij dringend ?brieven moest schrijven? : terwijl we perfect wisten dat hij zo goed als geen post ontving ! Nou ja, daar lachten we dus mee, en lieten hem gerust met zijn kuren ; bovendien leek hij die brieven zo ernstig te nemen, dat we er hem niet om durfden te sollen.?

Een windstoot waaide uit de weidse vlakte van het meer op ons af, en blies een knecht naar binnen die stamelend meldde dat het oppervlak 37/3 had bereikt. ?37/3 ?? herhaalde Stürenburg giftig : ?Die lui zijn dus niet eens in staat om 8 dagen na elkaar hetzelfde niveau te handhaven ! Euh is goed, Hagemann.?

?Op een avond waren we aan het dobbelen niet om geld, mijn beste kapitein : neenee ! enkel en alleen om proefondervindelijk de theorema’s van de waarschijnlijkheidsrekening te verifiëren. Hij kwam binnen, en wond zich vreselijk op, terwijl wij door elkaar bleven dobbelen en kletsen : er kwam geen verstandig woord boven het geklepper uit, o god, riep hij uit, en ging nogal slecht gehumeurd weer weg. Om een of andere reden voelde ik me bijzonder getroffen ; ging achter hem aan, en haalde hem in het trappenhuis in. Ik stak mijn hand van boven naar onderen naar hem uit, en vroeg ?Komaan, Broesicke, we gaan toch niet als vijanden uit elkaar ?? Hij drukte kort mijn hand en zei hij was de oudste goedhartig : ?Nee hoor, landmetertje ; we zijn dol op elkaar : tot morgen !?

?De volgende dag kregen we de opdracht om de gemeentegrenzen na te meten, waarvoor we ver uit elkaar in de streek werden verspreid. Hij moest helemaal naar het uiteinde, ver achter Lamstedt, en werd door een boer, die vermoedelijk met grensstenen had geknoeid, met een knuppel doodgeslagen.?

(De apotheker verleende zijn ronde gezicht een ontroerde uitdrukking, en vouwde vroom zijn dikke handen : ach !).

?Nu lag hij daar, voor ons, met ingeslagen slapen. Zijn papieren werden gezamenlijk door ons doorgekeken ; en toen ontdekten we ook wat hij in zijn raadselachtige briefwisseling had opgetekend : brieven aan zijn twee beste vrienden in de leergang. Maar vele jaren op voorhand, jaren die hij niet meer zou meemaken. Zijn vrienden en hijzelf waren al lang gepensioneerd ; en leefden op hun landgoed, gelukkig getrouwd en ombloeid door kinderen die ook al volwassen waren. Ze nodigden elkaar wederzijds uit op vrolijke etentjes, waarbij ze herinneringen ophaalden aan hun studiejaren die opflikkerden als een lastige, maar toch ook leuke tijd zo mooi, voor wie er bij was geweest ! Tja. De poëzie is toch ook zoals de geodesie een alomtegenwoordig wezen !?

?Ja, en wat is er met de boer gebeurd ? !? kraakte de kapitein ontevreden. ?De boer ? mompelde Stürenburg. Stilte. Uit de richting van het Dümmermeer zuchtte een frêle wind. De sigaren gloeiden link. De zomer zou niet lang meer uitblijven.

?De boer ? : nee, niet de doodstraf. Toentertijd moesten de rechters nog persoonlijk de executie bijwonen, en daar schrokken ze erg voor terug. Hij kreeg tuchthuis, levenslang. En voorzover ik weet ? hij breidde verontschuldigend zijn handen uit, ?zit hij daar nog. Tjaaa.?

Emmeline arriveerde precies na het eind van het verhaal ; en voor vandaag namen we afscheid van elkaar. (In : Hannoversche Presse, 9 juni 1956.)

Arno Schmidt

Vertaling : Jan H. Mysjkin.In : “Trommler beim Zaren”. Veröffentlicht im S. Fischer Verlag, Frankfurt am Main, Rechtsnachfolger des Stahlberg Verlags und des Goverts Krüger Stahlberg-Verlags, September 1985. Copyright 1966 Stahlberg Verlag GmbH, Karlsruhe.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content