Renaat Landuyt pleit voor een Vlaamse minister van Justitie. De vraag is: waarom?

Het pleidooi van Renaat Landuyt (SP.A) voor een Vlaamse minister van Justitie was even verrassend als onverwacht: plots moesten er Vlaamse kamers in de rechtbanken komen, plus een Vlaams parket. De blauwdruk in Landuyts boek Een Vlaams gerecht zou niet leiden tot een totale regionalisering van justitie, wel tot een scherper vervolgingsbeleid: bijvoorbeeld inbreuken op de Vlaamse milieuwetgeving zouden niet zomaar geseponeerd worden. Minister van Justitie Laurette Onkelinx (PS), maar ook enkele justitiespecialisten van de oppositie noemden het voorstel overbodig, plat electoraal, zelfs contraproductief. Enkel Tony Van Parys (CD&V) knikte driftig mee met Landuyt: voor de gewezen minister van Justitie moet zo’n Vlaamse minister niet alleen over Vlaamse decreten gaan, maar ook over de organisatie van de politie, de rechtbanken en het gevangeniswezen. Met andere woorden: een volledige splitsing van justitie was aan de orde.

In de hele discussie stelde evenwel niemand zich de meest voor de hand liggende vraag: worden de decreten (het gaat vooral over milieu- en bouwovertredingen) in de federale politierechtbanken en rechtbanken van eerste aanleg dan niet streng genoeg nageleefd? De Vlaamse Confederatie voor de Bouw, een van de rechtstreekse belanghebbenden, antwoordt alvast met een heftig neen. Volgens directeur-generaal Marc Dillen beoordelen rechters milieuovertredingen juist vaak strenger, ‘omdat ze een voorbeeld willen stellen’. Ook de rechters zelf wassen hun handen in onschuld. Jan Geysen, voorzitter van de vereniging die alle rechters in eerste aanleg groepeert, gelooft niet in een achterstand, noch in een vertraging van de rechtspraak. ‘Elk arrondissement heeft recht op gespecialiseerde magistraten, en op Brussel na zijn alle vacatures ingevuld. Bijgevolg krijgen álle materies de nodige aandacht, federaal of niet.’ Of hij dan kan bevestigen dat er géén vertraging op de Vlaams geïnspireerde rechtspraak zit? Of hij kan verzekeren dat milieuzaken niet al te vaak geseponeerd zouden worden, zoals Landuyt beweert? Neen, daar hebben de rechters geen cijfers over. Enkel een bedenking: ‘Decreten zijn vaak technischer en gedetailleerder dan federale wetten. Hun toepassing vergt bijgevolg een betere vorming, méér tijd en een langere inloopperiode van de magistraten. Als er na die inloopperiode nog vertraging optreedt, ligt dat vaak aan de advocaten die elk technisch detail van de wetgeving uitpluizen. Niet de rechtbanken zijn de flessenhals, maar de aard van de regels die de gemeenschappen goedkeuren.’

F.D.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content