Jan Braet
Jan Braet Jan Braet is redacteur cultuur bij Knack.

De strategie van de herhaling bij Van Warmerdam, Kinoshita en Boltanski.

De dagen, de goede als de slechte, nemen alle kleuren aan. Ebbe of vloed, de zee bespoelt altijd dezelfde kusten. De kleuren van de dagen zien, het stromen van het water horen : op haar solotentoonstelling in het entr’acte Van Abbemuseum intensiveert Marijke van Warmerdam waarnemingen die in bepaalde omstandigheden mensenlevens kunnen redden. Kijk, het leven is eenvoudig, laat je zenuwen bedaren door een rijk gevarieerde ordening van grote eenkleurige kaarten op de muren ( Good Days, Bad Days), door het rust en gelijkmoedigheid brengende geluid van een continue beweging door het water ( Golf). In de passages tussen de tentoonstellingszalen staat een bries die gelijk door kunst en leven waait. Er is een klimaat geschapen, dat de geest zuivert. Hier wordt het tempo gedrukt ; tegenover het snel-snel-ergens-heen staat het beleven van de tijd als een uitgestrekte woestijn waar de seconden als zandkorrels uitgespreid liggen.

De altijd durende herhaling is een cirkel, die in de film makkelijk te produceren is door middel van een loop, waarbij het einde van een stukje film naadloos aansluit op het begin. Hoe korter het stukje, hoe dwingender de lus. Immers, wanneer het gaat om een opname van een geluksmoment, is het alsof je dat kunt blijven vasthouden door het herhaald te zien. Wanneer het, omgekeerd, aan een pijnpunt raakt, sluit de lus zich bij het kijken almaar nauwer om de hals, waardoor je het meestal niet lang uithoudt. Meestal, want soms zit er eenpoëzie in het lijden die je er aan vast doet kleven, zoals bij het telkens van stok verspringende vogeltje in de vitrinekooi van het Office Manhattan Tower Project in Brussel, een tape van Marie Jose Burki.

De toon die Marijke van Warmerdam nu in het entr’acte Van Abbe gezet heeft, voorspelde veeleer gelukkige momenten. Het is ook bijna zo uitgekomen. Ze legt al zovele jaren 16mm-filmpjes in een loop, dat een verwittigd mens zich herinnert dat hij soms na afloop zat te piekeren. Het geziene beeld betrof onveranderlijk een bijna-niets ervaring een acrobatische sprong, een handstand, een waterstraal over een lichaam, een rondcirkelende fiets, mensen die uit een raam staren. Zeker, het straalde altijd kinderlijke frisheid uit. Maar veroorzaakte het niet ergens ook het licht verontrustende gevoel, in een tijdslus gevangen te zitten, waarbij het gefascineerde kijken overging in dwangmatig staren tot de lust je verging ? En kwam ook niet het verlangen op om de jongen die sprong, het meisje dat op haar handen stond, de man die een douche nam, te bevrijden uit hun dwangarbeid ? Wie stoïcijns doorkeek, bleef ten slotte zitten met een kras in de plaat, een fout in de machinerie.

WITTE STAARTEN

Skytypers (’97), getoond in het Van Abbemuseum, wekt dat menselijke onbehagen niet, omdat er niemand in opgesloten zit. Het beeld is een helder blauw, vibrerend vlak. Dunne doorzichtige wolkenslierten zorgen voor diepte en de zekerheid dat het om de lucht gaat. Vijf vliegtuigjes trekken keurig gerijd naast elkaar voorbij, rookstaarten producerend : ongebroken, dan gebroken witte staarten, ten slotte ongebroken wit-blauwe. Langzaam schuiven ze diagonaal over het beeld, lijnen trekkend in het zwerk, dat in een levend schilderij verandert. De lege hemel als drager van een kunstwerk, waarvan de vluchtigheid opgeheven wordt door de kracht van de herhaling. Tijdens het kijken merk je dat de enorme papieren zak op de vloer ( Big bag, ’97) begint te kraken en te bewegen, alsof er iemand in zit. A Living Sculpture ?

In de tijdslus van Empty House (’97) lijkt niemand gevangen, maar op het door daglicht overstroomde scherm flitsen binnenhuisbeelden. Om beter te kunnen kijken in de lege kamers deels met muren waar de verf afbladdert, deels pas geverfd begeef je je in de straal van de projector, en eer je er erg in hebt ben je zelf de schaduwgestalte die in een leeg huis rondwaart. What am I doing here ?

In de volgende zaal staat min of meer hetzelfde decor, verspreid over twee aansluitende schermen. Tweemaal dezelfde Beer (’97), in de lus, in de val, in het lege huis. Maar op sokken, een beetje beschaafd. Rechts zien we hem in profiel lusteloos met z’n poten de deurlijst aftasten, rechtopstaand. Links staat hij frontaal voor ons, wijdbeens in de deuropening, likkend, draaiend met de voorpoten (broodje smerend).

Meer spektakel belooft het spullenhuisje waar Suchan Kinoshita haar Voorstelling ononderbroken door een Spullenbaas laat animeren. Nader je het huis van de rechterkant, dan kom je eerst in een verduisterd zaaltje waar je op banken plaatsneemt om nu eens niet naar een scherm of een podium maar rechtstreeks door het raam van het huis naar binnen te kijken. Voer voor voyeurs is er anders weinig. Aan een elektrische rail die over de hele omtrek van de zoldering loopt, zijn stangen bevestigd waaraan gordijntjes hangen, ledenpoppen maar ook witte bladen. Op elk ervan staat een woord, dat met de volgende voorbijschuivende woorden een zin kan vormen. In gang gezet door de baas, blijven de spullen rustig voorbij het raam defileren.

Maar om echt te weten wat er op staat, moet je omlopen en aan de andere kant door een deurtje binnengaan. Dat kan een teleurstelling opleveren. Hoewel de spullenbaas druk in de weer leek om uit de beschikbare voorraad nieuwe woorden te halen en in zinsverband te laten rondtoeren, kreeg ze niet veel meer dan de Duitse zin : ?Susi, mag ik je Marianne noemen ?? op de rails. En toen twee jonge bezoekers zelf een elektrisch treintje wilden doen rijden, werden ze door de spullenbaas onzacht van de knoppen verwijderd. Ondertussen verschoven op een tv-toestelletje de namen van verscheidene dagen van mei een beetje van plaats. Misschien moet Suchan Kinoshita wel zelf aanwezig blijven om haar theatermachinerie te bedienen en er de beloofde ?open situatie? mee te creëren ?waarin de tijd en de volgorde van de gebeurtenissen een belangrijke rol spelen.?

KOEKBLIKKEN

Het seriële tonen van objecten is een vast onderdeel van de esthetica van Christian Boltanski (53). Het met de kracht van een obsessie volvoerde verzamelen, archiveren en tonen van portretten van stervelingen, is altijd gericht geweest op de enscenering van hun nagedachtenis. Dat doet Boltanski volgens een streng beheerste maatvoering en met respect voor de oeroude poëtica van de bewaring. Minimale middelen, maximale uitdrukkingskracht. Licht en donker, zwart en wit, bewening en loutering. Een tentoonstelling van de Franse kunstenaar is een met uiterste zorg aangelegde begraafplaats, functionerend volgens de meest onherroepelijke regel van de dood : iedereen gelijk. Slachtoffer of beul, beroemdheid of nitwit.

Met zijn Passie/Passion in de stichting De Pont in Tilburg is het niet anders. In de wolhokken van de voormalige spinnerij schikte hij fragmenten uit z’n ontzaglijke oeuvre tot ensembles die een analogie met de veertien staties van de Kruisweg van Christus vertonen. Waar de hokken normaal vrij uitzicht bieden op de grote expositiehal, zijn ze er nu door een smalle passage en een zestig meter lange wal van roestige koekblikken van afgescheiden. Elk van de dozen draagt het etiketje met de naam van een werknemer uit het vroegere wolbedrijf.

Twaalfhonderd onscherpe fotoprints achter glas vormen een reusachtig fries op de buitenwand van de wolhokken. De meeste portretten, uitvergroot en korrelig, maken een vrij tijdloze indruk. De schaarse tafereeltjes (een feestje van militairen, een dagje aan het strand) lijken zich lang geleden te hebben afgespeeld. Alleen enkele, van bijschriften voorziene, foto’s snijden in het vlees door hun concreetheid : ?25. Walter Gerhard- 10.1.45 sucht seine Eltern? bij voorbeeld. Hij was één van de vele kinderen in het leger van wezen dat na de oorlog en de uitroeiingskampen door Europa doolde.

In welke presentatievorm dan ook, een werk van Boltanski vindt zijn uiterste bestaansreden in de holocaust, de dood als massavernietigingsmachinerie. De herhaling bij Boltanski vormt geen cirkel maar een rij, een eindeloze accumulatie van menselijke sporen. Elk leven is er uit weg en ook het papieren restant is onderhevig aan broosheid en verval. Alleen de vermenigvuldigingswoede, besloten in het radicale gebaar van herhaling, houdt het geheugen in stand.

De staties van Boltanski’s Passie hadden een bedevaartsweg kunnen zijn, haltes op een witte optocht, indien de kunstenaar de waarborg had gegeven, alleen onschuldigen in zijn heiligdom op te nemen. Het weglaten van het verschil tussen goed en kwaad komt neer op het opgeven van de morele barrière waarachter de levenden zich verschuilen om zich een goed geweten te verschaffen omtrent hun oordelen over anderen.

Een benadering van de verschillende staties, evenzoveel schrijntjes eigenlijk, leert nochtans dat de kunstenaar soms de condities schept waarin identificatie, vertedering en bewening aangemoedigd worden. Bij voorbeeld wanneer hij een bloementapijt aanlegt bij een box met de foto van een opgebaard kind in een open kistje. Het valt de kijker sowieso moeilijk om in een zo fijngevoelige enscenering van een rouwkapel, gevoelens van agressie tegenover mogelijke plegers van geweld te laten opkomen. Hij is geneigd om een persoonlijke keuze te maken uit de gezichten, de blikken die hij zijn rouw waardig zal achten.

Zo wordt hij door Boltanski waarschijnlijk met opzet gedwongen tot een reflectie over het psychische mechanisme waarmee hij mensen op het gezicht beoordeelt. In de alomtegenwoordige beeldcultuur is dit een alledaagse praktijk, waarbij de consument aan allerlei manipulaties blootstaat. Dit aspect van Boltanski’s installatie wordt versterkt door zijn initiatief om in plaats van een catalogus een krantje te maken met allemaal sterk uitvergrote blikken. Het werd op honderdduizend exemplaren huis aan huis in de stad verdeeld. Dat is de herhaling als didactisch middel.

Jan Braet

Marijke van Warmerdam, Van Abbemuseum tijdelijk adres Vonderweg 1, Eindhoven. T/m 13 april. Gratis rondleidingen op za.12 en zo.13 april telkens om 15 u.Christian Boltanski, Stichting De Pont, Wilhelminapark 1, Tilburg. T/m.13 april.

Marijke van Warmerdam, Skytypers, 16 mm film, 1997 : vibrerend vlak.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content