Zondag heeft in Servië de eerste ronde van de presidentsverkiezingen plaats. Wint extreem-rechts? En, wiens schuld is dat?
Tomislav Nikolic is vooralsnog een onbekende. Ja, ooit was hij directeur van een gemeentelijke begraafplaats, maar voor de rest is de extreem-rechtse kandidaat voor het Servische presidentschap een onbeschreven blad. Nikolic stond totnogtoe steeds in de schaduw van de Servische ultranationalist Vojislav Seselj. Verwonderlijk is dat niet. Seselj, een voormalige academicus, hield zich tijdens de Joegoslavische burgeroorlog bezig met de rekrutering van volksgenoten voor paramilitaire expedities in wat hij ‘Groot-Servisch gebied’ achtte. Vorig jaar meldde hij zich – vrijwillig – in Den Haag, waar het Joegoslaviëtribunaal hem wil berechten voor oorlogsmisdaden.
De voornaamste tegenstander van Nikolic in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen lijkt voorlopig Boris Tadic, van de liberale en pro-westerse DS. De derde kandidaat, Dragan Marsicanin, die de regeringscoalitie van de conservatieve premier Vojislav Kostunica vertegenwoordigt, hinkt al wat achterop in de peilingen. Nochtans is Marsicanin de enige die Servië voor een uiterst vervelende cohabitation, vervroegde parlementsverkiezingen en een heleboel politieke instabiliteit, kan behoeden.
De populariteit van Nikolic komt echter niet uit de lucht gevallen. Zijn radicale taal spreekt veel gedesillusioneerde Serviërs aan, die nu al voor de vierde keer een president proberen te kiezen. De vorige drie verkiezingen werden ongeldig verklaard omdat minder dan 50 procent van de kiezers, het toen nog vereiste minimum, was komen opdagen.
De Servische politiek wordt bovendien verlamd door de chronische vitterij tussen de democratische politici. ‘Maar ook de manier waarop de rest van de wereld Servië behandelt, heeft de radicalen al veel kiezers bezorgd’, stipt Balkankenner Raymond Detrez (UG) aan. ‘Onder meer de Europese Unie heeft Servië altijd als dé boeman in het Joegoslavische conflict afgeschilderd. Dat mag dan grotendeels terecht geweest zijn, het voortdurende vermanende vingertje heeft totnogtoe vooral een contraproductief effect gehad. Er heerst nu een scherpe anti-Europese stemming onder de gewone Serviërs, en doordat de Unie openlijk haar afkeuring heeft laten blijken voor de Servische radicalen, heeft ze die nog populairder gemaakt.’
Afwachten wat het zondag wordt dus. Dé onvoorspelbare factor is alvast Milorad ‘Legija’ Lukovic, de hoofdverdachte van de moord op ex-premier Zoran Djindjic. De topcrimineel meldde zich onlangs spontaan bij de politie en sommigen voorspellen dat zijn getuigenis, drie dagen voor de verkiezingen, enkele politici van Djindjic’ eigen DS flink in verlegenheid zal brengen.
Regeringskandidaat Marsicanin zou daar alvast niet slecht bij varen. Bij de DS roepen ze dan ook overtuigd dat Legija een deal heeft gesloten met premier Kostunica. Wat die natuurlijk krachtig ontkent. Ene Tomislav Nikolic lacht intussen in zijn vuistje.
G.M.