Het onderscheid tussen stad en natuur is volslagen artificieel.
Het is tegenwoordig bon ton om een onderscheid te maken tussen stad en natuur. Er zijn stadsmensen en natuurmensen. In het weekend zoeken veel stadsmensen de rust van de natuur op. Als het goed weer is, willen ze op het platteland gaan barbecuen met kennissen, ongetwijfeld een relict van onze prehistorie, toen wij in kleine groepjes over de savanne zwierven en ’s avonds een stuk vlees en wat bessen roosterden boven een vuurtje.
De stad is iets recents, iets van de laatste seconden uit onze evolutionaire tijdschaal. Iets waar wij misschien nog niet helemaal mentaal (en sociaal) aan zijn aangepast. Er zijn veel meer mensen ziek en eenzaam in een stad dan in een dorp of een andere kleine gemeenschap. Een stad was gemakkelijk voor wie de groeiende mensenmaatschappij wilde organiseren en naar zijn hand zetten. Maar een stad was (en is) voor relatief weinig mensen het verwachte eldorado.
Het blijft echter vreemd dat wij bijvoorbeeld termietenheuvels als onderdeel van de natuur, de savanne, beschouwen, en steden als iets dat er los van staat. Is dat omdat de heuvels niet door mensen zijn gemaakt en de steden wel? Een nogal absurde redenering. Het is even vreemd dat er bijna automatisch een onderscheid wordt gemaakt tussen mensen en andere dieren.
Een termietenheuvel is een, naar de maatstaven van zijn enkele millimeters lange bouwers, gigantische constructie van soms wel tien meter hoog. Een enorm bouwwerk van een soort cement dat een maatschappij met miljoenen leden huist, en dat ook ander leven draagt: microben, schimmels, kevers, het termietenequivalent van onze stadsnatuur.
Maar wij beschouwen de bouwwerken van een andere dan de eigen soort als deel van de natuur, en onze constructies als iets speciaals. Dat wijst op een zekere arrogantie, een gevoel dat wij niet tot die natuur zouden behoren, dat wij onze eigen wereld maken, naar eigen smaak en aanvoelen, terwijl wij in feite natuurlijk niet meer zijn dan een kleine schakel in het eindeloze, blinde proces van de evolutie, terwijl we misschien zelfs beschouwd zouden kunnen worden als een biotoop voor een florerende gemeenschap van schimmels en microben – ons lichaam als hún equivalent van de termietenheuvel.
Er is maar één essentieel verschil tussen termietenheuvels en steden: de eerste gaan (waarschijnlijk) al honderden miljoenen jaren mee, de laatste slechts enkele duizenden. Dat inzicht zou tot bescheidenheid moeten nopen.
Dirk Draulans
Een stad was voor relatief weinig mensen het verwachte eldorado.