Nee, JONATHAN HOLSLAG heeft geen schadenfreude vanwege het Volkswagen-schandaal, ‘maar het is goed dat onze oosterburen even met de beide voeten op de grond worden gezet’.
Enkele jaren geleden zat ik in München in de luchthaven toevallig naast een politiek zwaargewicht, zwaargewicht ook in de letterlijke zin van het woord. We waren allebei op weg naar Peking. ‘Ziet u,’ zei hij, ‘Europa is een beetje klein geworden voor Duitsland. Wij moeten ons meten met de reuzen, met China, met India en met de VS.’ Nu had hij het natuurlijk vooral over de Duitse economische macht, maar het was zeker niet de eerste conversatie waarin een Duits politicus zijn land bejubelde alsof het een Europese lidstaat buiten categorie was. De nuchterheid van bondskanselier Angela Merkel ten spijt: het Duitse succes was een deel van de elite duidelijk naar het hoofd gestegen.
Toch kwamen er al vóór het Volkswagen-schandaal barsten in het succes. De Duitse productiviteit steeg sinds Merkels aantreden nauwelijks meer dan de Franse. De Europese Commissie benadrukt al enkele jaren dat Duitsland er onvoldoende in slaagt om naast traditionele sterkhouders zoals de automobielindustrie nieuwe sectoren te ontwikkelen. Ook de geroemde kmo’s laten het steeds meer afweten in hun rol als aanjagers van innovatie en groei.
En dan komen de problemen. De chemische sector is nauwelijks gegroeid. Hetzelfde geldt voor de machinebouw, waar vooral de Aziatische groeilanden terrein hebben afgesnoept. Een aantal Duitse bedrijven probeerde dat op te vangen door in te zetten op het onderhoud van machines, maar dat blijkt onvoldoende. Met het Volkswagen-schandaal krijgt nu dus ook de automobielsector een dreun. Voor een stuk is dat het gevolg van de grenzeloze ambitie van VW om in het buitenland marktaandeel te veroveren. Het typeert ook de blijvende afhankelijkheid van export. Het aandeel van de consumptie door gezinnen in de economie is blijven dalen, terwijl het aandeel van het handelsoverschot jaar na jaar nieuwe records brak.
Nu kijken we allerminst aan tegen een instorting, maar het is goed dat onze oosterburen even met de beide voeten op de grond worden gezet. Het Duitse exportmodel, deels nog steeds het resultaat van de hervormingen van kanselier Gerhard Schröder in 2003, was erg belangrijk om de hereniging van Oost en West te bespoedigen. Maar Duitsland zal nu moeten inzetten op een sterkere binnenlandse markt. Die correctie wordt minstens even belangrijk voor het overleven van de eurozone als de hervormingen in de zuidelijke lidstaten. De Duitse handelsoverschotten zijn ondragelijk voor andere lidstaten, België inbegrepen, en zullen de politieke spanningen verder doen oplopen.
De correctie van dat model wordt de grootste uitdaging voor Merkel als ze een vierde ambtstermijn wil binnenhalen in 2017. Ze zal in eerste instantie opnieuw de rangen binnen haar eigen CDU/CSU-fractie moeten sluiten. Die fractie staat in een zeer onbehaaglijke spreidstand. Aan de ene kant is er de pragmatische strekking van Merkel zelf, die geneigd is in te zetten op een verhoging van de binnenlandse koopkracht en op zoeken naar compromissen in Europa. Aan de andere kant zijn er de orthodoxen met Wolfgang Schäuble voorop, die blijven pleiten voor soberheid, investeringen in plaats van consumptie, en een harde opstelling in Europese onderhandelingen. Die vleugel voelt zich gesterkt omdat Merkel tegen de zin van veel landgenoten een uitgestoken hand rijkte naar de vluchtelingen uit Syrië.
Wat moet gebeuren, is duidelijk en verscheidene adviseurs van Merkel hebben de laatste maanden de aanzet al gegeven. De lonen moeten sneller omhoog, zodat de binnenlandse markt aantrekt. De infrastructuur in het onderwijs en in de zorg moet erop vooruit. De afhankelijkheid van een aantal grote industriële kampioenen moet aan banden worden gelegd, want de overcapaciteit die zij zowel in Duitsland als in Azië tot stand hebben gebracht kan op termijn nog meer problemen veroorzaken. Kleine ondernemingen en vooral jonge ondernemers moeten ondersteund worden. Duitsland zou zich ook eindelijk achter een sterker Europees handelsbeleid moeten scharen, zodat die ondernemingen echt een kans krijgen. En vooral: Merkel zou zichzelf het best meer overbodig beginnen te maken, en ervoor zorgen dat een nieuwe generatie politici met nieuwe ideeën wordt voorbereid om de fakkel over te nemen.
Angela Merkel moet zichzelf stilaan overbodig maken en een nieuwe generatie voorbereiden.