DOOR FRANS VERLEYEN

Enkele ouders van verdwenen of vermoorde kinderen liggen met elkaar in ruzie over geldzaken. Toch blijft onder de bevolking het ?witte gevoel? breed verspreid. Dat valt af te lezen uit het succes waarmee de Krant van dezelfde kleur aan de man werd gebracht. De Nederlandse versie was een schabouwelijke vertaling van het Franse origineel, maar dat mocht niet hinderen. Het witte project baadt nu eenmaal in een sfeer van nieuw-Belgische eendracht, vergelijkbaar met de rouw om Boudewijn of de nationale sympathie voor de Renaultarbeiders.

Een bepaald soort ?unitair? establishment doet zich discreet tegoed aan het kinderdrama waarin het land nochtans zijn eer verspeelde. Tegen die zachte politieke recuperatie worden opvallend weinig bezwaren gehoord. In Vlaanderen is overigens een toenemende waardering voor een verder moeilijk te omschrijven ?Belgische ambiance? aan het ontstaan. Vooral intellectuelen die een eindje na de oorlog geboren zijn, in vele talen lezend en reizend, hebben weinig of geen belangstelling voor de kwaliteiten en gebreken van de prille Vlaamse politieke instellingen en voor de ?identiteit? van wie in Vlaanderen geboren en getogen is.

Ze raden het debat daarover zelfs af of koesteren er een lichte afkeer voor. Luc Van den Brande en collega’s ondernemen pogingen om ons ?zelfbewustzijn? en imago in het buitenland aan te wakkeren. Die inspanning wordt vaak geringschattend bekeken. Dat is onder meer te wijten aan het onplezierige ideeëngoed van het Vlaams Blok. Velen vrezen dat elke deelname aan het identiteitsdebat automatisch in die verdachte richting opschuift. Voor de jongere burgers is het Vlaamse emancipatieproject dan weer een schimmig verhaal uit het verleden. Het sluit niet meer aan bij een nu overal heersend postmodernistisch wereldbeeld, een ?losse, gefragmenteerde verzameling van culturele expressies? die geen uitstaans meer willen hebben met grote theoretische stromingen zoals religie, socialisme, liberalisme, humanisme of nationalisme.

Dat laatste komt uit een interessant essay van professor Ludo Abicht : De herinnering is een vorm van hoop, uitgegeven door het VU-weekblad Wij. Dat lag niet voor de hand. Abicht is een geleerd mens, met diepe geestelijke wortels in het jodendom, die links en antikapitalistisch denkt. Voor hij bij enkele Antwerpse hogescholen ging werken, doceerde hij literatuur en filosofie in de VS (Berkeley) en Canada. En om het kort te zeggen : als socialist en wereldburger pleit hij met vele argumenten voor een krachtige Vlaamse identiteit èn een kritische kijk op zowel de politieke als economische ontwikkelingen in Vlaanderen. Dat zou het echte werk van onze intellectuele critici moeten zijn, want zij zijn toch de ?kanarievogeltjes in de maatschappelijk koolmijn.? Zij moeten kwalijke ontwikkelingen tijdig signaleren.

Abicht wil aantonen dat volkeren die opkomen voor hun taal, cultuur en gelijkheid, perfect democratisch optreden. Ze dienen de emancipatie van hun gemeenschap en daar valt niets op aan te merken. Europa zit er trouwens vol van. In Noorwegen heeft bijna elk huis een nationale vlag in de tuin. Heel Griekenland, elke Italiaanse provincie en uiteraard La France bezingen zichzelf onophoudelijk. Toeristen genieten trouwens met volle teugen van die authentieke, volkse (!) identiteit. Ze zullen geen Sevillaanse flamenco’s, Schotse doedelzakken of Portugese fadozangeres willen missen.

Bij ons zou dat vanwege de zich bij voorkeur ?Nederlandstalige Belgen? noemende auteurs dus allemaal niet mogen, vanwege ?rechts? en gevaarlijk nostalgisch. Daarbij valt trouwens op dat de hedendaagse Vlaamse intellectuelen nog geen analyse hebben gemaakt van het Belgische nationalisme dat door de unitaire staat tot diep in de jaren zestig werd gepropageerd via school, kerk, media en de politiek zelf. Net nu we verlost zijn van die kinderachtigheden, begint bijvoorbeeld Brussel weer als een magneet te werken op, zeg maar, de lezers van De Morgen en de bezoekers aan het uitstekend bedachte literaire gebeuren Het groot beschrijf.

Daar is niets op tegen, maar ondertussen vergeten die breeddenkende cultuurmakers dat het sociale, numerieke en politieke gewicht van hun taalgenoten in de hoofdstad afneemt. Dat is niet te wijten aan het noodlot. Vlaams Brussel wordt uitgehold door een niet aflatend gebrek aan hoffelijkheid en fair play tegenover Nederlandstaligen. Secretaresses weten dat wanneer ze een telefoniste aan de lijn krijgen, zieken voelen dat wanneer ze in een kliniek terechtkomen, pendelaars horen dat wanneer ze een metrokaartje kopen.

Misschien omdat ons inheemse BSP-socialisme slechts heel laat en dan nog voorzichtig naar de Vlaamse emancipatiestrijd ging omkijken, voelt ook hedendaags links zich nog altijd onwennig bij het thema. Al bij al komen ze liever op voor de Palestijnen en Mandela of veel derdewereldlanden die een politiek afgetekend zelfbeeld, culturele en economische erkenning nastreven. Hún zoektocht naar een eigen identiteit vindt bij onze progressieven niets dan bijval, omdat hij moeiteloos en terecht onder het hoofdstuk ?eerbied voor mensenrechten? kan worden gebracht. Had de Vlaamse Beweging dat destijds ook maar gedaan.

Het probleem ligt blijkbaar bij het begrip ?nationalisme? zelf, dat in Europa en daarbuiten zoveel onheil heeft meegebracht. Autoritaire leidersfiguren kunnen het makkelijk doen uitwaaieren tot geweld, etnische zuiveringen en terrorisme. Ook Hitler gebruikte het in zijn nazi-ideologie. Men zou het woord dan ook kunnen veranderen in ?nationaal zelfrespect? of even zachtmoedige varianten daarop. Er valt echter meer te zeggen om ons inzicht in wat democratische en verdraagzame nationale identiteit kan en moet zijn, te verdiepen.

EEN KOEK VAN BLADERDEEG

Aan het slot van zijn boek citeert Ludo Abicht de historica Anne Morelli. Die beschrijft identiteit als bladerdeeg, waarvan elke laag zijn belang heeft. En er zijn er veel : culturele afkomst, opleiding, liefde voor eigen streek of stad, moedertaal, politiek burgerschap, Europees besef en ga zo maar door. Al die lagen, of concentrische cirkels, maken van iedereen de mens die hij is en wat hij voor de buitenwereld betekent.

Met een door velen gedeelde identiteit, en noem dat maar een volk, bouw je musea, havens, stembuskisten, universiteiten alles waar niets op aan te merken valt. En je sticht er ondernemingen mee, voor de algemene welvaart.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content