In het artikel ‘Welzijn is een luxe’ (Knack nr. 34) staan interessante dingen, maar ook een aantal onjuistheden en onzorgvuldigheden. Zo was België niet het eerste land dat wetten op dierenwelzijn stemde. De eerste Belgische dierenwelzijnswet dateert van 1929. De eerste bescheiden dierenbeschermingswetten tegen een aantal wreedheden zoals honden- en berengevechten kwamen in Groot-Brittannië tot stand in 1824. Frankrijk volgde met de wet-Grammont in 1850. Verder is het niet minister Demotte die de invoer van zeehondenbont enkele maanden geleden verbood, maar wel toenmalig federaal minister van Economie, Fientje Moerman. Bonthandelaar Parmentier beweert dat de pelsdierkwekers zich ‘strikt aan de strenge regels aangaande dierenwelzijn’ houden. Noch in ons land noch op Europees niveau bestaan echter specifieke wetten omtrent het welzijn van pelsdieren die gebruikt worden voor bont. Alleen de dodingmethode is vastgelegd. De Belgische dierenwelzijnswet, allesbehalve een radicale tekst, verbiedt al sinds 1995 het weggeven van dieren als prijs op kermissen, zoals een Brits wetsvoorstel beoogt.

We lezen niets over echt vooruitstrevende, niet eens revolutionaire, structurele maatregelen zoals het Britse verbod op pelsdierkwekerijen (van kracht sinds 2003), het Oostenrijkse verbod op wilde dieren in circussen en het verbod op termijn van ‘veredelde’ batterijkooien voor legkippen, de zogenaamde ‘verrijkte’ kooien. 98 procent van de mensen zegt dat dieren gerespecteerd moeten worden, zelfs wie dieren manifest mishandelt, zegt dat. Een soort politiek correct denken, dat helaas vaak slechts met de lippen wordt beleden. Als elke vorm van ethische bekommernis waarbij geen gevaar dreigt voor het eigen menselijk leven, getuigt van een luxehouding, kunnen vele, nochtans belangrijke ethische problemen die mensen aangaan, als luxe worden afgedaan.

In het artikel lijkt het alsof de dierlijke productie- en verbruikssectoren weerloze sukkelaars zijn. Maar de economische en politieke macht van hen die dieren zowat alles verbieden wat ze nodig hebben om in welzijn te leven, is immens veel groter dan die van welke dierenrechtenvereniging ook. Daarom blijft de toestand voor de dieren schrijnend ondermaats tot slecht, vergeleken bij de grote wetenschappelijke kennis van hun welzijnsnoden. Het zal er ook niet op verbeteren wanneer dierenleed ten gevolge van structurele mishandelingen systematisch als een banaliteit wordt voorgesteld.

Michel Vandenbosch, voorzitter GAIA

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content