De Amerikaanse vice-president Dick Cheney overleefde zakelijke schandalen, hartaanvallen en meer dan dertig jaar politiek. Zijn geheim: onzichtbaarheid.

Er worden nogal wat grappen verteld over president George W. Bush. Daarin zit één constante: Bush is een domme handpop, en vice-president Dick Cheney is de buikspreker. Dat beeld werd nog maar eens versterkt toen de parlementaire commissie die de gebeurtenissen van 11 september 2001 onderzoekt, de president kwam ondervragen en er meteen de vice-president bij kreeg. Wat zat Cheney daar te doen? Beletten dat Bush stommiteiten vertelde? Hij zat daar omdat hij door zijn leeftijd (63) en zijn meer dan 30 jaar politieke ervaring gezien wordt als de betrouwbare, ervaren gids.

Wanneer George Bush op zijn ranch uitrust, trekt Richard Bruce Cheney de wereld rond om de Amerikaanse politiek te colporteren. En met succes. In de lente van 2002 bracht hij rustig en zonder al te veel moeite een grote coalitie op de been om Afghanistan binnen te vallen op zoek naar Al-Qaeda en Osama Bin Laden. Die coalitie houdt tot vandaag stand.

Dat kunstje wilde hij begin vorig jaar nog eens herhalen voor de oorlog in Irak, maar dat lukte niet. De schuld daarvoor lag wel bij minister van Defensie Donald Rumsfeld. Die gaat er prat op te zeggen wat hij denkt en dus noemde hij Frankrijk en Duitsland, die niet zinnens waren zomaar oorlog te voeren, smalend voorbeelden van ‘ old Europe‘. Heel wat Europese landen voelden zich grondig beledigd en er kwam geen coalitie. Een jaar later had Cheney wel heel wat landen kunnen overtuigen dat Irak wat soldaten waard was. Zeker als het bedrijfsleven daar beter van werd. Dus was hij present op de industrietop in het Zwitserse Davos, waar hij de rijke zakenlieden van de wereld uitlegde wat die terroristen allemaal konden versjteren én hoeveel we qua netwerking van hen konden leren.

En nu is de man net terug van een reis door Azië, waar hij de voordelen van een rakettenschild ging aanprijzen. Met gevaarlijke communisten als China en Noord-Korea in de buurt kun je namelijk niet voorzichtig genoeg zijn. Japan heeft dat al begrepen en is bereid 1 miljard dollar (835 miljoen euro) uit te geven voor zo’n schild dat geladen wordt met Amerikaanse Patriotraketten en wordt bestuurd door Amerikaanse satellieten. Ook Taiwan heeft al een forse bestelling geplaatst. Allemaal dankzij de vriendelijke, betrouwbare Cheney die voor de zoveelste keer politiek en business combineert. Voor zover dat in zijn ogen niet dezelfde dingen zijn.

Vrienden

Cheney begon zijn politieke loopbaan onder president Richard Nixon. Cheney was toen slechts een kleine adviseur bij het ministerie van Economische Zaken, maar trok wel de aandacht door zijn uitermate conservatieve opstelling. In 1974 moest Nixon de baan ruimen. Cheney bleef, en diende opvolger Gerald Ford: hij werd de jongste stafchef van het Witte Huis ooit. Maar de Republikeinen verloren de volgende verkiezingen en Cheney ging terug naar Wyoming, waar hij parlementslid werd. Ondertussen verzamelde hij winstgevende adviseurschappen en leuke zitjes in de raden van bestuur van de olie- en wapenindustrie. Hij klom zelfs op tot voorzitter van Halliburton, een internationale groep van oliedistributeurs.

Maar hij verwaarloosde zijn politieke werk niet. In het Congres zette hij alle Republikeinen aan om te pleiten voor het rakettenschild waar president Ronald Reagan acht jaar van droomde. Dat mislukte, want het Congres weigerde de miljarden vrij te maken. Een mislukking? Zeker, maar Cheney was nergens in beeld gekomen. Alleen insiders wisten dat hij zich het vuur uit de sloffen had gelopen. En dus promoveerde president George Bush sr. de trouwe soldaat uit Wyoming tot minister van Defensie. Cheney voerde zijn eerste oorlogen: operatie ‘Just Cause’ verjoeg dictator Manuel Noriega uit Panama, ‘Desert Storm’ joeg Irak uit Koeweit. Voor die laatste oorlog kreeg Cheney zelfs een medaille van de president. Bosnië, en de etnische schoonmaak daar, vond hij geen Amerikaanse soldaten waard.

Bij geen enkele van die oorlogen trad Cheney zelf op de voorgrond. Persconferenties liet hij over aan de generaals Colin Powell – ondertussen minister van Buitenlandse Zaken – en Norman Schwarzkopf. Iedereen mocht de eer opeisen, Cheney bleef onzichtbaar.

Hij kwam pas weer voor het voetlicht toen Bush jr. onverwacht het Witte Huis ingeteld werd. Vice-president Cheney is sinds dat moment de stille kracht op de achtergrond, de echte sterkhouder in de regering. Ondanks enkele hartaanvallen blijft hij onnoemelijk hard werken.

Met wat hulp van de vrienden, dat wel. De door de Amerikaanse industrie de hemel ingeprezen nieuwe energiepolitiek werd door Cheney uitgetekend in samenspraak met de oliebaronnen en de bazen van energiebedrijf Enron. Toen dat succesbedrijf in 2002 implodeerde, bleek niet alleen dat het de kluit jarenlang had belazerd, maar ook dat verschillende ministers in de regering-Bush op de loonlijst stonden. Het onderzoek loopt.

Ook zou Justitie graag weten hoe al die bedrijven het energiebeleid mee uittekenden. Cheney weigert echter de documenten vrij te geven. En de rechter van het Hooggerechtshof die de boel kan opeisen, is niet alleen een van zijn vrienden, hij mag zich ook verplaatsen met het presidentiële vliegtuig. Geen wet die dat verbiedt.

Democratie

Net zomin als het verboden is bij het beginnen van een oorlog de vrede en heropbouw voor te bereiden. Na de val van Bagdad kreeg een heleboel firma’s die nauwe banden hadden met ministers in de regering-Bush lucratieve contracten toegestopt. Een van die bedrijven was Halliburton, waar Cheney in de jaren tachtig directeur was. Halliburton heeft altijd goede zaken gedaan, ook met de Iraakse dictator Saddam Hoessein. Toen die begin jaren tachtig Iran binnenviel, werd een internationaal embargo afgekondigd. Halliburton leverde vrolijk verder. Embargo’s doen de prijzen stijgen.

Na de Golfoorlog van 1991 bouwde Halliburton een vertrouwensrelatie op met Koeweit. En na de recente oorlog in Irak sleepte het bedrijf voor miljarden contracten weg voor de heropbouw van het land. Reden: kennis van het terrein en van de mensen daar. Dat bij de levering van olie aan Irak en van voedsel voor het leger veel aan de vingers bleef plakken, is intussen bekend. Halliburton heeft al miljoenen terugbetaald en heeft zelfs voor sommige contracten plaats moeten ruimen. Het onderzoek loopt.

Officieel heeft Cheney natuurlijk niets meer met het bedrijf te maken. Hij heeft al eens lachend gezegd dat hij het ook niet kan verhelpen dat ‘de goede God het niet nodig vond om enkel olie te schenken aan democratische landen’.

Want democratie: daar weet hij alles van. Hij behoort tot de neoconservatieve Republikeinen die er vast van overtuigd zijn dat democratie uit de loop van een geweer komt. Kijk maar naar Duitsland na de Tweede Wereldoorlog. Schiet de dictator weg en je hebt een Bondsrepubliek. Dreig met atoombommen en de Muur van Berlijn wordt afgebroken. Kijk naar Afghanistan. Zelfs Irak kan nog wel een democratie worden als er maar hard genoeg aangedrongen wordt. Libië is toch ook overstag gegaan? Het komt er gewoon op aan te laten zien wie de sterkste is.

Misjoe Verleyen

‘God vond het niet nodig enkel olie te schenken aan democratische landen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content