Augusto Pinochet wist het Chileense verzet jarenlang te sussen door te wijzen op de ‘noodzaak’ van zijn dictatoriaal beleid. Die tijd lijkt nu voorbij. Er staat te veel geld op zijn Amerikaanse bankrekening.

Clara Szczaranski heeft het uitgerekend. Had Augusto Pinochet als opperbevelhebber van het leger, als president van Chili en tenslotte als senator nooit een peso van zijn wedde uitgegeven, dan had hij nu een twee en een half miljoen bijeen gespaard. Szczaranski is hoofd van het Openbaar Ministerie in Chili. ‘Burger Augusto Pinochet’ moet nu verklaren waar de acht miljoen dollar op zijn rekening bij de Amerikaanse Riggs Bank vandaan komen. Anders, waarschuwt Szczaranski, wordt hij net als andere burgers gerechtelijk vervolgd, zowel in de Verenigde Staten als in Chili.

De 88-jarige generaal Augusto Pinochet haalt dus alweer de voorpagina’s, en de beroering duurt nu al twee maanden. Eerst gaf hij een helder interview aan een Amerikaanse krant. Dat bevestigde geenszins dat hij ze niet meer allemaal op een rijtje zou hebben ten gevolge van ouderdomsdiabetes en andere kwalen. Toch vormde dat de reden waarom het Chileense gerecht enkele jaren geleden had afgezien van een vervolging van Pinochet, voor zijn verantwoordelijkheid voor de schendingen van de mensenrechten onder zijn dictatuur (1973-1989). Na de publicatie van het interview hief het hof van beroep in Santiago op 28 mei jongstleden onverwachts Pinochets parlementaire immuniteit op en deed daarmee het deurtje van de beklaagdenbank wijd open, ondanks Pinochets hoge leeftijd en kwalen.

Chili gonsde opnieuw van de luide eisen en debatten. Was het wenselijk de oude dictator voor het gerecht te slepen? De juridische bewijslast blijkt intussen meer dan toerijkend. De voor- en tegenstanders waren deze keer echter minder voorspelbaar dan vroeger. Vanuit onverwachte hoek gingen stemmen op om Pinochet, die intussen ‘politiek dood’ en toch wel erg oud is, nu maar met rust te laten. ‘Want het is tijd’, zo schreef de bekende journalist Francisco Martorell in het progressieve blad El Periodista, ‘om ons te concentreren op manieren om te verhinderen dat toekomstige Pinochets ooit nog aan de macht kunnen komen [… ] We moeten middelen vinden om de totalitaire optie onmogelijk te maken. Al werden Hitler of Franco niet berecht, ze werden toch wel degelijk veroordeeld door de latere generaties.’

Inderdaad. Chileense kinderen leren op school nog steeds niet de ware aard van Pinochets heerschappij, die ook door de grote media nog wordt beschreven met vrijblijvende termen als ‘de militaire regering’. De geschiedenisboeken blijven zeer schetsmatig over die periode en leraren mogen er niet nader op ingaan. De Chilenen kregen inmiddels echter wel genoeg bewijzen voorgelegd van Pinochets verregaande staatsterreur en schendingen van de mensenrechten, die een ontkenning van de feiten onmogelijk maken. Toch vond er geen nationale catharsis plaats, zoals bijvoorbeeld in Zuid-Afrika.

Er bestaat geen consensus over de aard van de militaire staatsgreep en dictatuur. Veel Chilenen beschouwen die nog steeds als een historische noodzaak of meer fatalistisch, als een historisch noodlot – en over het noodlot stel je geen vragen. Sinds de jaren 1990 luidde de boodschap van regeringswege dan ook lang: laten we niet stilstaan bij het verleden, maar alleen kijken naar de toekomst. Dit tot grote woede van Pinochets slachtoffers en de mensenrechtenorganisaties, die het opvatten als verkapte straffeloosheid. Pinochets grondwet van 1984, die belangrijke antidemocratische principes bevat, is nog altijd van kracht en ieder voorstel tot wijziging geeft aanleiding tot een politieke storm. En zo bestaan er nog allerlei voorbeelden van de onverteerde brok Chileens verleden, waarop nog altijd heel leesbaar het stempel ‘Pinochet’ staat gedrukt.

Cadeautjes van vrienden

Het recente verzet tegen Pinochet baseert zich echter op heel andere feiten. Op gegevens waarover jarenlang geruchten de ronde deden, die echter nooit konden worden bevestigd, over Pinochets geheime fortuin. In mei kwam in Washington de Riggs Bank in opspraak, een 168 jaar oude, zeer respectabele bank, die graag ambassades, diplomaten en andere vreemdelingen tot haar klanten rekent. Riggs Bank aanvaardde een boete van 25 miljoen dollar en bekende daarmee zeer ernstige overtredingen van de wet op het bankgeheim. De bank had het witwassen van geld oogluikend toegelaten, was niet nagegaan of de bron van deposito’s wettig was, en had verdachte transacties niet aangegeven. De overtredingen betroffen vooral rekeningen van Saudi-Arabië en Equatoriaal Guinea – landen met vette olie-inkomsten – en… generaal Pinochet.

De feiten werden vorige week bekendgemaakt in een rapport van de Amerikaanse Senaat. En er zijn een paar sappige details. De bank zou Pinochet uit eigen beweging hulp hebben geboden, toen die in de jaren 1990 in Londen gearresteerd werd en de Spaanse rechter Baltasar Garzon, die Pinochet aanklaagde wegens misdaden tegen de mensheid, stappen ondernam om al zijn activa te bevriezen. Volgens het rapport had Pinochet toen acht miljoen dollar op zijn rekening bij de Riggs Bank. De bank hielp hem die fondsen te verhullen en bezorgde een groot deel van het bedrag later, na Pinochets terugkeer naar Chili, op clandestiene wijze terug. Volgens openbaar aanklager Szczaranski lijkt dat verdacht veel op het witwassen van vuil geld.

De dictator met de donkere bril en de rauwe tong – hij schrok zelfs in het openbaar nooit terug voor kazernetaal en heeft ook de bijbehorende onmiskenbare tongval – de generaal die altijd zwoer bij militaire eer en vaderlandsliefde, zou dus een banale misdadiger zijn. Pinochet, een vulgaire bananenrepubliek-dictator – zoals Ferdinand Marcos van de Filipijnen of Joseph-Désiré Mobutu – wiens enige motief uiteindelijk is de eigen zakken te vullen? Zijn geliefde dochter Lucia staat alvast paf: ‘Ik kan niet geloven dat mijn vader, die me in geldzaken altijd principes van eerbaarheid die grensden aan het overdrevene heeft bijgebracht, iets zo weinig eerbaars kan hebben gedaan.’ Voor zover het geen spaarcentjes zijn, moet het om cadeautjes van vrienden gaan, aldus Lucia Pinochet, van brave mensen die bang waren dat hun held na zijn aftreden door zijn tegenstanders slecht behandeld zou worden en in moeilijkheden zou worden gebracht. (De exorbitante uitgaven van Pinochet in Londen, waar hij twee jaar lang onder huisarrest stond en een luxevilla huurde, werden volgens de familie overigens ook door ‘vrienden’ betaald.) Geschenkjes met een totaalwaarde van acht miljoen dollar? Dan nog had Pinochet, als militair en politicus, zulke geschenken moeten weigeren of minstens moeten aangeven bij de belastingen en bij de betreffende commissie voor het patrimonium van politici.

Mensenrechten ?

Net als Mobutu stelde Pinochet zijn staatsgreep altijd voor als een soort gewetenskwestie waartoe hij zich tegen wil en dank verplicht voelde, teneinde orde te scheppen in de economische chaos en de gewelddadige politieke polarisatie veroorzaakt door de socialistische president Salvador Allende. Net als Mobutu werd hij juist daarom door veel landen gesteund (door de Verenigde Staten en door de Britse premier Margaret Thatcher) of althans gedoogd. Het was de tijd van de Koude Oorlog en het Westen nam het niet zo nauw met democratische principes en mensenrechten, zolang een dictator zich maar aan de anticommunistische zijde schaarde.

Dat blijft in Chili nog steeds het grote argument van zijn verdedigers: de vaderlandslievende Pinochet had ingegrepen om het land te behoeden voor chaos en wanbeleid onder de democratisch verkozen president Allende. Die wilde zijn land immers verkopen aan het ‘internationale communisme’. Heel veel Chilenen bewaren slechte herinneringen aan die tijd van voedselbonnen en urenlang aanschuiven voor lege winkels. Velen hebben daarom de staatsgreep van 1973 gedoogd, waardoor de aanvoer van voedingswaren en andere basisproducten op miraculeuze wijze van de ene dag op de ander weer aanving. Wie precies verantwoordelijk was geweest voor die crisis, vroegen de Chilenen ze zich liever niet af. Ook al waren ze niet voor de militairen en zeker niet voor de repressie en het jarenlange machtmisbruik waaronder ze leden, ze beschouwden Pinochet vaak als een akelige, angstaanjagende, maar wellicht noodzakelijk harde hand. Een onverbiddelijke vader voor een volk dat anders ten onder dreigde te gaan aan zijn hartstochten. Ze maakten zich het discours van Pinochet eigen. Maar een dergelijk discours staat of valt met de integriteit van die ‘harde hand’.

Hetzelfde geldt voor het argument dat de rechterzijde en vooral de militairen al jarenlang aanvoeren: het ‘gezeur’ over de mensenrechten moet eens ophouden; in de hitte van de strijd – Pinochet en zijn generaals hadden het altijd over een staat van ‘interne oorlog’ – gebeuren er altijd wel dingen die niet door de beugel kunnen. Dat ‘gezeur’ is het gezeur van verslagenen, want uiteindelijk is het regime van Pinochet een weldaad geweest voor de Chileense economie (een schoolvoorbeeld van het neoliberalisme), zeggen ze, en bovendien gaan de tegenstanders van Pinochet ook niet vrijuit.

De waarheid

Met zijn eerloos gewriemel en geklaag over ouderdomskwalen – zodra justitie in zijn buurt komt – heeft Pinochet de laatste jaren al degelijk ingeboet aan aanzien en geloofwaardigheid. In Londen was hij bijvoorbeeld op sterven na dood en volledig verlamd, maar bij aankomst op het vliegveld in Santiago stond hij vrolijk op uit zijn rolstoel om zijn kompanen te omhelzen, dit alles voor de ogen van de hele wereld. Maar als de voormalige kampioen van de militaire eer en onkreukbaarheid nu door de Chilenen wordt gedegradeerd naar het niveau van een ordinaire misdadiger die zich op hun kosten heeft verrijkt en zich op allerlei slinkse manieren onttrekt aan de wet en aan het recht, raken de dictator en zijn regime misschien eindelijk het laatste restje geloofwaardigheid kwijt. Zelfs in de ogen van de militairen. Dan wordt dictatuur verbonden met de meest goedkope en banale soort wreedheid, gebaseerd op morele corruptie en zelfverrijking. Dan wordt de leugen van de ‘staat van interne oorlog’ en de legitimiteit van de militaire tussenkomst in een zogenaamd gewelddadig burgerconflict voorgoed de wereld uit geholpen. Dan wordt er een heel belangrijke dijk opgeworpen tegen de opkomst van toekomstige Pinochets, en kan de geschiedschrijving de scholieren de waarheid vertellen.

En dan kan er eindelijk ook een objectieve geschiedkundige balans worden opgemaakt over de jaren van de Koude Oorlog, de jaren van Pinochet, maar ook die van Allende, en over de rol van het leger. Een balans die niet lijkt, zoals vandaag, op een verhitte voetbalwedstrijd waarbij ieder argument wordt geïnterpreteerd als zijnde voor of tegen Allende of Pinochet. Waarbij iedere reden wordt toegejuicht of uitgefloten, alsof het een goal in een match tussen Colo-Colo en Universidad de Chile betreft. Waarbij de hooligans van beide kanten elkaar later op straat liefst een mes tussen de ribben zouden steken – want dat was zo lang de teneur van het politieke debat in Chili.

De eens zo eerbiedwaardige Riggs Bank in Washington staat te koop. En het gerechtelijk onderzoek naar Pinochets financieel gekonkel gaat door, zowel in de Verenigde Staten als in Chili, alsook de lange reeks zaken over de mensenrechten. Zal Chili de oude dictator met de donkere bril op een dag toch nog in de beklaagdenbank zien zitten? Zal hij dan nog één keer met zijn stok zwaaien en vloeken als een sergeant? En zal hij dan nog één keer koude rillingen opwekken? Of is zijn tijd eigenlijk allang voorbij? Voorgoed?

Hélène Passtoors

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content