‘Vandaag zijn jihadisten jonger en vaker in aanraking gekomen met de misdaad dan vijftien jaar geleden’, zegt gewezen antiterreurrechter Christian De Valkeneer.
In de jaren 2000 was de procureur van Luik Christian De Valkeneer als onderzoeksrechter gespecialiseerd in de strijd tegen het terrorisme. Hij beval twee dagen na de aanslagen van 11 september de aanhouding van Nizar Trabelsi, de gewezen Tunesische voetballer die een aanslag plande op de Amerikaanse basis in Kleine-Brogel, en ontfutselde hem bekentenissen.
Welke verschillen ziet u met de huidige generatie terroristen?
CHRISTIAN DE VALKENEER: Destijds ging het om mannen die een beetje ouder waren dan de huidige daders. Ze hadden een meer uitgesproken ideologisch profiel en waren niet noodzakelijk eerst met de gewone misdaad in aanraking gekomen. Die mensen kwamen naar België omdat ze hier uitvalsbasissen hadden.
Je kunt overigens niet beweren dat we toen niets gedaan hebben om het terrorisme te bestrijden. Het Belgische gerecht en de inlichtingendiensten zijn heel actief geweest. Het dossier Trabelsi of de zaak-Zaoui (leider van de Algerijnse opstandelingenbeweging GIA die veroordeeld werd in 1995, nvdr.) bewijzen dat. Maar in de jaren 1990 en 2000 ging het om een relatief beperkt aantal mensen. Op dit moment, met de oorlogen in Syrië en Irak, heeft het heel andere proporties aangenomen. Maar de wortels van het jihadisme gaan ver terug.
Wat loopt er volgens u mis in Brussel?
DE VALKENEER: Aanslagen zoals die in Brussel zullen altijd moeilijk te voorkomen zijn. Sinds elf september zijn maar weinig landen gespaard gebleven. De enige manier om de risico’s in te perken, is door een grondige terreinkennis op te bouwen en permanent te surveilleren om snel te kunnen ingrijpen als er iets dreigt te gebeuren. De zichtbare interventie van militairen en politieagenten op straat heeft vooral een belangrijke symbolische en psychologische waarde voor de bevolking. Maar we moeten vooral alles uit de kast halen om te voorkomen dat het zover komt. Dreigingsniveau 3 en 4 kosten veel geld en hun rendement is bijzonder onzeker. In Zaventem patrouilleerden militairen in de vertrekhal, maar dat heeft de aanslagen niet verhinderd.
Zijn onze veiligheidsdiensten wel tegen hun taak opgewassen?
DE VALKENEER: Ja, de Belgische justitie, politie en inlichtingendiensten halen hetzelfde niveau als die van andere landen. Wat misschien beter kan, is het verzamelen van inlichtingen in de wijken en het betrekken van de lokale politie bij het speurwerk. Dat is een onzichtbaar werk van lange adem, waarbij we dringend een tandje bij zullen moeten schakelen.
Marie-Cécile Royen
‘Dreigingsniveau 3 en 4 kosten veel geld en hun rendement is bijzonder onzeker.’