Renault produceert in Vilvoorde geen auto meer.
De Franse directeur van Renault in Vilvoorde, Bernard Garsmeur, kuist er het boeltje op en gaat dan rustig met pensioen. De belangrijkste managers van de autofabriek stappen over naar de commerciële organisatie Renault Belgique Luxemburg. In de assemblagefabriek zijn zij niet meer van doen. Na de vakantie worden het paar honderd half gemonteerde wagens op de assemblageband welswaar nog afgewerkt, maar de karkassen in de plaatslagerij en de schilderafdeling gaan voor verdere behandeling naar fabrieken in Frankrijk.
Renault Industrie Belgique is dus goed en wel gesloten. De Franse groep wil in haar spookfabriek geen Méganes meer produceren. Ze heeft ze ook niet meer nodig, want om de productie van Vilvoorde op te vangen, werkt in de Spaanse fabrieken een nachtploeg. Aan Méganes Coupé heeft Renault wel een tekort. Alleen Vilvoorde produceerde dit model, maar straks kan dat ook in het Spaanse Palencia : de installatie van de nodige machines is er al ver gevorderd.
De vakbonden konden hun claim voor nog twee jaar productie in Vilvoorde niet waarmaken. Ondanks de lange syndicale en politieke strijd en de verkiezingsbeloften van de nieuwe Franse premier Lionel Jospin kreeg de Franse topman van Renault Louis Schweitzer, die op 27 februari brutaal de sluitingsbeslissing liet meedelen, meer dan gelijk : Vilvoorde is zelfs nog vóór 31 juli dicht.
Het is duidelijk dat de onafhankelijke experte Danielle Kaisergruber gedurende een paar weken alleen gezichten mocht redden. Intussen bereidde Boulogne-Billancourt rustig het sociaal plan voor de sluiting voor. De onderhandelingen zijn nu afgerond en Vilvoorde wacht zenuwachtig op de afloop van het referendum volgende week. De meeste werknemers hadden wel meer verwacht dan wat Renault voorstelt, maar alleen de socialistische bond van Karel Gacoms toont zich echt tegen. Bij de werkloze werknemers leeft echter de schrik slachtoffer te worden van té grote syndicale ambitie. Enkele jaren geleden voerden hun collega’s van de nabijgelegen koekjesfabriek Delacre een gelijkaardige strijd. De multinational werd de strijd beu en stuurde de bezetters naar huis met alleen de wettelijke vergoedingen. Renault heeft ook al met faillissement gedreigd in feite is RBI ook falliet want het fortuin voor het sociaal passief komt uit Parijs , en aangekondigd dat zonodig haar advocaten de gesprekken overnemen.
Een probleem voor het referendum is dat de bedienden beter uit de onderhandelingen komen dan de arbeiders. Dat is niet alleen het gevolg van het nog altijd beter beschermd bediendenstatuut, maar ook van een uiteenlopende vakbondsstrategie. In tegenstelling tot de vakcentrales van de arbeiders manifesteerden de bonden van de bedienden niet de drang om mekaar in stoerheid te beconcurreren.
In afwachting van de ondertekening van de akkoorden blijven de piketten de ?oorlogsbuit? bewaken. Die is intussen aangegroeid tot 5.300 auto’s en enkele vrachtwagens.
VELEN HEBBEN ZICH VERBRAND
De Renault-directie weigert de sociale kostprijs voor de sluiting van haar met 3.100 mannen en vrouwen bevolkte Belgische fabriek bekend te maken. Ze onderstreept vooral haar inspanningen voor nieuwe werkgelegenheid. In Vilvoorde kunnen 350 arbeiders en 60 bedienden voor maximaal vijf jaar aan het werk blijven onder Renault-vleugels. Niet om auto’s te maken, maar om containers te onderhouden, banden op wielen te monteren en tweedehands wagens op te knappen. Er kondigt zich een dramatisch probleem van selectie aan onder de talrijke kandidaten voor de jobs. Na eerste-minister Jean-Luc Dehaene en voorzitter Luc Van den Brande van de Vlaamse regering, die de sluiting van Vilvoorde als ?onaanvaardbaar? bestempelden, heeft nu ook gouverneur Lodewijk De Witte van Vlaams-Brabant zich aan Renault verbrand : hij neemt geen genoegen met de vierhonderd alternatieve jobs.
Nog een tijdlang, zo’n twee jaar, blijft Renault Industrie Belgique een organisatie van werklozen, die via reconversiecellen de voormalige medewerkers aan werk poogt te helpen, begeleiding en opleiding aanbiedt en toeslagen op werkloosheidsuitkeringen betaalt. RIB belooft een industriële investeerder te zoeken die tegen een gunstige prijs in de fabriek aan de slag kan, in ruil voor tweehonderd banen. In de Franse Renaultfabriek in Douai kunnen 260 Belgen terecht. Voor de arbeiders gaat het vooral om werk in de nachtploeg, die daar niet compleet geraakt.
Uiteindelijk slaat de Franse groep, die zonder informatie of raadpleging haar fabriek in Vilvoorde sloot, een mea culpa : ze kent haar nu werkloze medewerkers een ?morele schadevergoeding? toe. De Renault-werknemers van hun kant doen niet rancuneus en bedongen een korting van 30.000 frank op de toekomstige aankoop van een Renault. Ze toonden zich bovendien bijzonder creatief en sleepten een benzinekaart van 25.000 frank in de wacht, ?als vergoeding voor de verplaatsingskosten in het kader van de herklassering.?
G.D.
Karel Gacoms op de algemene personeelsvergadering : het gevaar van te veel ambitie.