Het Nationaal Orkest van België beleefde zijn gloriedagen in de jaren ’60. Daarna raakte het echter aan de sukkel. Tot in 2002: Mikko Franck werd chef-dirigent en het orkest herleefde.
INFO : www.nob-onb.be
Brussel, Paleis voor Schone Kunsten, 10/9 en 12/09 (om 20u): Openingsconcert nieuw seizoen NOB m.m.v. violiste Sarah Chang
Het Nationaal Orkest van België is een van onze zeven symfonische orkesten, naast deFilharmonie, het Symfonieorkest van Vlaanderen, het Vlaams Radio Orkest, de Philharmonie de Liège en de twee operaorkesten. De bestaansreden van ‘zoveel’ orkesten in een klein land als België wordt graag betwist. Dus zullen we er niet eentje afschaffen? Minister van Staat Willy Claes die het orkest destijds naar aanleiding van 150 jaar België dirigeerde in de 9e Symfonie van Beethoven, en onlangs mee op orkesttournee door Japan was, is ervan overtuigd dat België helemaal niet te veel orkesten heeft: ‘Vergeleken met onze buurlanden Nederland en Frankrijk ligt ons land in aantal zelfs achterop. Wij kunnen dit orkest niet zomaar afschaffen. De politiek moet consequent blijven, wil men het kunstonderwijs aanmoedigen. Met vier koninklijke conservatoria en het Lemmensinstituut moet er werkgelegenheid gecreëerd worden. Of zullen we die ook meteen afschaffen?’
De laatste decennia zijn de subsidies voor die grote machine in het gedrang gekomen, doordat er heel wat schitterende kleinere ensembles voor oude en hedendaagse muziek bij zijn gekomen. Ook die hebben natuurlijk recht op een deel van de koek. De grote instellingen dreigden bijgevolg op water en brood te zitten en in het geval van het Nationaal Orkest van België werd politiek zelfs overwogen het doodsimpel af te schaffen. ‘Ik heb het orkest een paar keer van de verdrinkingsdood moeten redden door werkelijk een punt te maken van de problematiek’, gaat Claes verder. ‘Dit orkest heeft te kampen gehad met allerlei problemen die een goede werking belemmerden. Het volstond die op te lossen.’
De huidige subsidie van het Nationaal Orkest van België (NOB) bedraagt 6.282.000 euro. Daarbij komt de inbreng van de Nationale Loterij met 240.000 euro. Eigen inkomsten bedragen in 2004 ongeveer 1.250.000 euro, een bedrag dat meer dan de totale som van de artistieke kosten dekt. Die kosten omvatten bijvoorbeeld vervoerskosten en het loon van ingehuurde musici, maar niet het loon van ‘vaste’ musici. Toch zou er een structureel tekort bestaan van zo’n 200.000 euro per jaar.
Een piepjonge dirigent
Voor het voortbestaan van een orkest staat kwaliteit uiteraard voorop. Een orkest moet zijn subsidie verdienen. In de glorietijd van het NOB in de jaren ’60 onder André Cluytens was dat zeker het geval. Toen was het orkest toonaangevend in het Franse repertoire. Het was een orkest met wereldfaam. Na Cluytens ging het dan geleidelijk bergaf tot het onder Ronald Zollman zijn dieptepunt bereikte. De sfeer in het orkest raakte totaal verpest. De orkestleden die zich niet meer konden optrekken aan een interessante chef, raakten compleet ontmoedigd en hingen soms meer aan hun stoel dan dat ze erop zaten. Tot de dag dat de Rus Yuri Simonov arriveerde en het orkest onder zijn bevlogen leiding aan de opmars kon beginnen. Naast hem stond intussen intendant Albert Wastiaux, voormalig directeur van het symfonisch orkest van de RTBF. Dankzij hem kreeg het orkest bovendien een organisatorische opkikker. Maar pas sinds de komst van de piepjonge Finse dirigent Mikko Franck is er werkelijk sprake van een herleving van het Nationaal Orkest van België.
Franck vertelt: ‘Ik heb niet geaarzeld om het aanbod aan te nemen. Ik zag dat het orkest een groot potentieel had, dat niet gebruikt werd. Het moest gewoon weer naar boven worden gehaald.’ Inmiddels is het nu bijna 70 jaar oude orkest weer helemaal gezond en zijn de eigen inkomsten gestegen met 87 procent, een mooie maatstaf voor dynamisme en kwaliteit van een orkest dat aan een tweede leven is begonnen.
De besprekingen voor de aanwerving van Mikko Franck startten in 2000. Hij was toen 21 en had al twee keer als gastdirigent met het orkest gewerkt. De musici waren vanaf de eerste repetitie in de wolken over zoveel technisch vakmanschap, zoveel aanstekelijkheid, zoveel repertoirekennis. En ook pers en publiek waren enthousiast, al waren de opmerkingen over deze neerzittende chef – Mikko Franck kampt met zware rugklachten – niet van de lucht. Franck leerde het vak bij de wereldberoemde Finse pedagoog Jorma Panula, die onder andere ook Esa-Pekka Salonen en Jukka-Pekka Saraste klaarstoomde. Je ziet het aan de dirigeerwijze die ze gemeenschappelijk hebben: een duidelijke, brede, soms hoekige slag, een prikkelende energie, en een indringend oogcontact met de musici. Er gaat grootsheid van uit. Net als van het repertoire dat Franck het liefst dirigeert: Sibelius. ‘We gaan alle symfonieën van Sibelius spelen voor ik hier wegga’, lacht Mikko Franck. En weggaan zal hij, in 2007. Dan gaat hij aan de slag als chef-dirigent van de Finse Opera in Helsinki. Het is hetzelfde operahuis waar hij zich als kind al liet opmerken in het kinderkoor.
Waardering en imago
Ook tijdens de recente Japan-tournee stond Sibelius op het programma. In Japan is Sibelius immers very popular, merkt Mikko Franck ernstig op. ‘Als ik in Tokio rondloop, merk ik overigens enkele overeenkomsten tussen Finnen en Japanners: de mentaliteit van de ingehouden gevoelens, en de talen die op elkaar gelijken door de dubbele consonanten.’ Maakt hij een grapje? Het voorstel om Sibelius ( 2e Symfonie) te spelen werd alleszins zonder aarzelen geaccepteerd, terwijl een andere suggestie, Sjostakovitsj, werd verworpen als te modern, te zwaar, te moeilijk… Op het muzikale vlak houden de Japanners het graag lieflijk en traditioneel. Het Nationaal Orkest van België speelde ook Moessorgski’s Schilderijententoonstelling en Ravels Ma Mère L’Oye, naast het Vioolconcerto van Tsjaikovski met de Nederlandse ‘rijzende’ ster Janine Jansen, en het 2e Pianoconcerto van Liszt met de Japanse ’tanende’ ster Fujiko Hemming. Terwijl de eerste het subliemste vioolspel tentoonspreidde, maakte de tweede – een plaatselijke soapster van 73 – alleen maar brokken. Hopelijk vindt men nog tijdig vervanging voor haar aangekondigde optreden in Brussel. Of valt er niet te tornen aan de big deals met Japanners van wie vaak wordt gezegd: muziek= business?
In januari 2003 werd het Nationaal Orkest van België al voor een eerste keer uitgenodigd voor een tournee door Japan. Toen kon het ook al genieten van de onwaarschijnlijk mooie, recent gebouwde zalen (architectuur, akoestiek, faciliteiten achter het podium,…). Het orkest werd warm onthaald en kreeg al meteen een nieuwe uitnodiging voor deze zomer. ‘Het orkest speelt graag in Japan. We worden hier enorm gewaardeerd’, zegt Gust Vriens, voorzitter van het Orkest. ‘Het is heel anders dan in België, waar we ons imago tegen hebben.’ Drie volle weken concerteerde het Nationaal Orkest van België in de grote Japanse steden: 5 concerten in Tokio en telkens één in Yokohama, Nagoya, Osaka, Niigata en To-yohashi.
Intendant Albert Wastiaux schreef voor het vertrek in de tourneebrochure: ‘Ik hoop dat deze reis het zal toelaten dat er tussen de musici nieuwe banden geweven worden. De kwaliteit van de menselijke relatie is essentieel in de verdere ontwikkeling van het NOB.’ En dat is wat er gebeurde. Overal zag je lachende gezichten. Tijdens de repetities merkte je een goede samenwerking in een ontspannen sfeer en tijdens de concerten heerste er pure concentratie. Je kon een naald horen vallen. Wat vroeger gezegd werd over het orkest én wat erbij gevoeld werd, behoort duidelijk tot het verleden. De kwaliteit van blazers en strijkers is fel verbeterd in vergelijking met jaren terug en de sound van het orkest is rond en harmonieus.
Na de zomervakantie begint Mikko Franck – met behulp van zo’n 14 gastdirigenten – aan zijn derde en voorlaatste seizoen met het Nationaal Orkest van België. Het programma is indrukwekkend en valt op door grandioze solisten – onder de violisten bevinden zich namen als Sarah Chang, Hilary Hahn, Gautier Capuçon – en een boeiend Fins repertoire, waaronder een wereldcreatie van Einojuhani Rautavaara. Grote symfonische werken zijn er natuurlijk ook: de 9e Symfonie‘Uit de nieuwe wereld’, het Celloconcerto en het Vioolconcerto van Dvorak en een reeks van vier concerten in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel met de integrale Brahms-symfonieën gekoppeld aan de pianoconcerto’s van Beethoven met als solisten Pierre-Laurent Aimard, Olli Mustonen, Antti Siirala – winnaar van de Leeds Competition 2003 – en de op handen gedragen eerste laureaat van de Koningin Elisabethwedstrijd, Severin von Eckardstein. De 9e Symfonie van Beethoven is de opvallende bijdrage van het NOB – huisorkest van het Paleis voor Schone Kunsten – aan de 75e verjaardag van de Henri Le Boeufzaal. We kijken uit naar een mooi seizoen.
Greet Van ’t veld