De vloek van de lage olieprijs

© ZAZA

De olie is uitzonderlijk goedkoop en dat is erg prettig aan de pomp. Toch zal de totale energiefactuur van het gemiddelde Vlaamse gezin niet dalen. Met dank aan de Turteltaks en andere heffingen.

In de zomer van 2014 betaalde je meer dan 115 dollar voor een vat olie, nu minder dan 30 dollar. Dat is een prijsdaling van bijna 75 procent. Het is niet de eerste keer dat de olieprijs zo fors zakt. In 1985 draaiden Saudi-Arabië en de OPEC-landen de oliekraan open om de olie goedkoper te maken en zo meer marktaandeel te verwerven. Ook in 2008 dook de olieprijs omlaag, maar om een heel andere reden. Door de financiële crisis trad er een wereldwijde recessie in en liep de vraag naar olie sterk terug.

De huidige daling van de olieprijs wordt veroorzaakt door een combinatie van meer aanbod én minder vraag. De voorbije jaren groeiden de VS dankzij de winning van schalieolie uit tot de grootste olieproducent van de wereld. Zij zijn nu dus veel minder energieafhankelijk van de Arabische wereld dan vroeger. Daarop beslisten de OPEC-landen, opnieuw met Saudi-Arabië op kop, om nog meer olie op te pompen, zodat de lage prijs de Amerikaanse producenten uit de markt concurreert. Ondertussen hapert de groei van de wereldeconomie. In Europa sputtert de economische motor al enige tijd en nu kan zelfs China alleen nog maar dromen van een tienprocentgroei.

Meer aanbod, minder vraag: het gevolg is overproductie. De OPEC pompt elke dag ongeveer één miljoen vaten (van 159 liter) te veel op. En binnenkort worden er dat nog meer, want Iran kondigde vorige week aan dat het dagelijks 500.000 vaten op de markt wil brengen, na de opheffing van de westerse sancties. Het vooruitzicht dat we zullen verzuipen in de olie liet de olieprijs helemaal onderuitgaan, tot zo’n 25 dollar per vat. Een liter ruwe olie is nu veel goedkoper dan een liter melk of zelfs water. Wat zullen wij daarvan merken? Een verhaal in vier etappes.

1 Aan de pomp

Het is van eind 2008 geleden dat we aan de pomp nog zo weinig hoefden te betalen. De maximumprijs voor een liter diesel ligt nu net boven 1 euro, een liter huisbrandolie kost 0,36 euro. Veel lager zullen die prijzen niet meer zakken, want in België wordt de daling van de olieprijs voor de consument afgeremd door de belastingen. Concreet: als we 1 euro betalen voor een liter diesel is daarvan slechts 0,23 euro voor de olie zoals hij door de raffinaderij wordt afgeleverd. Voor de rest gaat 0,16 euro naar distributievergoeding en winst, 0,18 euro naar btw en liefst 0,46 euro naar accijnzen. Dat accijnzenbedrag schommelt niet mee met de olieprijs en vlakt dus de daling af.

Er is nog een tweede element dat de prijs van benzine, diesel en aardolie in ons land bepaalt: de waarde van de euro. Aangezien de olieprijs op de internationale markt in dollar wordt berekend, speelt de dollar-eurowisselkoers een grote rol. De euro daalt de laatste tijd in waarde, dus moeten we in verhouding meer euro’s neertellen voor een liter olie. Kortom, de spectaculaire daling van de olieprijs in dollar is in euro minder sensationeel, en de prijs aan de pomp wordt nog eens afgeremd door de hoge accijnzen.

2 In onze portemonnee

De daling van de olieprijs heeft een grote invloed op het gezinsbudget. In 2014 gaf een gemiddeld Belgisch gezin bijna 1500 euro uit aan olieproducten, vorig jaar was dat 1250 euro. Een gezin bespaarde toen dus 250 euro dankzij de goedkope olie. Als de olieprijs op het huidige niveau blijft hangen, zal een gezin dit jaar nog eens 239 euro besparen, zo berekende Bart Van Craeynest, hoofdeconoom van Econopolis, voor Knack. In twee jaar tijd geeft een gezin dan zo’n 500 euro minder uit dankzij de goedkope olie.

Maar als je de hele energiefactuur bekijkt, krijg je een ander verhaal. De elektriciteitsrekening van een gemiddeld gezin zal nu 235 euro hoger liggen dan begin vorig jaar. Dat is te wijten aan de stijging van de vergoeding die we moeten betalen voor het gebruik van het stroomnet van Eandis en Infrax, aan de btw-verhoging van 6 naar 21 procent en aan de intercommunales die in de toekomst belastingen moeten betalen en dat doorberekenen aan de consument. In maart komt daar nog eens 100 euro Turteltaks bij, die ook moet dienen voor de financiering van allerlei groenestroomprojecten. Onze elektriciteitsfactuur zal dit jaar dus makkelijk met 300 euro stijgen. Dat is meer dan we dit jaar kunnen besparen op onze oliefactuur.

3 Achter de façade

Elke econoom zal u vertellen dat een daling van de olieprijs tot meer economische groei leidt. Gezinnen en bedrijven hoeven minder uit te geven aan olie en houden dus meer geld over om te consumeren en investeren. Als de olieprijs daalt van 100 naar 50 dollar zorgt dat voor een verhoging met 0,7 procent van het bruto binnenlands product en voor drie miljoen nieuwe jobs in Europa, stelt een recent EU-rapport. Er is maar één probleem: we zien dat effect niet meteen.

Er zijn vele redenen waarom we ondanks de lage olieprijs toch geen economische groei kennen. Een daarvan is dat onze totale energiefactuur niet is gedaald. Veel mensen kijken bovendien angstig naar wat de toekomst brengt. Gezinnen, bedrijven en ook de overheden houden de vinger op de knip. De snelle en drastische verlaging van de olieprijs draagt zelfs bij aan dat pessimisme: ‘Als de olieprijs in zo korte tijd omlaagdondert, moet er wel iets ergs aan de hand zijn’.

De val van de olieprijs zadelt heel wat oliebedrijven op met grote verliezen. Ondernemingen als Exxon Mobile, Shell en Total schrappen investeringsplannen. Bij BP staan er 4000 banen op de tocht. De aandelen van oliemaatschappijen kregen serieuze klappen en sleurden tal van andere bedrijven mee in hun val. Bovendien circuleren er geruchten dat staatsinvesteringsfondsen uit het Midden-Oosten massaal aandelen aan het verkopen zijn om de misgelopen olie-inkomsten te compenseren. En de BEL20, de index die ons vertelt hoe de twintig belangrijkste bedrijven op de beurs van Brussel presteren, verloor sinds begin dit jaar meer dan 10 procent. Dat is niet alleen voor beleggers slecht nieuws, maar ook voor iedereen die een pensioenspaarfonds heeft dat belegt in aandelen.

4 Ondertussen in de wereld

De scherpe daling van de olieprijs heeft ook grote geopolitieke en sociale gevolgen. Belangrijke olieproducerende landen als Venezuela en Rusland rekenen op een olieprijs van meer dan 100 dollar per vat om hun begroting in evenwicht te houden. De overheidsschulden in die landen lopen in sneltempo op en een recessie dreigt. De regeringen staan voor moeilijke besparingen.

De Arabische olielanden zijn voor negentig procent afhankelijk van olie-inkomsten. Door de scherpe daling van de olieprijs zit Saudi-Arabië voor het eerst met een gat in zijn begroting. Het land kondigde al ingrijpende besparingen aan. Sommigen vrezen dat die aanleiding zullen geven tot sociale onrust. Bovendien is er in het Midden-Oosten een machtsstrijd aan de gang tussen Saudi-Arabië en Iran, waarbij olie een belangrijk wapen is. Als het in de regio nog onrustiger wordt, zal dat nadelige gevolgen voor de wereldeconomie en dus ook voor uw portemonnee hebben.

Slotsom

De snelle val van de olieprijs jaagt een felle beving door de economie. Hoe zwaar we uiteindelijk zullen worden getroffen, hangt af van hoe de prijs nog zal evolueren: volgens sommigen zal de olie nog jaren goedkoop blijven en is zelfs een prijs van 10 dollar per vat niet ondenkbaar. Nu al is duidelijk dat de goedkope olie ook investeren in groene energie minder interessant maakt. Ook op ecologisch vlak betalen we in die zin een hoge prijs. De lage olieprijs is in velerlei opzichten een vloek.

DOOR EWALD PIRONET, CARTOON ZAZA

De goedkope olie maakt investeren in groene energie minder interessant. Ook op ecologisch vlak betalen we in die zin een hoge prijs.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content