Ecologie en economie zijn niet altijd te verzoenen. De halfslachtige houding van Europese ambtenaren en ministers van Landbouw zal er haast zeker toe leiden dat het visbestand in de Noordzee, net als in het grootste deel van de Noord-Atlantische oceaan, onder een leefbaar minimum duikt.
Al jaren stellen wetenschappers voor om de vangst van kabeljauw gedurende twaalf jaar volledig te verbieden, zodat de vis kan herstellen van de klappen die hij sinds halverwege de vorige eeuw krijgt. Er wordt nu de helft minder kabeljauw gevangen dan in 1950, ondanks het feit dat de vangstcapaciteit verdrievoudigd is.
Visserijwetenschappers stellen dat zonder drastische maatregelen de kabeljauwvisserij tegen 2010 totaal zal verdwijnen. In Oost-Canada is dat al gebeurd, halverwege de jaren negentig, omdat er geen vis meer te vangen was. Tien jaar later is er nog geen enkel teken van herstel.
Helaas houden onze vissers vol dat de wetenschap zich vergist. Een vertegenwoordiger van de Oostendse vismijn schamperde vorige week zelfs dat wetenschappers alleen maar overdag buiten komen, als de vissen zich schuilhouden.
Hij fulmineerde ook dat de Europese quota zo streng zijn dat vissers regelmatig gevangen (en dus dode) vissen moeten teruggooien om te voorkomen dat ze meer aanvoeren dan ze mogen. Waarmee hij impliciet bevestigde wat vele visserijwetenschappers vrezen: dat hun populatiemodellen nog te optimistisch zijn omdat ze geen rekening houden met zwartvisserij en het teruggooien van dode vissen.
De voorbije jaren ging de Europese Commissie elke herfst door het ritueel van het afzwakken van de suggesties van de wetenschappers door nog een zekere vangst toe te laten. Om tegemoet te komen aan de druk van vissers en andere economische actoren deden de ministers van Landbouw er vervolgens nog wat tonnen bij. Het valt te vrezen dat het dit jaar niet anders zal zijn.
Wetenschappers stelden nu zelfs voor om ook de vangst van tong en schol te beperken, tot woede van de zevenhonderd Vlaamse vissers die daar 60 procent van hun inkomsten uit puren. Vlaams minister van Landbouw en Leefmilieu Ludo Sannen (Groen!) schippert als een volleerd politicus. Enerzijds lanceert hij slooppremies om oude vissersboten uit de handel te halen, anderzijds wil hij – nota bene met Europese subsidies – jongeren warm maken voor het toekomstloze beroep van visser.
Als lid van een ecologische partij zou Sannen goed moeten weten dat economische principes zelden dierpopulaties voor uitsterving behoeden. En als hij de rapporten van de wetenschappers goed leest, zal hij merken dat er in dit dossier niet veel speling meer mogelijk is. Voor meer dan wat folklore is er in de visserij de volgende jaren geen plaats. Gelukkig kunnen vissers zich, in tegenstelling tot vissen, recycleren tot iets anders.
Dirk Draulans