Wat denken die boeren van Maarkedal wel? Wie geld heeft, kan toch alles regelen?
In het verkiezingsjaar 1994 kreeg Carlos De Keukeleer van het toenmalige gemeentebestuur (CVP) een vergunning voor onderhouds- en instandhoudingswerken aan een leegstaand en verkommerd boerderijtje in Maarkedal. Zulke werken zijn niet vergunningsplichtig, maar de eigenaar had andere plannen. Eens zijn vergunning op zak, ging De Keukeleer helemaal niet over tot instandhoudingswerken. In 1995 brak hij de bestaande woning tot op de grond af en zette een nieuwe villa. Onwettig, want de grond aan de Ganzenberg is landschappelijk waardevol gebied én een beschermd landschap.
Na de zomervakantie 1995 stelde de bevoegde schepen Stijn Deriemaeker (Keerpunt) de overtreding toevallig vast. De werken werden pas twee maanden later stilgelegd. “Er ging veel tijd verloren omdat de burgemeester (VLD) niet alert reageerde. Intussen kwamen er dreigementen van de eigenaar en vooral de projectontwikkelaar uit Waregem”, zegt Deriemaeker. “Ze voelden zich boven de wet verheven en begrepen niet wat die boeren uit Maarkedal met hun nieuw gemeentebestuur (VLD-Keerpunt) wel in hun hoofd haalden om iemand met veel geld iets in de weg te leggen. Wie geld had, kon toch alles regelen? Pas in november werden de werken stilgelegd. Maar ook dan bleef men nog twee weken doorwerken, soms met dertig mensen tegelijk. Het kasteel is intussen af en is bewoond.”
Na berichten in de pers werd de werf verzegeld. Bij een ondervraging door de gerechtelijke politie stelde schepen Deriemaeker vast dat die over twee plannen beschikte: de officiële vergunning en het niet vergunde maar gerealiseerde ontwerp voor het klein kasteeltje. Het kwam tot een proces. Daar gebeurde iets merkwaardigs. De dienst Monumenten en Landschappen vroeg de afbraak van de woning, net zoals het Openbaar Ministerie dat zich overigens stoorde aan de mateloze arrogantie van de overtreder. Maar Stedenbouw Oost-Vlaanderen drong erop aan om vooral geen afbraak te vragen. Het betalen van een meerwaarde volstond. Met andere woorden: twee diensten van het Vlaams Gewest vroegen dus om een andere sanctie.
Dat klonk alvast de verdediging als muziek in de oren. De advocaat van de overtreder, Jan Bossuyt, kent overigens de interne keuken van Stedenbouw meer dan behoorlijk: hij trad in dossiers van bouwovertredingen geregeld op als advocaat voor het Vlaams Gewest. In Oudenaarde stond hij aan de andere kant en veegde datzelfde Vlaams Gewest de mantel uit. Arnold Desmet, de ambtenaar die aandrong om vooral geen afbraak te vragen, is kandidaat om chef van de Vlaamse bouwinspectie te worden.
In eerste aanleg oordeelde de rechtbank van Oudenaarde dat de villa niet moest worden afgebroken (17 april 1997). De overtreder kwam er met zeer lichte straffen van af: 40.000 frank boete, acht dagen gevangenis en het betalen van een meerwaarde van één miljoen voor de miljoenenvilla in een beschermd landschap. “Klassenjustitie”, oordeelde de regionale milieuvereniging Stichting Omer Wattez, die de affaire in Maarkedal van nabij volgt. De zaak De Keukeleer wordt nog door het Gents Hof van Beroep behandeld. Nu vraagt Stedenbouw wél de afbraak.
Peter Renard