Het Duitse offensief haalt verwoestend uit in de Ardennen, maar vergemakkelijkt tegelijk de Russische opmars in Europa en bezorgt Stalin een voordeel op de conferentie van Jalta.
Na de ineenstorting van het front in Normandië, in augustus 1944, bereiden de militaire leiders van het Derde Rijk op bevel van Hitler een heruitgave voor van het offensief van mei 1940 in de Ardennen. Het verrassingseffect is totaal wanneer het Duitse leger op 16 december 1944 aanvalt over een front dat van Monschau tot Echternach loopt. ‘Dwight Eisenhower, opperbevelhebber van de geallieerde troepen in Europa, verwachtte zich niet aan een operatie van die omvang,’ zegt historicus Jean-Michel Sterkendries, ‘maar hij reageert snel en goed door meteen zijn reservetroepen in te schakelen.’
De Amerikaanse troepen bieden tot 21 december weerstand in Sankt-Vith, een strategisch knooppunt van wegen. Diezelfde dag is de omsingeling van Bastenaken, verdedigd door 18.000 Amerikanen, een feit. ‘De Slag om de Ardennen is een van de weinige episodes van de Tweede Wereldoorlog waarin de Amerikaanse troepen in grote moeilijkheden geraakt zijn’, zegt Luc De Vos. ‘De strenge winter en de symboliek van Kerstmis versterken nog het imago van een buitenmaatse confrontatie.’
Op 24 december bereikt de 2e Duitse pantserdivisie het dorpje Celles, op acht kilometer van Dinant. Ze zullen niet verder raken. Dankzij het betere weer kunnen de geallieerden hun suprematie in de lucht uitspelen. Ze bombarderen de Duitse troepen – maar bij vergissing ook de stad Malmedy, waarbij honderd doden vallen – en slagen erin om Bastenaken te bevoorraden vanuit de lucht.
‘Bastogne geldt als de emblematische stad van de strijd, des te meer omdat de meeste oorlogscorrespondenten er geconcentreerd zaten, maar dat betekent niet dat we de belangrijke gevechten mogen vergeten die zich elders in de Ardennen hebben afgespeeld’, zegt Jean-Michel Sterkendries. Tegen de ultieme Duitse aanval op Bastogne, op 3 januari 1945, zetten de geallieerden al hun manschappen en materieel in. Uiteindelijk geeft Hitler op 9 januari het bevel tot de terugtocht van zijn troepen. Drie dagen later lanceren de Sovjets, na drie maanden wapenstilstand, een nieuw offensief dat de Führer dwingt om eenheden te verplaatsen naar het Oostfront.
Op 17 januari is de Slag om de Ardennen virtueel ten einde. De veldslag heeft de Duitsers meer dan 100.000 man gekost (doden, vermisten, gewonden en gevangenen), terwijl de Amerikaanse verliezen oplopen tot meer dan 75.000 man, onder wie 11.000 doden. Op 31 januari staan er 4 miljoen geallieerde soldaten aan de poorten van Duitsland. ‘De laatste poging van Hitler om het tij te keren is mislukt’, zegt Luc De Vos. ‘De Slag heeft grote militaire gevolgen voor het Derde Rijk, dat zijn beste eenheden verloren heeft. De confrontatie heeft de oorlog niet verlengd, ze heeft hem ingekort.’
Door op het westelijke front aan te vallen, heeft Hitler vooral in de kaart van Stalin gespeeld. Het Rode Leger heeft een groot offensief gelanceerd dat het naar de Oder en de Elbe brengt, en ten slotte naar Berlijn. De geallieerden van hun kant waren van december 1944 tot januari teruggeslagen of geblokkeerd en hebben amper progressie gemaakt. ‘Dat voordeel zal Stalin in een machtspositie plaatsen op de conferentie van Jalta, waar over het lot van Europa na de Duitse nederlaag zal worden beslist’, besluit Sterkendries. Een verdeling in invloedssferen die zal uitmonden in de Koude Oorlog.