De Schone en de Bijter

LUIS SUÁREZ 'Ik heb geen hulp nodig. Het enige wat ik nodig heb zijn doelpunten. Veel doelpunten.'

Op 26 oktober wordt in Spanje de clásico tussen FC Barcelona en Real Madrid gespeeld. De kans is groot dat Luis Suárez, de Uruguayaan die op het WK in Brazilië werd geschorst wegens bijten, er zijn rentree maakt bij Barça. Wat drijft die kerel toch? ‘Uiteindelijk doet hij het allemaal uit liefde voor zijn vrouw.’

Vier seizoenen geleden betrad spits Luis ‘Lucho’ Suárez de bühne van het wereldvoetbal met een actie waarmee hij meteen zijn reputatie maakte: die van spelbederver. Op de Wereldbeker in Zuid-Afrika speelde Suárez met de Uruguayaanse nationale ploeg de kwartfinale tegen Ghana. Een historische wedstrijd was het: nooit eerder stond een Afrikaans land zo dicht bij een halvefinaleplaats op een WK. Kort voor het eind van de verlengingen kopte de Ghanees Dominic Adiyah naar het doel. Fernando Muslera, de Uruguayaanse keeper, is geklopt. Maar op de lijn stond Luis Suárez, toen 23, een pezig type met pikzwart haar. Hij sloeg de bal weg met zijn hand en verhinderde zo een doelpunt en een formidabele overwinning voor Ghana. De spits kreeg rood, maar Uruguay won vervolgens wél op penalty’s. Suárez danste langs de lijn en grapte met journalisten over ‘de mooiste redding van het toernooi’.

Nu zijn er wel meer grote voetballers die de fans niet lusten: Zlatan Ibrahimovic, Mario Balotelli, Cristiano Ronaldo, Mario Götze. Men stoort zich aan hun arrogantie, hun perfectionisme, hun onderkoeldheid of zelfs aan hun domheid. Maar geen enkele speler is zo omstreden als Luis Suárez uit Montevideo, Uruguay, die vorig seizoen bij FC Liverpool nog tot beste speler van de Premier League werd verkozen. Het arsenaal van de Uruguayaan bevat zowat alles wat voetbal lelijk maakt – met hands een eerlijk doelpunt verhinderen, venijnige fouten, overduidelijke schwalbes. De duurste zomeraankoop van FC Barcelona (de Catalanen betaalden 81 miljoen euro) is de negatie van de fair play. Hij grossiert in gele kaarten. Elleboogstoten, walgelijk theatrale gebaren, grove overtredingen, uppercuts: Suárez deed het allemaal.

Drie jaar geleden werd hij nog acht wedstrijden geschorst omdat hij de Franse international Patrice Evra racistisch had beledigd. Toen Suárez bij hun volgende treffen de kans kreeg vrede te sluiten, en zo de band met het verontwaardigde Britse publiek aan te halen, weigerde hij Evra de hand te schudden. De kranten bestempelden Suárez als ‘een gek’. Maar echt berucht werd de spits nochtans niet om overtredingen, noch om beledigingen. Het waren beten die zijn reputatie bepaalden.

PSV-middenvelder Otman Bakkal kreeg er in 2010 een in de linkerschouder. Suárez, toen speler bij Ajax Amsterdam, werd zeven wedstrijden geschorst. Anderhalf jaar later hapte hij Chelsea-verdediger Branislav Ivanovic in de arm. Tien matchen uitsluiting. In de laatste groepswedstrijd van de Wereldbeker in Brazilië was het weer zover: toen beet Suárez de Italiaanse verdediger Giorgio Chiellini, ook bij hem was het de linkerschouder. De FIFA schorste de Uruguayaan voor vier maanden. Volgend weekend loopt die gedwongen pauze af. Suárez mag vanaf 26 oktober weer wedstrijden met inzet spelen. Net die dag vindt de clásico tegen Real Madrid plaats. Het is goed mogelijk dat Suárez naast Lionel Messi aan de aftrap verschijnt. In totaal stond de speler sinds 2010 ongeveer 40 wedstrijden aan de kant wegens bijten. Dat is bijna een volledig voetbalseizoen.

Als bezeten

Als je met fans uit Groningen of Liverpool spreekt, teams waar Suárez de afgelopen seizoenen voetbalde, dan zeggen ze dat het gekke gedrag van de Uruguyaan hen tot wanhoop kon drijven maar dat het tegelijkertijd ook wel loonde om hem zijn fouten te vergeven. Suárez is namelijk een speler met een groot hart. De vleesgeworden passie. Dat is zeldzaam geworden in het moderne voetbal, waar de spelers in ‘het systeem’ moeten passen en creativiteit en emotie hinderlijk zijn geworden. Technisch is Suárez goed maar niet uitzonderlijk. Wel is hij ongelooflijk snel met de bal aan de voet. En geen enkele spits leeft zozeer van doelpunten als hij. Hij herleidt het spel tot zijn kern: scoren. Suárez wil winnen en geeft daar alles voor. Hij loopt als een bezetene achter verloren ballen en offert zich op met een zelden geziene overgave – geen wonder dat vooral de diehard fans Suárez zo aanbidden: hij is hun vertegenwoordiger binnen het team. En dat loont: vorig seizoen scoorde hij bij Liverpool 31 keer in 37 wedstrijden.

Maar waarom gedraagt een speler met zulke kwaliteiten zich keer op keer zo idioot? Waar gaat het mis? ‘Het gáát helemaal niet mis. Hij is een goeie jongen, die het niet gemakkelijk heeft gehad in het leven en altijd moest vechten om iets te bereiken’, zegt Ricardo Perdomo, voetbalprof in de jaren tachtig en de eerste coach van Suárez. Hij vertelt het vanuit een sporthal die iets van een garage heeft. We zitten vlak bij een drukke verkeersader in het noorden van Montevideo. Aan de muur hangen posters van Diego Forlán, Edinson Cavani en Luis Suárez. Er ligt kunstgras in de hal, maar dan wel direct op het cement. Orthopedisten zullen over een paar jaar goed geld verdienen aan de kindergewrichten die hier momenteel worden verpest. Perdomo coacht in deze hal een jeugdteam. De trainer kijkt streng toe. ‘Luis was 13 toen hij bij ons kwam’, zegt hij. Noch zijn techniek, noch zijn gedrag op het veld maakte aanvankelijk indruk op de coach. Suárez had het ook voortdurend aan de stok met de scheidsrechter. ‘Als hij op het veld een mier zou hebben bespeurd, dan zou hij erover struikelen om een strafschop te versieren’, zegt Perdomo. Maar de coach zag wel iets anders wat hem beviel: ‘Lucho gaf nooit op. Zijn looplijnen sloegen nergens op, zijn speldoorzicht deugde niet, maar nooit gooide hij de handdoek. Ook niet wanneer het totaal hopeloos was. Of nee: dan zeker niet. Een nederlaag kon hij onmogelijk verdragen.’

Suárez komt uit Salto, een stad 500 kilometer benoorden Montevideo. Zijn vader, een gewezen militair, verhuist met de familie naar de hoofdstad wanneer Luis zeven is. ‘Het ouderlijke huis was niet het fraaiste, en dat verbeterde niet toen de ouders uit elkaar gingen’, zegt Perdomo. Vader verliest zich in de alcohol, moeder probeert het gezin van zeven kinderen als schoonmaakster boven water te houden. Honger hebben ze niet, maar enkele dagen na elkaar alleen brood eten is geen uitzondering.

Liefdesverhaal

Op zijn vijftiende leert Suárez Sofía Balba kennen, een knappe blondine die twee jaar jonger is dan hij. Ze worden verliefd. Perdomo vreest het ergste; hij heeft al bij veel spelers gezien dat na de eerste liefde andere zaken belangrijker worden dan trainingen of de weekendmatch. Bij Suárez gebeurt precies het tegenovergestelde. Sofía is intelligent, ambitieus en Suárez ziet in haar net een reden om nog harder voor het voetbal te leven dan voorheen.

Wanneer in 2001 de economie van Argentinië instort, is de schok voelbaar tot in buurland Uruguay. De werkloosheid rijst de pan uit en veel Uruguayanen verarmen met een klap wanneer de peso devalueert. Sofía’s ouders besluiten naar Spanje te emigreren. Naar Barcelona, meer bepaald. De avond voor hun vertrek slenteren Luis en Sofía urenlang huilend door Montevideo. Hij belooft haar dat hij haar naar Europa zal volgen.

‘Ongelooflijk maar waar: plots was hij een andere speler’, zegt Perdomo. Suárez traint ineens als een gek. Twee dingen tellen nog: voetbal en telefoontjes met Sofía. Luis Suárez groeit uit tot een van de beste jeugdspelers bij Nacional, een van de grote clubs in Montevideo. Met het eerste geld dat hij verdient, vliegt hij naar Sofía. En zodra de spits het eerste elftal haalt, maakt hij een afspraak met de voorzitter van de club: als hij in zijn eerste match een doelpunt maakt, moet de club een ticket naar Barcelona betalen. Natuurlijk scoort Suárez.

In 2006 tekent Suárez bij FC Groningen, vijf jaar later verhuist hij naar Liverpool. Op elk vrij moment bezoekt hij Sofía. En nu, elf jaar nadat zij Montevideo ruilde voor Barcelona, ontmoeten ze elkaar opnieuw in Catalonië. De twee zijn ondertussen getrouwd en hebben twee kinderen. Elke Barcelonasupporter kent hun liefdesverhaal. De Schone en de Bijter.

Heel normaal

Coach Perdomo moet zo weg, er staat een training op het programma. Op dé vraag die iedereen zich stelt, heeft ook hij geen antwoord: waarom doet Suárez het, tegenstanders bijten? ‘Hier heeft hij dat nooit gedaan’, zegt Perdomo. ‘Ik denk dat het uit onmacht is. Het gebeurt ook niet als reactie op een fout, maar veeleer wanneer Suárez merkt dat hij tegen zijn tegenstander niks klaar krijgt.’

Nadat de Wereldvoetbalbond hem schorste, werd ‘Suárez de Vampier’ op het internet en in de pers massaal beschimpt. Maar in zijn thuisland zijn de supporters solidair met hun idool. President José Mujica noemde de FIFA-officials zelfs ‘hoerenzonen’ toen de lengte van de schorsing werd bekendgemaakt. Een heel land voelde zich oneerlijk behandeld.

Daniel Enríquez is een sterke, opgeschoten man met kort grijs haar en nerveuze ogen. Ook hij was boos op de FIFA vanwege de ‘overdreven’ sanctie voor Suárez. Weinigen kennen het Uruguayaanse voetbal beter dan Enríquez. Hij leidde lange tijd de jeugdwerking van Nacional en werd later sportdirecteur van de club. Onder zijn leiding werd Suárez naar Groningen getransfereerd. Daarna trok Enríquez naar Japan, waar hij veel geld verdiende. Vandaag staat er ‘sport consultant’ op zijn visitekaartje.

Wil je de speler Suárez begrijpen, dan moet je het Uruguayaanse voetbal begrijpen, zegt Enríquez. ‘Luis is niet gemeen. Ik ken hem. Het is een aardige kerel. Verlegen, maar echt een vriendelijke vent.’ Vanwaar komen dan die woede-uitbarstingen? ‘Hij heeft het spel in Uruguay geleerd’, aldus Enríquez. De man begint een exposé dat verklaart waarom Uruguay, een land met ongeveer evenveel inwoners als Wallonië, in het voetbal twee wereldtitels en twee keer olympisch goud kon veroveren en daarnaast tot drie keer toe de halve finale van de Wereldbeker speelde. ‘Er zijn waarschijnlijk meer Braziliaanse profvoetballers dan dat er mannelijke Uruguayanen zijn. Argentinië telt meer dan 40 miljoen inwoners. Wat kunnen wij daartegenover stellen? Hardheid, wilskracht en vechtlust. Wij moeten ervoor zorgen dat tegenstanders het haten om tegen ons te voetballen’, zegt Enríquez.

Technisch superieure voetballers spelen slechter wanneer ze bang zijn dat ze hun benen zullen breken. In Uruguay is het een gewoonte om in de eerste vijf minuten van de match zo veel mogelijk fouten te maken op de beste speler van de tegenstander, zegt Enríquez. Uruguayaanse fans zijn ook nooit boos wanneer een ploeg tijd rekt, wanneer een spits zich laat vallen of wanneer een speler de scheidsrechter belaagt. Botheid en de opzettelijke fout maken deel uit van het DNA van het Uruguyaanse voetbal. ‘En Suárez is simpelweg een speler die typisch is voor de manier waarop wij ons voetbal beleven.’

Ondertussen speelt die vechter wel aan de zijde van Lionel Messi. In Barcelona vroegen ze Suárez natuurlijk ook waarom hij bijt. ‘Ik kan het niet verklaren’, zegt hij. ‘Zo ben ik niet. Het overkomt me, er zit een soort woede in mij.’ Bij de club stelt men zich de vraag hoe ze de spits kunnen helpen. Misschien weet een therapeut raad, maar Suárez is sceptisch. ‘Ik heb geen hulp nodig’, zegt hij. ‘Het enige wat ik nodig heb, zijn doelpunten. Veel doelpunten.’

© Der Spiegel

‘Als hij op zijn 13e op het veld een mier zou hebben bespeurd, dan was hij erover gestruikeld om een strafschop te versieren.’

Suárez’ arsenaal bevat alles wat voetbal lelijk maakt: spelbederf, schwalbes, walgelijke gebaren, grove overtredingen, uppercuts.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content