De arbitrage in het topvoetbal is achterhaald. Maar niemand kent een werkbaar alternatief.
Die elleboogstoot gezien, van de pas ingekomen Roberto Baggio in de nek van de Oostenrijker Pfeffer? Of was het Schöttel? Geen bal in de buurt, niet eens een duel. De scheidsrechter zag het niet, de tientallen miljoenen televisiekijkers wel. Die zien namelijk alles. De ontelbare camera’s van de Franse televisie registreren elke beweging. De spelers weten dat, zodat de zwaarste fouten achterwege blijven. Maar voor wat Baggio deed, kreeg zijn ploegmaat Mauro Tassotti vier jaar geleden acht weken schorsing.
De Fifa blijft worstelen met de arbitrage. Met het vele geld dat op het spel staat, is het al langer dan vandaag een anomalie om uitslagen te laten bepalen door een beslissing van één man, ook al ziet de hele wereld dat die beslissing verkeerd is. Op dit WK komen ze voorlopig goed weg, zo veel vergissingen zijn er niet gemaakt. Er was de onterechte strafschop die Laurent Bouchardeau uit Niger floot in Italië – Chili, maar die had geen grote gevolgen.
Die waren er wel met de penalty die Noorwegen van de Amerikaan Esfandian Baharmast kreeg tegen Brazilië, want daardoor verdween Marokko uit het WK. Eerst leek dat ten onrechte, maar beelden vanuit nog maar eens een andere hoek toonden naderhand aan dat de scheidsrechter wellicht toch gelijk had. De wanprestatie van Brazilië in die wedstrijd blijft hoe dan ook een beetje verdacht.
Het zwaarst onder vuur lag tot nu toe de arbitrage van de Hongaar Laszlo Vagner in Kameroen – Chili. Dat hij twee keer rood gaf aan Kameroen, tot daar aan toe. En het eerste afgekeurde doelpunt van François Omam-Biyik leek inderdaad uit buitenspel gemaakt. Maar de tweede afgekeurde goal, kort voor tijd van dezelfde speler, bood heel wat meer stof tot discussie. Er was geen sprake van buitenspel, evenmin van een duwfout of wat voor fout ook. Mocht dit doelpunt gevalideerd zijn, had Kameroen de achtste finale tegen Brazilië gespeeld, en niet Chili.
Dat uitgerekend Marokko en Kameroen de dupe waren van cruciale, al dan niet foutieve, arbitrale beslissingen, was wel erg toevallig. Op Nigeria na zijn Afrikaanse landen commercieel immers niet interessant. Kan het dat een ref tijdens een wedstrijd met die overweging rekening houdt? Neen, dat kan niet, zegt ons gezond verstand. Maar onze aangeboren achterdocht zegt dan weer dat bij de Fifa alles kan. Het toeval mag niet overdrijven.
Fifavoorzitter Sepp Blatter meldde expliciet dat hij David Will, de Schotse baas van de scheidsrechterscommissie, niet over deze twee beslissingen zou contacteren, omdat hij niet wenste tussen te komen in controverses rond de arbitrage. Een uitspraak die kan tellen, want Blatter heeft de voorbije jaren weinig anders gedaan. Claude Leroy, de bedrogen trainer van Kameroen, stelde het scherp : “Sepp Blatter heeft de scheidsrechters hoorndul gemaakt met zijn richtlijnen en zijn verklaringen.”
ALLEMAAL SAMEN GEEL OF ROOD
Het kernprobleem van de arbitrage is dat de scheidsrechters het reglement niet toepassen. Dat wordt bij elk WK van officiële zijde in de verf gezet, door het geven van extra richtlijnen. Vier jaar geleden al, in Amerika, wou men via rode kaarten komaf maken met de foutieve tackle langs achteren. Het kon niet langer, meldde Blatter, dat spelers als Marco Van Basten op hun dertigste verloren waren voor de sport door de jarenlange ongenadige aanslagen op hun enkels en achillespezen.
Die richtlijn was onnodig, want de foutieve tackle langs achteren moet sowieso met rood worden bestraft, als een opzettelijke en gevaarlijke overtreding. Al sinds het begin der voetbaltijden. Alleen was er geen enkele arbiter die dat deed. Ook niet nà het WK ’94 trouwens.
Zo veel manifeste inbreuken op de spelregels worden steeds maar weer door de vingers gezien. Met als argument: als we de regels strikt toepassen, staan we al bij de rust met zeven tegen zeven. Goed, dat moet dan maar een tijdje. Tot al die hooligans op het veld zich hebben aangepast. Gedaan met geniepigheden, gedaan met de professionele fout. Helaas is dat te simpel geredeneerd voor het voetbal.
Ook dit jaar staat de tackle langs achteren dus centraal in de richtlijnen van de Fifa. De International Board, die waakt over de spelregels, voegde daar op 6 maart van dit jaar expliciet aan toe, dat elke tackle langs achteren die de veiligheid van de speler in gevaar brengt, met rood moet worden bestraft. Een overbodige toevoeging, die bovendien de mogelijkheid tot interpretatie vergroot in de plaats van verkleint.
De 34 scheids- en 33 grensrechters van dit eindtoernooi werden eerder dit jaar al bijeengeroepen op een colloquium in Creteil. Daar werden ze in een zaaltje gezet, en moesten ze video-opnamen van wedstrijdfasen bekijken. Elke scheidsrechter had voor zich een gele en een rode kaart liggen. Op het scherm maaide een gedrogeerde Bulgaar een fijnbesnaarde Oostenrijker doormidden. In de zaal trokken dan vijftien arbiters prompt geel, vijftien rood, en vier – uit de Balkan – hadden niets verkeerds gezien. Dat scenario werd eindeloos herhaald, tot op de duur alle refs spontaan dezelfde kaart trokken. Eén week voor het toernooi werd dit procédé herhaald.
OPGESLOTEN IN EEN MANOIR IN GRESSY
Het is vooral Sepp Blatter die bij elke wereldbeker aan de arbitrale noodrem trekt, wat noch als voorzitter noch als secretaris-generaal zijn bevoegdheid was. Op zich is het toe te juichen dat toch iemand de zuiverheid van het spel wil vrijwaren, maar de keerzijde is dat Blatter te veel druk op de scheidsrechters legt.
Ook bij deze wereldbeker zat de schrik er bij het fluiteniersgild goed in. Een strikt spreekverbod maakte het nog erger. De scheids- en grensrechters werden opgesloten in een manoir in Gressy, wat in andere omstandigheden niet onaangenaam is, en hadden absoluut verbod om met de pers te praten. De al genoemde Bouchardeau liet zich interviewen door Tuttosport, en mocht zijn spullen bijeenscharrelen. Elke arbiter wist dat wie de richtlijnen op en naast het veld niet volgde, naar huis moest. Levert zo een keurslijf goede arbitrage op? Neen, zeggen de betere ex-scheidsrechters, die allemaal gesteld zijn op een persoonlijke manier van fluiten.
De clinics en bedreigingen hadden, zoals elke vorige keer, een dag of drie succes. Dat wil zeggen, bij de spelers. Die keken eerst even uit alvorens met de zeis te maaien. En dan kwam langzaamaan het eerste tackletje langs achteren, al in de openingsmatch. Niet bestraft. Daarna een tweede en een derde. Geel kartonnetje, of een gewone fout. Of niets. Eén keer rood, voor de Zuid-Koreaan Ha.
Sepp Blatter en Michel Platini haastten zich al na één week naar Gressy. Weer iedereen bijeen, weer videobeelden, weer bedreigingen. Eén dag later: Italië – Kameroen. Na achttien minuten een ongelooflijke fout, van Njanka op Roberto Baggio. Tackle langs achteren met twee voeten vooruit zonder dat er een bal in de buurt was. Geel! Niet te geloven: geel. De Australiër Edwards Lennie was de arbiter. Platini en Blatter dachten dat ze stierven. Kort voor de rust sloot Lennie wel de Kameroenees Kalla uit, voor een al even crapuleuze fout op Luigi Di Biagio, maar op dat moment was zijn retourticket al ingevuld.
Weer een vuist op de tafel in Gressy, en weer een dag later gooide de Colombiaan Toro Rendon er ineens drie af in Zuid-Afrika – Denemarken. Dat was voordien op het WK slechts één keer gebeurd, in 1954 tijdens Hongarije – Brazilië in Bern. Een paar uur later stak de Mexicaan Brizio Carter de Fransen een handje toe door de Saudi’s al na een kwartier met tien te zetten. Daarna mocht ook Frankrijks held Zinedine Zidane vertrekken.
Vijf rode kaarten op één avond. Waarna scheidend Fifavoorzitter Joao Havelange en interim-secretaris-generaal Michael Zen-Ruffinen, zelf een ex-ref, verklaarden dat de scheidsrechters ook niet moesten overdrijven. En er in Nigeria – Bulgarije weer geschopt werd als vanouds.
HET GEBRUIK VAN DE VIDEO
Sinds het WK in Italië, toen voor het eerst elke wedstrijd met een eindeloze batterij camera’s werd gefilmd, is de vraag over het gebruik van videobeelden bij de arbitrage actueel. Opgelost is ze nog lang niet. Vier jaar geleden maakte de tuchtcommissie van de Fifa gebruik van videobeelden, om fouten die buiten het blikveld van de scheidsrechter waren begaan, alsnog te bestraffen met een schorsing.
Mauro Tassoti kreeg zoals gezegd acht wedstrijden aan zijn broek, voor een elleboogstoot aan de Spanjaard Luis Enrique. De Hongaarse scheidsrechter Sandor Puhl had niets gezien, en dus ook geen kaart getrokken. De Braziliaan Leonardo kreeg op basis van beelden vier wedstrijden, ook voor een elleboogstoot aan de Amerikaan Tab Ramos. Die fout was wel opgemerkt door de Franse arbiter Joël Quiniou, die rood trok.
Blatter is tegen het gebruik van de video. Platini is in theorie voor, maar ziet onoverkomelijke problemen. Het grootste bezwaar is dat de Fifa moet proberen om één universele arbitrage te garanderen, in alle uithoeken van de wereld. En men kan twintig camera’s per wedstrijd opstellen op een EK of een WK, desnoods in de Champions League, maar het is niet mogelijk het in elke gewone competitiewedstrijd te doen, zeker niet op lager niveau.
Dat idee van een universele arbitrage is niet langer verdedigbaar. Aan de top gelden andere normen. Men zal zich moeten beraden over professionele scheidsrechters, en over het gebruik van de video. De dag dat niet Marokko en Kameroen, maar Duitsland en Italië het slachtoffer worden van een onmiskenbare scheidsrechterlijke vergissing, mag er schot in deze zaak worden verwacht.
Tot slot weze er ook aan herinnerd dat België voor de tweede opeenvolgende keer geen scheidsrechter op het WK heeft. Vier jaar geleden zakte Guy Goethals, die net uit een blessure terugkwam, voor de fysieke test die een viertal maanden vóór het WK werd gehouden. België had alleen een grensrechter in de VS: Luc Mathys. Voor dit toernooi in Frankrijk werd geen enkele Belg goed genoeg bevonden. Michel Piraux was enkel invaller. Opnieuw moet België het stellen met één grensrechter: de Limburgse huisarts Marc Vanden Broeck.
Ook deze blamage moet de voetbalbond tot nadenken stemmen. De Belgische refs werden tot voor kort in het buitenland geprezen. Maar zelfs in dat domein telt België dus niet meer mee. De toekomst van ons voetbal is werkelijk inktzwart.
Koen Meulenaere