Honderd jaar geleden sprak de meerderheid van de Walen geen woord Frans. Vandaag is het Waals met uitsterven bedreigd. Knack ging op zoek naar een vergeten geschiedenis. ‘Probeer maar eens een vuile mop te vertellen in het Frans: dat gaat niet.’

Ajou di pihi so’ ti tchåsseûres! Quèle afère! Vanuit het café weerklinkt het rochelende geschater van oude mannen. De gemiddelde leeftijd van het cliënteel ligt boven de zeventig. ‘Attention de ne pas pisser sur tes chaussures‘, vertaalt stamgast Yves De Vos me in het Frans. En dan, in het weinige Nederlands dat hij van zijn vader heeft geleerd: ‘Oppassen hè, manneke, uwe schoen.’ Een gewaarschuwd man is er twee waard.

Het Café du Centre is een van de kleinste cafés van Namen. Het is een van de weinige etablissementen waar de klanten bijna uitsluitend Waals tegen elkaar spreken. Het is het stamcafé van de Royale Moncrabeau de Namur, een folkloristische vereniging die sinds 1843 het Waalse patrimonium verdedigt. ‘Wanneer we samenkomen, wordt er alleen maar Waals gesproken’ zegt De Vos, terwijl hij een Blauwe Chimay naar binnen giet. ‘Li Walon, c’èst nosse lingadje. Waals is veel sappiger dan Frans. Probeer maar eens een vuile mop te vertellen in het Frans: dat gaat niet.’

Het moet gezegd: Waals is geen taal die het oor streelt. Het klinkt een beetje als een zwaar aangeschoten Aalstenaar die Frans probeert te spreken en daarbij weinig acht slaat op de geplogenheden wat betreft uitspraak en grammatica. Want hoewel het Waals en het Frans op elkaar lijken, hebben ze weinig met elkaar te maken, verzekert Michel Francard, professor Franse taalkunde aan de universiteit van Louvain-La-Neuve. ‘Net als het Frans stamt het Waals rechtstreeks af van het Latijn. Toch zijn er grote grammaticale verschillen. Er is in veel dialecten bijvoorbeeld geen verschil tussen mannelijke en vrouwelijke lidwoorden. Ook de woordvolgorde is anders. In het Waals komt het adjectief voor het substantief, terwijl het in het Frans doorgaans omgekeerd is.’

In het straatbeeld is het Waals de voorbije jaren aan een renaissance bezig. Zo hebben heel wat Naamse cafés de leuze Po bwère, gn-a nin dandjî d’coutia aan hun voorruit hangen, inclusief de vertaling in het Frans (Pour boire, pas besoin de couteau). Ook tijdens de Waalse Feesten begin september krijgt de taal ruimschoots aandacht, met onder andere een vroegmis waarin uitsluitend Waals wordt gesproken. De Vos stelt me voor aan Jean-Pierre Lamy, regisseur van Tine Briac, een theatergezelschap dat toneelstukken in het lokale dialect brengt. Lamy verzorgt met zijn toneelgroep minstens twee theaterproducties per jaar. ‘Het wordt steeds moeilijker om acteurs te vinden, omdat de jeugd steeds minder Waals spreekt’, foetert hij. Toch blijven de producties succesvol. De voorstellingen trekken volle zalen.

Scole di Walon

Ondanks de talrijke initiatieven gaat het niet goed met het Waals. Francard schat dat hoogstens tien procent van de Walen (ongeveer 300.000) nog Waals kent. Hij heeft weinig hoop dat de taal toekomst heeft. ‘Ik schat dat meer dan de helft van de 300.000 sprekers ouder is dan zeventig. Het Waals sterft dus letterlijk uit.’ Het is ooit anders geweest. Honderd jaar geleden was het Waals nog de meest gesproken taal van Wallonië. Volgens de talentelling van 1920 sprak maar liefst tachtig procent van de bevolking nog elke dag Waals. Ook het Picardisch (in de regio van Bergen en Doornik), het Lotharings (in de Gaumestreek) en het Champenois (in het dorpje Vresse-sur-Semois) waren op regionaal niveau de meest courante spreektalen. Frans was – net als in Vlaanderen – de taal van de administratie en de hogere sociale klasse.

De grote schuldige voor de teloorgang van het Waals is het verplichte lager onderwijs, aldus Francard. ‘Vanaf 1920 kreeg de Waalse jeugd uitsluitend les in het Frans. Frans gold als de taal van de sociale vooruitgang, en daarvoor moesten alle lokale talen wijken. Leerkrachten gingen in de jaren twintig zelfs de boer op om ouders – in het Waals – te overtuigen om geen Waals meer te spreken met hun kinderen. Die politiek is verschrikkelijk efficiënt gebleken. In minder dan vijftig jaar is Wallonië bijna volledig eentalig geworden.’ Tot in de jaren tachtig was Waals spreken op school ten strengste verboden. ‘Ik heb vaak straf gekregen omdat ik Waals sprak’, grinnikt Lamy. ‘Op den duur deed ik er mijn voordeel mee. Als ik mijn les niet had geleerd, antwoordde ik altijd in het Waals. Ik vloog dan wel de klas uit, maar ik verloor tenminste geen punten.’

Hoewel het aantal sprekers jaar na jaar terugloopt, is de aandacht voor de lokale dialecten de voorbije jaren toegenomen. In Namen bestaat sinds 1997 de Scole di Walon, waar het Waals in avondonderwijs wordt onderwezen. De infrastructuur van de school, aan de achterkant van het Waals Parlement, weerspiegelt de jammerlijke toestand waarin de taal vandaag verkeert: hoge plafonds, gietijzeren radiatoren en vaal beige muren met een vermoeden van asbest. De gemiddelde leeftijd van de studenten ligt ver boven de zestig. Toch zijn de cursussen bijzonder populair. Er zijn dit jaar maar liefst 26 nieuwe leerlingen: zodanig veel dat de groep in tweeën wordt gesplitst.

Patrimonium

De lessen verlopen zoals ongeveer elke taalles, met het verschil dat de meeste leerlingen de taal al min of meer beheersen. ‘Ik volg de lessen vooral uit nostalgie’, vertrouwt Jean-Pierre (58) me toe. ‘Ik heb mijn ouders vaak Waals met elkaar horen spreken, maar ik heb het zelf nooit geleerd. Ik hoop het nu alsnog te leren.’ Pierre, de enige twintiger in de klas, zit er een beetje beduusd bij. ‘Ik versta er geen woord van. Zelfs mijn grootouders hebben nooit Waals gesproken.’ Toch hoopt hij via de cursus een mondje Waals op te pikken. ‘We doen zo veel moeite om oude gebouwen te bewaren en te restaureren, maar eigenlijk is dit belangrijker. Ik hoop dat ik door Waals te leren het echte Waalse patrimonium in stand help te houden. We hebben Waals zijn te lang als iets negatiefs gezien. Ik ben trots op onze cultuur.’

Ondanks de toenemende belangstelling onderneemt de overheid nagenoeg niets om het Waals te promoten. Een van de weinige politieke verdedigers van het Waals is Marc Bolland, de PS-burgemeester van de Luikse gemeente Blegny. Als Waals Parlementslid stelde hij in 2013 voor om het Waals in het Franstalige onderwijs op de lagere school in te voeren. ‘Ik heb heel wat steunbetuigingen gekregen, maar ik ben geschrokken van de ronduit agressieve reacties uit Brussel en Waals-Brabant’, vertelt Bolland. ‘Ze vonden dat ik de Belgische staat aan het ondergraven was. Terwijl ik enkel aandacht vroeg voor de kwetsbare toestand waarin de regionale talen zich vandaag bevinden.’

Die halsstarrige houding ten opzichte van de lokale talen heeft tot op vandaag rampzalige effecten, vindt Francard. ‘We hebben zo hard geprobeerd om zuiver Frans te spreken, dat we ons van alle andere talen hebben afgesloten. Zelfs vandaag zijn veel Waalse jongeren nauwelijks gemotiveerd om een vreemde taal te leren. We zijn er nog steeds van overtuigd dat je aan Frans genoeg hebt. Ik weet zeker dat Walen vandaag gemakkelijker een vreemde taal zouden leren, als we het Waals niet verdrongen zouden hebben.’

DOOR JEROEN ZUALLAERT

‘We hebben Waals zijn te lang als iets negatiefs gezien. Ik ben trots op onze cultuur.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content