Wat deed Guy Verhofstadt dinsdagavond in de VTM-gebouwen? Wil Tony Mary écht de staatskas ruïneren? Raakt Peter Quaghebeur de komende maanden uit de put? Of draait Karel De Gucht de geldkraan in de Reyerslaan dicht? Televisiedrama van eigen bodem: deze week in Knack.

Donkere wolken pakken zich samen rond de Brusselse rand. De camera zwenkt. In beeld: een gebouw, veel staal en veel glas. Op de parking stopt met een schok een blauwe Audi. Het is dinsdagmiddag, de boordcomputer geeft vier uur. Het achterste portier zwaait open, een man in maatpak stapt uit. Besliste passen, een stevige tred. Hij loopt door de glazen draaideur, langs de receptie, voorbij de schuifdeur. Hij stapt een eind in de lange gang, loopt de trappen op, passeert nog een schuifdeur. De corridor hangt vol filmaffiches, acteursportretten en soapreclames. Niet meer dan enkele seconden spiedt hij in het rond, nog één keer, met een schichtige blik. Dan zwenkt hij abrupt naar links en stapt daar een kantoortje binnen. Handengeschud, welkomstwoorden. En dan gaan de deuren dicht: de dialoog die volgt, is niet voor vreemde oren bestemd.

In het kantoortje serveert een secretaresse een kop geurende koffie in een VTM-mok. Eerste minister Guy Verhofstadt (VLD) kijkt even rond. Verbaasd. Christian Van Thillo, de gedelegeerd bestuurder van de Vlaamse Mediamaatschappij (VMMa), de koepel boven VTM, Kanaal 2 en Q-Music, is er niet om hem te ontvangen. ‘Discussies over televisie’ had Van Thillo aan de VTM-directie gezegd, ‘moeten door de televisiebazen worden gevoerd.’ Dus staat algemeen directeur Peter Quaghebeur van VMMa tegenover de premier. Hij wikt zijn woorden en wordt zelfs een beetje cryptisch: ‘Er moeten dringend wat plooien worden gladgestreken.’

MUG

Flashback. 18 december 2003, het Huis van de Toekomst in Vilvoorde. Het decor is futuristisch, de toon bedrukt. VRT-baas Tony Mary heeft net aangekondigd dat de openbare omroep van 21 mei tot 12 september 2004 (inmiddels is het geworden: van 31 mei tot 3 september) zal kunnen beschikken over een derde net, dat volgestouwd zal worden met 600 uur rechtstreekse sportverslaggeving en 250 uur duiding over het Europees kampioenschap voetbal in Portugal, de Ronde van Frankrijk, het tennistoernooi van Wimbledon en de Olympische Spelen in Athene. Broodroof, schreeuwen de commerciële concurrenten. 850 uur sport in 96 dagen, vaak in prime time bovendien: dat móét wel een flinke hap nemen uit hun marktaandeel en dus uit hun reclame-inkomsten.

Quaghebeur: ‘Welke de precieze impact van zo’n sportnet zal zijn, is moeilijk te becijferen omdat marktaandelen en programmering niet op voorhand in te schatten zijn. Ik ga ervan uit dat TV1, VTM, VT4, Canvas en Kanaal 2 tien à twaalf procent marktaandeel zullen kwijtspelen, en dat de VMMa door de wegzappende kijkers en de dalende advertentietarieven die daaruit volgen, tientallen miljoenen euro’s inkomsten zal derven.’

Tony Mary heeft er ook over nagedacht. Voor het bord in zijn bureau waarop de connecties tussen de VRT, de Vlaamse Uitgeversmaatschappij (VUM) en de Vlaamse Audiovisuele Regie (VAR) worden afgewogen tegen die van De Persgroep, VMMa en Studio 100 wuift hij de kritiek resoluut weg. ‘Van juni tot september ligt de advertentiemarkt stil. De commerciële omroepen zullen nauwelijks hinder ondervinden van het sportnet van de VRT. Het geweeklaag is pure stemmingmakerij.’ Een reclameman valt hem bij: ‘In volle zomer willen alleen ijs- en frisdrankfabrikanten adverteren, en dan nog enkel tegen bodemprijzen. VTM draait in die periode hooguit een vijfde van zijn reclameomzet. De discussie over het sportnet heeft daarom veel van schieten op een mug met een kanon.’

Twee straten verder voelt Patrick Tilleux zijn bloed koken. Tilleux is de baas van VT4, Vlaanderens vijfde zender. Hij kan in 2003 voor het eerst in de geschiedenis van de zender (zie tijdslijn) een kleine winst aan het Amerikaanse moederbedrijf rapporteren, en dan komt dit. Tilleux: ‘Woestijnvis (dat onder meer De Laatste Show en Man Bijt Hond maakt voor de VRT, nvdr) wil ook programma’s voor het sportnet maken, waardoor het kanaal gewoon een volwaardige derde zender wordt. Het sportnet zal dus niet enkel sportliefhebbers weghalen bij andere zenders. Dat is nu typisch VRT: ze kleuren altijd maar verder buiten de lijnen van de beheersovereenkomst.’ In Vilvoorde moet Quaghebeur er bijna om lachen, zij het een tikkeltje groen: ‘Wie lessen wil krijgen over achterpoortjes in de wet en hoe hij die kan uitbuiten, kan meer leren bij de openbare omroep dan bij de commerciële bedrijven.’

PRIJS

De scheurkalender tegen de muur op de negende verdieping geeft april 2001 aan. Een zware stem torent boven de stilte uit. In een hoekje van de kamer aan de Reyerslaan discussiëren Bert De Graeve, de gedelegeerd bestuurder van de VRT, bestuursvoorzitter Guy Peeters en mediaminister Dirk Van Mechelen (VLD) over de beheersovereenkomst. De discussie – ze gaat over het begrenzen van de inkomsten die de VRT uit radioreclame en programmasponsoring mag puren – laait hoog op. Maar ze levert finaal wel een grens op: 50 miljoen euro per jaar. Christian Van Thillo: ‘Reclame werven mocht, op voorwaarde dat de rest van het budget hetzelfde bleef. Dat was de kern van de discussie, en daarom heeft de overheid ingestemd met een automatische verhoging met vier procent per jaar van de dotatie van de VRT.’

Maar die bepaling, als ze ooit is uitgesproken, stond nooit letterlijk in de beheersovereenkomst. En omdat alles mag wat niet expliciet verboden is, zijn de cofinancieringen, de merchandising en de sponsoring de voorbije jaren door het dak van de Reyerslaan geschoten. Zeven jaar geleden bedroeg het kostenbudget van de VRT 232 miljoen. Vorig jaar stopte de teller op 370 miljoen euro. De commerciële concurrenten hekelen de schraapzucht van de openbare omroep: in 2003 haalde de VRT 50 miljoen euro méér uit de markt dan de openbare omroep oorspronkelijk had begroot. Van die bijkomende inkomsten gaf hij 45 miljoen euro ook effectief uit – zijn werkingsbudget steeg dus met 60 procent in zeven jaar tijd. Ter vergelijking: de Vlaamse Mediamaatschappij klokte af op 215 miljoen euro, maar moest daarop nog belastingen en dividenden betalen. Het totale werkingsbudget van VTM schommelt volgens Quaghebeur rond de 185 miljoen euro; dat van VT4 schurkt volgens Patrick Tilleux tegen de 50 miljoen aan, en 35 miljoen daarvan wordt aan programma’s besteed.

In kamer 9L35 onder de Reyerstoren probeert Tony Mary door de redenering te prikken. ‘U moet geen appelen met peren vergelijken’, roept de VRT-baas. ‘De budgetten uit de beheersovereenkomst van 1997 zijn niet te vergelijken met die van vandaag, want de opdracht van de openbare omroep is veranderd. En u moet ook niet de totale budgetten naast elkaar leggen, maar de bedragen die beschikbaar zijn om televisie te maken. Dan groeit het VRT-budget maar vier procent – niet toevallig vooral door de stijgende loonkosten voor ons statutair personeel – en dan besteedt de VRT 240 miljoen euro per jaar, ongeveer dertig procent méér dan VTM. Zelfs Christian Van Thillo moet toegeven dat we niet spilziek zijn, de bijkomende taken van een openbare omroep in acht genomen.’

OPBOD

Woensdag 28 januari 2004, een Vlaamse huiskamer. Onder een streepje onvervalste muzak begint aflevering drieduizend-en-zoveel van The Bold & The Beautiful, de typische Amerikaanse soapserie met plastieken karakters waarin iedereen het met iedereen doet. Mooi en Meedogenloos, zoals een ijverig vertaler van de VRT de serie in een grijs verleden heeft gedoopt, was ooit het onderwerp van de allereerste bidding war tussen de openbare en de commerciële omroep . De inzet: twee miljoen kijkers die in prime time aan hun kijkkast gekluisterd zitten. Daarmee scoort Vlaanderen in verhouding beter dan Nederland, maar slechter dan Frankrijk en Verenigd Koninkrijk. Volgens de televisiepoot van het Centrum voor Informatie over de Media (CIM) groeit VT4 in aantal kijkers in elke leeftijdscategorie ( zie grafiek). VTM steeg lichtjes in het jongerensegment, maar verloor van zijn oudere kijkers en zag zijn marktaandeel in juli 2003 zakken tot een absoluut dieptepunt – 22 procent. De VRT, die vooral groeide bij de 40-plussers, haalt globaal 38 procent. Tilleux: ‘Het televisieaanbod in Vlaanderen is uniek in Europa: nergens zijn er zoveel kwaliteitsvolle eigen programma’s op de buis als hier. Zelfs niet in Nederland, dat twee keer zoveel mensen telt, maar waar de omroepen zich te pletter kopen in Vlaanderen.’

Maar op de Vlaamse markt is er een opbod aan de gang in alle lagen van het televisielandschap. In het voetbal, bijvoorbeeld: voor het jongste voetbalcontract, dat nog twee jaar loopt, betaalt VMMa naar schatting 8 miljoen euro per jaar aan de Profliga – die daarbovenop overigens nog eens hetzelfde bedrag vangt van Canal Plus. Zelfs in een economische hoogconjunctuur waarin het reclamegeld bij bakken binnenstroomt, krijgt VTM de rechten op het Belgisch voetbal niet rendabel. Quaghebeur: ‘Voetbal is in België de populairste sport, dus zijn de uitzendrechten vreselijk duur en niet te betalen met alleen maar de reclameblokken rond onze sportprogramma’s. We hebben ze toch betaald, omdat voetbal past bij ons imago van gezinszender. Maar we moeten ons wel de vraag stellen of we het contract wel moeten hernieuwen als het afloopt over twee jaar.’

Veel alternatieven heeft de commerciële omroep natuurlijk niet. Olympische Spelen zijn oninteressant, want geen publiekstrekkers. De rechten voor de Ronde van Frankrijk zitten bij de European Broadcasting Union (EBU), een belangengroepering van (voornamelijk) publieke omroepen. Voor de rechten op de Champions League voetbal heeft de VRT het keihard gespeeld: de openbare omroep zou voor de rechten op de Champions League ruim 3 miljoen euro hebben betaald, ongeveer drie keer de prijs die RTL in het Waalse landsgedeelte moest bieden. En ook de rechten op Formule-1, ooit een volledig met reclame-inkomsten gefinancierd project op Kanaal 2, verhuisden inmiddels voor een volgens Quaghebeur fors verhoogd contract naar de uitgestelde relais van de openbare omroep.

Patrick Tilleux (VT4): ‘Wij zouden ook wel Champions-Leaguevoetbal willen uitzenden, desnoods starten we er een tweede net voor op. Maar de prijzen die de VRT hanteert, zijn echt niet haalbaar voor wie naar winst wil streven.’ Tony Mary haalt de schouders op: ‘De commerciële zenders wilden niet investeren in de Champions League toen de UEFA voor het eerst de rechten op de markt bracht. Ze hebben ook het vrouwentennis afgeketst toen nog geen sprake was van Clijsters en Henin. Maar plots zijn die sporten populair, en wij zouden de rechten weer moeten afstaan? Het spijt me, maar ik wil ze nu ook niet kwijt.’

Het opbod in sport is ook naar andere programma’s overgewaaid. Het gevecht voor Titanic – VTM heeft het toen gehaald – is onder insiders nog altijd legendarisch. Tilleux: ‘De jongste jaren zijn er geen echte excessen meer geweest, maar het ongebreideld bieden heeft in de hele sector diepe wonden nagelaten.’ De omroepen moesten zich namelijk diep in de schulden steken om de prijzenslag te volgen. De jongste jaarrekeningen (tot en met 2002) van de commerciële televisiezenders in Vlaanderen leren dat ze allemaal verlies lijden, met uitzondering van de Vlaamse Mediamaatschappij. In de meeste gevallen is het verlies structureel: het sleept dus al jaren aan. Op termijn, vrezen de toplui van de commerciële omroepen, zullen we het opbod niet langer kunnen betalen, zeker als de dotatie van de VRT blijft stijgen en als de neveninkomsten onverminderd groeien. Peter Quaghebeur: ‘Wij krijgen géén geld van de belastingbetaler, en we kunnen niet eindeloos advertentietarieven verhogen of aan de winst knabbelen van onze aandeelhouders.’

Zondag 25 januari 2004. Antje De Boeck staat warm ingeduffeld naar de Schelde te staren. Op tafel ligt, naast een halflege whiskyfles, een handgeschreven brief. Terwijl een bootje klutst op de golven, overstemt de donkere bas van Jan Decleir een donderwolkenmuziekje van Eimar Quinn. Dertien afleveringen lang. De eerste aflevering van Stille Waters hoort tot de duurste fictie die de VRT ooit heeft gedraaid. De serie is symptomatisch voor de spilzucht van de openbare omroep, klaagt Peter Quaghebeur. ‘De openbare omroep gooit almaar méér geld tegen producties aan en legt de lat enorm hoog voor alle bedrijven in de markt.’

‘Larie’, pareert Tony Mary. ‘Ik werkte nog nooit in een bedrijf waar ik zo strak binnen de lijstjes van het budget moest kleuren. Als we onze streefcijfers niet halen, krijgen we de verhoging van onze dotatie niet – een aderlating van 8 miljoen euro. Een uur televisie maken kost in Nederland 62 procent méér dan bij ons. Niemand maakt zo goedkoop televisie als de VRT. Als we desondanks sterke programma’s afleveren, komt dat enkel omdat we juist verschrikkelijk efficiënt werken.’

Toch vraagt de VRT elke keer wel méér geld. Tilleux: ‘Het valt me op hoe de VRT met sprekend gemak projecten vermenigvuldigt – of het nu over dat derde net gaat of over digitale televisie. Tony Mary lanceert een idee en zegt dat hij geld nodig heeft om dat uit te voeren. Het debat over de ratio achter die nieuwe ideeën wordt nooit gevoerd.’

De VRT laat het graag breed hangen’, beaamt een analist. Thuis kost de helft meer dan Familie en dat is ook aan de kwaliteit van het programma te zien. En ondanks een personeelsbestand van 2700 mensen – een derde meer dan Roularta, twee keer De Persgroep, acht keer de Vlaamse Mediamaatschappij – besteedt de openbare omroep het leeuwendeel van zijn programma’s uit: de helft van de programmering bestaat uit buitenlandse fictie, ongeveer 15 procent van het budget voor Belgische programma’s wordt uitbesteed aan externe productiehuizen. Ook enkele van de grootste kleppers: Man Bijt Hond, De Laatste Show, zelfs de verkiezingsshows. De VRT, zeggen criticasters uit de commerciële hoek, betaalt de rekening systematisch twee keer: eerst als loon voor zijn personeel, een tweede keer als de factuur van de productiehuizen in de bus valt. Christian Van Thillo: ‘De VRT werkt ongeveer even efficiënt als De Post.’ De boutade werkt op Tony Mary als een rode lap op een stier: ‘Omdat de openbare omroep daar statutair personeel voor in dienst heeft, zal hij altijd decors blijven bouwen, het bedrijfsrestaurant uitbaten of zijn eigen wagenpark beheren. Maar de overhead is fors teruggeschroefd: van 28 naar 16 procent van het totale budget. Wij werken dus minstens even efficiënt als om het even welke privé-onderneming.’

GELD

Nieuwsflash. Laat het duidelijk zijn: de mediaoorlog gaat eigenlijk vooral over geld. Publieke omroepen halen dezer dagen in de hele wereld betere kijkcijfers dan enkele jaren geleden, maar overal worstelen overheden met dezelfde paradox: moeten we de openbare omroepen laten verhongeren, of er voortdurend méér overheidsgeld in pompen? Voor Tony Mary spreekt het antwoord voor zich. ‘Wij hebben twee jaar aan Hoe? Zo! gewerkt omdat we een format zochten om wetenschap naar het brede publiek te brengen. Dat is de taak van een openbare omroep: wij moeten educatieve, culturele, informatieve en innovatieve programma’s maken en de overheid moet ons daarvoor onverminderd de middelen geven.’ Zelfs Quaghebeur gelooft in een breed kijkende openbare omroep: ‘Van mij hoeft de VRT geen nichezender te worden die Regine Clauwaert vlak na het nieuws in Kunstzaken programmeert, waardoor elke kijker om halfacht verveeld wegzapt. Maar vandaag zijn acht van de tien VRT-programma’s perfect inwisselbaar met die op VTM of VT4 – en dat kan toch ook niet de bedoeling zijn.’ Tony Mary reageert laconiek: ‘Wij kunnen het ook niet helpen dat VTM geen eigen gezicht heeft, maar dat ze systematisch de openbare omroep kopieert. Volgens de conventies van Amsterdam en Praag over de functie van een openbare omroep moeten wij alle lagen van de bevolking proberen te bereiken. De VRT probeert dat ook systematisch te doen. Wie dat ter discussie stelt, wil eigenlijk de openbare omroep afschaffen.’

Nu trekt niemand het bestaansrecht van een openbare omroep in twijfel, maar er bestaat des te meer discussie over hoeveel middelen publieke zenders krijgen en de programma’s waar ze dat geld aan spenderen. De politici hebben zich serieus laten rollen, vindt Peter Quaghebeur: ‘De commerciële media dragen de gevolgen van een barslechte beheersovereenkomst, maar geen politicus die durft te zeggen dat het anders moet – raken aan de openbare omroep is namelijk politieke zelfmoord.’ Daarin kan zelfs Karel De Gucht de VTM-baas volgen: in een interview op bladzijde 20 van deze Knack zegt de VLD-voorzitter dat de openbare omroep het met alleen maar zijn dotatie zal moeten rooien. Mary: ‘In dat geval doen we hier de boeken toe.’

Frank Demets

Patrick Tilleux (VT4): ‘Voor de Champions League beginnen wij desnoods een tweede net.’

Christian Van Thillo (De Persgroep): ‘De VRT werkt ongeveer even efficiënt als De Post.’

Tony Mary (VRT): ‘Ik kan het ook niet helpen dat VTM ons systematisch kopieert.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content