Vlaanderen laat Brussel niet los. José Happart ook niet (meer). Geen vrij Wallonië zonder Brussels zelfbestuur. Tot nader order is hij de bondgenoot van Louis Michel en Olivier Maingain. “En daarna regelen we het wel onder Franstaligen.”

J osé Happart is een projectiel dat recht op zijn doel afgaat. Niets kan ’s mans koers wijzigen. In de loop van dit interview ziet hij twee jaar persoonlijk mollenwerk in het dossier- Cools als sneeuw voor de zon verdwijnen. Hij vertrekt geen spier. Pas op het einde van het gesprek, als we hem naar het onderzoek van de moord op André Cools vragen, merken we dat er iets loos is. Meteen weten we waarom het gesprek tot drie keer toe onderbroken diende te worden en waarom hij nu en dan de kamer verliet.

“Cools a tué Cools”, orakelt hij al sinds de dag dat de minister van Staat werd omgelegd. Twee jaar geleden kon hij de hand leggen op documenten die volgens hem zijn gelijk zouden bewijzen. Daaruit zou blijken dat Cools het slachtoffer werd van zijn eigen rol in zwartgeldcircuits. We beginnen bij het einde van het gesprek.

Heeft uw zoektocht naar het web rond Cools iets opgeleverd?

José Happart:Non, de man die mij de documenten heeft bezorgd, is enkele dagen geleden gearresteerd. Hij heeft bekend dat de documenten vals waren.

Dat is nieuws.

Happart: Ja, het stond zonet op Belga. Ik heb mijn antwoord klaar. Ça vous interesse?

U bent dus opgelicht? Door wie?

Happart: Ik heb tegen mijn wil een fout gemaakt. Dat kan iedereen overkomen die te goeder trouw is. De man die mij de documenten bezorgde, leek mij vrij sympathiek. Hij toonde en passant belangstelling om in Wallonië zaken te doen. Ik heb hem doorverwezen naar een aantal bevoegde personen. Meer niet. Ik veronderstel dat er nu enkele industriëlen zijn die zich ook gefopt voelen. Hij kende mijn stelling in het dossier-Cools. En hij wist dat ik veel overheb voor het welzijn van de Walen. Hij heeft die zwakte uitgebuit in de hoop dat ik hem een wederdienst zou bewijzen.

U wist dus niet dat die documenten vals waren?

Happart: Voor wie neemt u mij? Natuurlijk niet.

Hebt u die man in 1997 een wederdienst beloofd?

Happart: Nee. Het is wel zeer merkwaardig dat het gerecht zoveel tijd nodig heeft gehad om te ontdekken dat die documenten vals waren. Het zal wel geen toeval zijn dat ze er kort voor de verkiezingen mee uitpakken.”

ZIJN AFSPRAAK MET DE GESCHIEDENIS

Politiek liep alles net zo lekker voor de Voerenaar. Na vijftien jaar diensten (en 300.000 stemmen) aan de PS vond hij dat het tijd werd om zijn dividenden te verzilveren. Twee jaar geleden zette hij zijn zinnen op een ministerportefeuille in de Waalse regering. Stapsgewijs bereidde hij zijn zegemars voor. Op 13 juni trekt hij de Senaatslijst voor de PS. Zijn pluchen zetel zal hij evenwel afstaan aan zijn broer Jean-Marie, eerste opvolger.

Vorig jaar verhuisde José van Voeren naar Luik om naar de gunst van alle Waalse kiezers te kunnen dingen. Daarmee erkende hij impliciet dat de Voerstreek tot Vlaanderen behoort. Of in zijn terminologie: dat Voeren “door Vlaanderen bezet Waals gebied” is.

De Voerenaar wil de Vlamingen verlossen van enkele illusies. Dat alleen het Vlaams Parlement degelijk voorbereid zou zijn op de komende communautaire dialoog, is een foute indruk. De Franstaligen hebben er minder woorden aan vuil gemaakt, maar onlangs heeft het Waals Parlement in alle stilte de Franse Gemeenschap omgedoopt tot la Communauté Wallonie-Bruxelles. Dat is meer dan semantiek en het is veel meer dan het eindeloos herhaalde “non”. Als PRL-voorzitter Louis Michel tenminste zijn woord houdt. Het woord waarmee hij nu al enkele jaren op het Fête de Fourons Happart zot maakt van glorie.

Toen u in 1984 naar de PS kwam, zei u: “J’ai rendez-vous avec l’histoire.” U acht het moment blijkbaar aangebroken?

Happart: Dat moment kwam er al in 1988 met de staatshervorming. Daar zijn mede onder mijn invloed belangrijke stappen gezet. Brussel werd in 1989 bijna een volwaardig gewest. Ook mijn plaats op de Europese lijst heeft bijgedragen tot de omvorming van België van een unitaire naar een federale staat. Ik heb mijn historische rol dus al gespeeld. Als ik straks minister word – en als alles naar wens verloopt, zal dat ook zo zijn -, is het niet voor de geschiedenisboekjes. Ik wacht met ongeduld op dat moment omdat ik mij dan eindelijk op het terrein concreet zal kunnen inzetten voor Wallonië, en niet langer puur institutioneel. Dat was maar de préalable.

U rekent er wel op dat u na 13 juni nog mee kunt onderhandelen over een staatshervorming, als die er komt?

Happart: Ik hoop dat ik mee aan tafel zal zitten. En ja, er zal een belangrijke communautaire onderhandeling plaatsgrijpen, is het niet direct na 13 juni dan toch in de maanden die volgen. Sneller in elk geval dan sommigen geloven.

Uw partij, de PS, wil er niet van weten. Toch hebt u de zeer defensieve partijnota over de staatshervorming mee goedgekeurd. Daarin staat dat de PS de terugkeer van Voeren naar Luik eist, àls de Vlamingen over meer bevoegdheden willen praten.

Happart: Dat is zeer voorwaardelijk, maar wel zeer comfortabel voor mij. De PS, en trouwens ook de PRL, nemen Voeren mee in hun vaandel. Als de Vlamingen ons tot onderhandelingen dwingen, zal er eerst over Voeren, het statuut van Brussel en de rand moeten worden gesproken. Nog voor het eerste woord over de sociale zekerheid valt.

Bizar, de meeste Vlamingen denken dat uw rol is uitgespeeld. Dat u thuishoort in een afgesloten hoofdstuk uit de politieke geschiedenis van België. En met de “crisette” van 1995 was voor de Vlaamse politici ook het Voerens probleem van de baan. De rest is folklore.

Happart: U hebt het over een crisette, ik vind dat een lachwekkend woord. Het was geen crisis en geen crisette, maar een moment van onderhandelingen zoals er nog zullen plaatsvinden over Voeren. Ik heb altijd geopteerd voor kleine pasjes. In 1995 is er door de federale regering een reële inspanning gebeurd voor de financiering van de Franse Gemeenschap. Op dat moment kon zo’n tussenstap mij bevredigen. Meer zat er niet in omdat de Vlamingen op dat moment niet rijp waren voor een grote communautaire ronde. Vandaag wel, prima, dan zal ik er ook weer staan. En ik ben niet langer alleen om de herziening van de taalgrens te eisen. Een biregionaal statuut en volledige tweetaligheid voor Voeren lijken mij een goede oplossing voor iedereen.

Hebt u nooit het gevoel gehad dat Philippe Busquin, Elio Di Rupo en Jean-Luc Dehaene u met het Voeren-akkoord in 1995 een kat in een zak hebben verkocht?

Happart: Ik weet perfect hoelang de kruik te water gaat tot ze barst. Ik heb toen dat akkoord getekend omdat ikzelf en mijn beweging Retour à Liège daar op dat moment konden mee leven. Zoals gezegd, in afwachting van het grotere werk. Het akkoord was in orde, maar het is niet gehonoreerd door de Vlamingen. Die hebben het geluk dat de Vlaamse kamer van de Raad van State meer aan politiek doet dan aan rechtspraak. Het is dus zeker niet de PS die mij bedrogen heeft. De Vlamingen vergissen zich deerlijk als ze denken dat Happart niet meer meespeelt. De Walen willen niet dat ik het politieke toneel verlaat. Mijn verhuis van Voeren naar Luik heeft geen enkele weerslag gehad op de opiniepeilingen. Ik wacht op de onderhandeling van 1999. In 2000 zijn er gemeenteraadsverkiezingen en op 1 januari 2001 moet er opnieuw een burgemeester worden aangeduid in Voeren. Ik denk dat de grote institutionele stap vooruit in 2000 zal worden gezet. Des te beter dus als ik een ministerpost heb die mij toelaat om te wegen op de institutionele beslissingen die Wallonië zal nemen, in overleg met Brussel.

U rekent daarbij op de PRL en Louis Michel die uw eis voor een biregionaal statuut voor Voeren steunt. Het is en blijft een vreemde alliantie. De PRL heeft altijd de kaart van de francofonie getrokken, niet van het Waalse regionalisme dat u voorstaat.

Happart: Het is misschien een vreemde alliantie, maar ze is er nu wel. Ik heb ook een andere PRL gekend. In 1985 zei Jean Gol dat Voeren een middelmatig probleempje was. De liberalen zijn veranderd, zeker onder Michel.

Vreest u niet dat Michel zijn Voerense belofte zal vergeten, als dat de prijs zou zijn om in de regering te komen?

Happart:Wait and see. Tot het bewijs van het tegendeel heb ik geen reden om te twijfelen aan de communautaire wil van de PRL. De liberalen zijn even vastbesloten als de PS om eisen te stellen over de uitbreiding van Brussel en het statuut van Voeren. Ik weet dat Vlaanderen ervan uitgaat dat de Franstaligen dat niet zullen durven te vragen. Maar waarom zou Michel de Vlamingen niét voor hun verantwoordelijkheid plaatsen als het om het voortbestaan van België gaat? Tot nu toe zeiden de Vlamingen altijd dat we hun zin moesten doen of dat het anders gedaan was met België. En de Walen krabbelden altijd terug. Dat kan veranderen als de Walen beginnen in te zien dat België toch vooral voordelen heeft voor Vlaanderen. Het zijn de Vlamingen die er economisch het best bij varen. Het zijn de Vlamingen die de beste politieke en diplomatieke postjes bezetten. Als Vlaanderen België verliest, moet het ook die privileges opgeven. Dus, diegene die het meest aan België vasthoudt, zal moeten toegeven. En als niemand nog vindt dat België moet, dan stoppen we ermee.

Met de PRL pakt u er ook het FDF bij. Die hebben nog minder sympathie voor het Waalse regionalisme dan Louis Michel.

Happart: Dat klopt. Het FDF bestaat uit communautaristen en Olivier Maingain is zelfs een rattachist. Ik niet, ik ben voor een Belgische confederatie in een Europese constructie. Maar dat is nu de kwestie niet. Het belangrijkste is dat we vandaag een breed politiek front hebben om met eensgezinde eisen uit te pakken bij de Vlaamse onderhandelaars. Eens die buit binnen is, doen we wat we willen. Dan regelen we wel onder Franstaligen, Brusselaars en Walen, wat we samen zullen doen. Vlaanderen heeft iets gemist de laatste jaren. De PS spreekt niet langer over de Franse Gemeenschap. Het heet voortaan de Gemeenschap Wallonië-Brussel, en het Waals Parlement is de PS daarin gevolgd. De Franse Gemeenschap zoals Olivier Maingain het bedoelde, bestaat niet meer.

U kunt Maingain toch niet zomaar negeren?

Happart: Maingain speelt een belangrijke rol in PRL-FDF. Maar dat is de PS niet.

U waarschuwde uw Franstalige collega’s: “Vandaag neen zeggen betekent zoveel als de oorlog van morgen voorbereiden, want de Vlamingen zijn er klaar voor.”

Happart: Daarvan ben ik overtuigd. Ik hoop dat het geen gewapende oorlog wordt. Als Vlaanderen morgen zegt dat het de Belgische boot wil verlaten, is er niemand die dat kan tegenhouden. Het probleem is Brussel. Vlaanderen kan voor zichzelf beslissen, maar niet voor Brussel. Hoe ver willen de Vlamingen gaan in de confrontatie? Zullen ze desnoods geweld gebruiken om Brussel in hun valiezen te steken? Ik ben er innig van overtuigd dat de Vlamingen klaar zijn om fysieke druk uit te oefenen. Ik ken ze. Ik heb ze in Voeren ook al zien marcheren.

Dat was het Taalaktiekomitee (TAK), niet Vlaanderen. Vandaag is TAK een olijk clubje dat zo nu en dan eens “boe” mag komen roepen op de bezoekerstribune van het Vlaams Parlement. Zo folkloristisch als uw vlaggenparade op 11 juli.

Happart: Dat kan best zijn, maar het neemt niet weg dat ze destijds nooit veroordeeld zijn door de Vlaamse partijen die zich democratisch noemen. Ze hebben ze laten doen, en de rijkswacht stond aan de kant van de agressor. Johan Sauwens (VU) stond mee op de barricaden met TAK en VMO. Hij is er alleen maar sterker door geworden. Of is het toeval dat hij het tot minister geschopt heeft? Nee, ik twijfel er niet aan. La grosse bagarre morgen zal om Brussel gaan. De enige mogelijke confederale formule in België bestaat uit drie gewesten: Vlaanderen, Wallonië en Brussel. We zullen moeten aanvaarden dat de Brusselaars zichzelf besturen. Ook Jos Chabert (CVP) wil dat. Het meningsverschil daarover tussen hem en Luc Van den Brande (CVP) geeft mij gelijk.

Hebt u de kostprijs van een boedelscheiding voor Wallonië al uitgerekend?

Happart: Ik vraag niet om een splitsing. Maar als we met de rug tegen de muur worden geduwd, moeten we het zien te redden. Ik ben niet bang om alleen te staan. Er is enkel maar wat moed voor nodig. En zin voor risico. Dat is mijn boodschap voor de Walen: we moeten morgen beter en goedkoper worden om een deel van de markt te heroveren. Het kan. Tsjechië was het arme broertje in Tsjecho-Slovakije, maar na de boedelscheiding is het er sneller op vooruitgegaan dan het andere landsgedeelte. Weet u dat een Waal met eenzelfde inkomen als een Vlaming gemiddeld meer belastingen betaalt? En weet u ook waarom? Omdat fiscale fraude makkelijker is in Vlaanderen dan in Wallonië. De controles zijn in het noorden van het land systematisch minder streng. Dat heeft met cultuur te maken. Vlaamse ambtenaren zijn vaker van CVP-huize en derhalve gevoelig voor de belangen van de bedrijfswereld. In Wallonië is de administratie veeleer socialistisch en wordt er dus strenger toegekeken op de fiscale plichten. Het gevolg is dat Vlaanderen concurrentiëler kan zijn. Als er in Wallonië een spoorweg wordt aangelegd, is meer dan tachtig procent van de aannemers Vlaams. Niet omdat de Vlamingen moediger zouden zijn of harder werken, maar gewoon omdat ze sterker staan op de markt.

U deelt de Senaatslijst met Philippe Moureaux, een Coolsist die het nooit heeft begrepen op uw wallingantisme. Vorig jaar verweet u hem nog dat hij u en uw kameraden in 1988 voor fascist uitschold op een moment dat hij met Uniop aan het onderhandelen was. De onkreukbare Happartisten tegenover de affairisten, nu broederlijk verenigd.

Happart: Ik deel de lijst met Moureaux niét. Ik sta op één, Moureaux op twee. Een Waal en een Brusselaar die over vele zaken anders denken. And so what? Het kan de duidelijkheid alleen maar bevorderen. De kiezers weten wat ik doe, wat mijn politiek en institutioneel programma is. En ze weten waar Philippe Moureaux voor staat. Zo zullen we tenminste een duidelijke indicatie krijgen van de communautaire koers die de kiezer van ons verlangt.

Wat als u na 13 juni toch met lege handen achterblijft? Geen ministerpost en geen communautaire winst. Verlaat u dan de PS of zelfs de politiek?

Happart: Dat zal ik u vertellen op 13 juni. Ik heb in elk geval nog ambities genoeg voor mijn streek. Vandaar dat die man met de documenten over Cools mij heeft kunnen misbruiken. Wie beweert dat hij jobs wil creëren in Wallonië, raakt mijn zwakke plek.

Filip Rogiers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content