Met De mars benadert E.L. Doctorow de grote oorlogsficties van Stendhal en Tolstoj.
De nieuwste roman van de Amerikaanse auteur E.L. Doctorow is een beklijvend oorlogsepos, waarin de lange mars wordt beschreven die generaal William Tecumseh Sherman en zijn troepen ondernamen tegen het einde van de Amerikaanse burgeroorlog. Nadat Sherman Atlanta had ingenomen en platgebrand, vervolgde hij half november 1864 zijn weg door Georgia, South Carolina en North Carolina tot in april 1865 de zuidelijke troepen zich overgaven en de eenheid van de Amerikaanse statenbond hersteld was. Gedurende die vijf maanden lange campagne dwars door vijandelijk gebied vernielde Sherman plantages en hele steden als deel van zijn krijgsstrategie.
De Amerikaanse burgeroorlog was de eerste moderne, gemechaniseerde oorlog, waarin de industriële productie van wapentuig en de transportmogelijkheden van stoomboot en stoomtrein een grote rol speelden. De Mars laat aanvoelen wat vermeerderde vuurkracht en grotere mobiliteit betekenen voor de soldaten in het veld en de burgers die door het oorlogsgeweld overrompeld worden. Er stierven 600.000 soldaten in de Amerikaanse burgeroorlog. Die gruwelijke statistiek wordt geconcretiseerd en geparticulariseerd in dit boek. Door te lezen, ondergaat men de oorlog niet aan den lijve en oorlogsgeweld is onder geen woorden te vatten. Toch benadert Doctorow de grote oorlogsficties van Stendhal en Tolstoj en heeft hij een boek geschreven dat een plaats heeft naast Stephen Cranes klassieker The Red Badge of Courage als fictioneel relaas van het grote conflict tussen de Amerikaanse staten.
Oorlog is chaos, avontuur, ellende. Doctorow is erin geslaagd, zonder postmoderne fratsen of grote romantechnische experimenten, al die facetten een epische dimensie te verlenen. De roman bezorgt ons een overzicht van de krijgsverrichtingen, maar ook een doorzicht. We zien hoe Sherman met groot meesterschap zijn strategieën uittekent, terwijl hij op tactisch vlak afhankelijk blijft van toevalligheden en de speling van het lot. Voor de gewone soldaat is oorlog een kwestie van iedere dag weer de dag door te komen. De lange marscolonne beweegt zich door het winterlandschap als een zielloos, collectief organisme, waarin ieder individu beroofd wordt van zijn eigenheid en enkel het overlevingsinstinct de dagelijkse kommer dirigeert. Op het slagveld heeft de soldaat geen enkele controle over zijn (voort-)bestaan. De obussen slaan willekeurig in en de kogels maken toevallige slachtoffers. Posities worden veroverd en daarna weer prijsgegeven. Vriendschappen worden gesloten en abrupt weer afgebroken door dood of verwonding. De roman vertelt vele verhalen en ze lopen kriskras door elkaar. Personages komen binnen het vizier van de verteller en verdwijnen even plots. De oorlog kent niet de luxe van het afgeronde geheel.
Tijdens Shermans lange mars wordt alles hertekend. Niet alleen de sociale en raciale verhoudingen worden overhoop gehaald (een gewezen slavin wordt, bijvoorbeeld, de toeverlaat van haar vroegere meesteres), maar zelfs de verhouding van de mens tot het landschap wordt grondig gewijzigd: door de krijgslogica wordt een idyllisch landschap plots een moordende hinderlaag, een stad een plaats waar de opgekropte spanning bij de soldaten zich ontlaadt in dronken orgieën. Binnen zo’n chaos kan het individu zich enkel handhaven door list en vermomming. De roman wordt voortgestuwd door de vindingrijkheid van de personages, die de steeds wisselende omstandigheden naar hun hand weten te zetten.
De lezer wordt geen enkel afgrijselijk detail bespaard. Het boek rolt voort op golven van bloed en slijm: amputaties hebben plaats zonder verdoving, soldaten creperen van honger en kou, moeders ontdekken het lijk van hun zoon, steden worden geplunderd, vrouwen verkracht. En toch is de roman een soort ode aan de menselijke vastberadenheid.
De oorlog is een karaktertest. De brede waaier aan personages – zuiderlingen zowel als noorderlingen, generaals zowel als gewone piotten, burgers zowel als soldaten – vertonen zich in hun ware gedaante onder druk van de buitengewone omstandigheden. Binnen de anonimiteit van de oorlog en het algemene leed is er toch een marge voor moreel of immoreel handelen. Doctorow benadrukt de absurditeit van geweld. Maar de Amerikaanse burgeroorlog, die leidde tot de afschaffing van de slavernij in het zuiden van de Verenigde Staten, blijft ook in zijn relaas een rechtvaardige oorlog. Sherman en Lincoln blijven recht als iconen. En individuele daden van medemenselijkheid vormen een tegenwicht tegen de allesoverheersende gruwel. Het zijn vooral de vrouwen in deze roman die hun rol van zorgverstrekkers blijven vervullen. Hun goedheid is als vanzelfsprekend en overstijgt de ideologische en politieke tegenstellingen die het conflict deden ontvlammen.
E.L. DOCTOROW, ‘THE MARCH’, RANDOM HOUSE, NEW YORK, 384 BLZ., 12,95 euro. E.L. DOCTOROW, DE MARS. VERTAALD DOOR SJAAK COMMANDEUR. DE BEZIGE BIJ, AMSTERDAM, 24,90 euro.
DOOR kristiaan versluys