West-Europa mag op zijn achterste poten staan, Lakshmi Mittal gaat onverdroten verder met zijn verovering van de stalen wereld.

‘Morgen breng ik een overnamebod uit op jullie’, meldde Lakshmi Mittal kurkdroog aan de telefoon. ‘Meer heeft hij toen niet gezegd’, aldus een verbouwereerde Guy Dollé, topman bij Arcelor. ’s Anderendaags deelde de Indiase staalgigant tijdens een druk bijgewoonde persconferentie in Parijs nog mee voor welk bedrag hij zijn grootste concurrent zou willen binnenhalen: 18,6 miljard euro. Een habbekrats.

Lakshmi, dat is de hindoeïstische godin van de overvloed. En Mittal, tja. Indisch voor ‘metaal’, wellicht. Vader Mittal had al een staalbedrijfje in Calcutta. Lakshmi mocht er de post ronddelen. Tot hij geloofde dat hij het zelf ook kon, maar dan beter. Dertig jaar later staat hij derde op de Forbeslijst van de allerrijksten ter aarde. ‘En toch zijn we een gewone familie gebleven, die bij het ontbijt over staal praat’, vertelde Mittal in een van zijn zeldzame interviews aan het Nederlandse Elsevier. Dat ontbijt speelt zich sinds het voorjaar van 2004 af in zijn optrekje in de Londense Billionaire’s Row, de Kensington Palace Gardens. Het paleis geeft Mittal een ‘veilig gevoel’, inbegrepen in de recordkostprijs: 100 miljoen euro.

88 procent van de aandelen is in handen gebleven van de familie. Dochter Vanisha, wier huwelijk in de paleizen van Versailles bijna 50 miljoen euro kostte, werkt in het bedrijf. Zoon Aditya is al een tijdje verantwoordelijk voor fusies en overnames, het handelsmerk van Mittal Steel.

Een overname in 1989 van een verliesgevende staalfabriek uit Trinidad en Tobago is de echte start van Mittals explosieve internationale carrière. Een jaar later was dat bedrijf alweer winstgevend. Begin jaren negentig slaat Mittal ook de Mexicaanse nummer drie en de Canadese nummer vier aan de haak. Om zich dan voor het eerst te concentreren op het voormalige Oostblok, lagelonenlanden die na de val van het IJzeren Gordijn net zoals heel Afrika en Zuid-Amerika zaten te wachten op mensen als Mittal. Zijn recept? Koop een zieltogend staalbedrijf voor een prikje, bespaar op het personeelsbestand en investeer in de productiecapaciteit. Breng het vervolgens op temperatuur en proef na luttele tijd al de zoete winst.

Dat hij de voorbije jaren ook grotere staalconcerns onder zijn vleugels had gekregen, moest bij Arcelor wel al een belletje hebben doen rinkelen. In tegenstelling tot Mittal Steel zijn de aandelen daar enorm versnipperd; de Luxemburgse overheid is met amper vijf procent de grootste aandeelhouder. ‘Een keer heeft hij er mij over aangesproken’, herinnert Dollé zich in De Tijd. ‘Op een diner van de internationale vereniging van staalconcerns, tussen de kaas en het digestief. Ik ben daar niet op ingegaan, omdat ik het voorstel niet serieus nam.’

Ook nu reageerde Dollé aanvankelijk onderkoeld: ‘Belachelijk, dat voorstel’ en ‘lichtjaren verwijderd’ van een aanvaardbaar bod. Gespierde taal waarachter echter geen concrete verdedigingsstrategie schuilde. Mittal voelt er zich alleszins niet door aangesproken. In een nooit gezien charmeoffensief vloog hij Europa rond om de regeringsleiders gerust te stellen van die landen waar Arcelor de meeste werknemers heeft. In ons land zijn dat er 16.000. Via de telefoon verzekerde Mittal premier Guy Verhofstadt (VLD) dat hij zich bij een overname zou houden aan de afspraken die de overheid had met Arcelor. Verhofstadt nam daar genoegen mee, in Frankrijk werd Mittal iets minder vriendelijk ontvangen. Na zijn blitzbezoek was er van dat wantrouwen echter nog weinig te merken. Premier Dominique de Villepin en zelfs zijn minister van Economie Thierry Breton, die aanvankelijk strijdbare taal had gesproken, leken zich neer te leggen bij de onvermijdelijke Indiër.

Is de présence van Mittal dan werkelijk zo overweldigend? Slechts een concreet voorval uit 2002 doet daaraan twijfelen. De staaltycoon was, zoals zovele leden van de Londense happy few, al jarenlang een grote sponsor van New Labour. Maar toen bezorgde Mittal de partij een cheque van 125.000 pond, net op het moment dat de Britse premier Tony Blair in een brief aan zijn Roemeense ambtsgenoot schreef dat de verkoop van een pas geprivatiseerd staalbedrijf de toetreding van Roemenië tot de Europese Unie alleen maar zou versnellen. Het bezorgde Blair uiteindelijk meer last dan Mittal. Andere beschuldigingen tegen hem konden nooit worden hardgemaakt. Integendeel, Mittal heeft sociale programma’s lopen om de plaatselijke bevolking rond de Mittalfabrieken in de ontwikkelingslanden aan onderwijs en gezondheidszorg te helpen. Het heeft hem een imago van weldoener opgeleverd, een label waarvan ook de andere rijken der aarde al lang de voordelen ontdekt hebben.

Hannes Cattebeke

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content