George W. Bush handhaaft Alan Greenspan als voorzitter van de Amerikaanse centrale bank. Ondanks de vele kritiek.

A saint or a sucker? Een heilige of een mislukkeling? Alan Greenspan, de voorzitter van de Federal Reserve (Fed), de Amerikaanse centrale bank, zal wellicht even met de ogen hebben geknipperd toen hij in maart 2002 de kop las boven zijn biootje in de prestigieuze zakenkrant Financial Times. De haute finance twijfelt dus aan Greenspan, president George W. Bush niet: vorige vrijdag bevestigde hij het ‘vertrouwen in Greenspans rentmeesterschap’ door hem ook voor de volgende vier jaar als voorzitter van de Federal Reserve te handhaven. Greenspan zal wellicht maar de helft van die termijn uitzitten, omdat zijn mandaat bij de raad van gouverneurs van de Fed, een levensvoorwaarde voor het voorzitterschap, niet meer voorbij 2006 hernieuwd kan worden. Het wordt het einde van een tijdperk.

Alan Greenspan, beleggingsconsultant en voormalig economisch adviseur van Richard Nixon, George Bush senior en Ronald Reagan (de laatste twee trouwens in aanloop naar de presidentsverkiezingen van 1980), volgde in 1987 de Democraat Paul Volcker op aan het hoofd van de Fed. Greenspan zou er uitgroeien tot een bijna mythisch figuur, hoewel hij zelf nooit op een opmerkelijke publieke uitspraak is betrapt. Die ene regel, uitgesproken in de vijfde week van zijn voorzitterschap, is tekenend voor Greenspans hele carrière: ‘Sinds ik centrale bankier werd, leerde ik uitstekend onsamenhangend mompelen. Als ik niet helder genoeg overkom, heeft u me wellicht verkeerd begrepen.’

In volstrekte stilzwijgendheid heeft Greenspan vele woelige watertjes doorzwommen. Drie maanden na zijn aanstelling crashte Wall Street en raakte de wereld in paniek. Greenspan overleefde amper de schok, maar hij zou in de jaren ’90 vlotjes uitgroeien tot een van de belangrijkste mensen op de aardbol – misschien wel belangrijker dan de Amerikaanse president zélf, want Greenspan kan met één uitspraak of één druk op de knop de opbrengst van uw en mijn spaarcenten beïnvloeden. Zijn bewonderaars prijzen de Heilige Greenspan als de man die eigenhandig de boom van de Amerikaanse economie inspireerde en als de wonderdokter die in 1995 de financiële crisis in Mexico en eind jaren ’90 in Azië en Rusland hielp bezweren.

Maar zijn criticasters verwijten Greenspan de ontsporing van de schuldgraad van de Verenigde Staten (van 160 naar 300 procent van het bruto nationaal product) en het zware deficit van drie procent op de betalingsbalans. De Amerikanen geven méér uit dan ze hebben gespaard – ze financieren er onder meer een deel van de economische groei in China mee – en dat leidt rechtstreeks tot de afwaardering van de dollar die nu al volop aan de gang is, en die Greenspan op zijn conto mag schrijven. Misschien heeft Greenspan de centen van hardwerkende Amerikanen dan toch niet zo fantastisch beheerd. n

F.D.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content