Het Amerikaanse leger besteedt steeds meer taken uit aan privé-bedrijven. Ook in Irak. Een evolutie die heel wat vragen oproept.

De vier Amerikanen die enkele weken geleden op gruwelijke wijze aan hun eind kwamen in de straten van Faluja, waren geen soldaten maar werknemers van Blackwater Security Consulting. Ze waren ingehuurd om de voedseldistributie in de stad te beveiligen. Schuilend onder namen als Halliburton, MPRI, het cryptische DynCorp en Logicon, vormen bedrijven als Blackwater Security Consulting het nieuwe zakelijke gezicht van moderne oorlogsvoering.

In vele uithoeken van de wereld vervullen Private Military Companies (PMC’s) steeds meer taken die tot voor kort voor militairen gereserveerd waren; ze bouwen barakken, bereiden het eten, onderhouden geavanceerde B-2 stealth-bommenwerpers en F-117-straaljagers, bedienen onbemande Global Hawk- en Predator-vliegtuigen en plannen oorlogsstrategieën en geheime missies. Met 250 voormalige militairen aangevuld met 400 Iraki’s heeft Custer Battles de veiligheid van Bagdads vliegveld onder zijn hoede. Dertig kilometer van de Jordaanse hoofdstad Amman runt DynCorp een politieopleiding, waar de komende twee jaar 35.000 Iraakse politieagenten klaargestoomd worden. En in de Koeweitse woestijn laden en lossen honderden vrachtwagens voorraden in ’s werelds grootste distributiecentrum, met als eindbestemming legereenheden in Irak. Hier zwaait Kellogg, Brown & Root (KBR), een dochteronderneming van Halliburton, de scepter.

Moderne oorlogsvoering heeft een verregaande privatisering en commercialisering meegebracht.

Volgens Peter Singer, defensiespe- cialist aan het Brookings Instituut in Washington en auteur van Corporate Warriors; The Privatization of Warfare, verbleef er tijdens de eerste Golfoorlog één civiele collega voor elke vijftig militairen nabij het front. Tijdens de recente opmars naar Bagdad opereerden zo’n 20.000 burgers in de regio ter ondersteuning van het Amerikaanse leger. Een verhouding van één op tien. KBR brengt de legerpost rond, doet de was, verzorgt schoon water en onderhoudt het Amerikaanse Patriot raketafweersysteem in Jordanië. Global Risk Strategies International, een Brits bedrijf, mocht de nieuwe Iraakse geldeenheid distribueren. Ook buiten Irak bloeit de markt . Verscholen achter donkere zonnebrillen ogen de zwaarbewapende bodyguards van de Afghaanse leider Hamid Karzai als Amerikaanse elitetroepen. Donald Rumsfeld heeft Karzais bewaking al maanden geleden overgedragen aan DynCorp. MPRI biedt onder het goedkeurende oog van het Pentagon oorlogstraining aan landen als Nigeria, Bosnië, Saudi-Arabië, Oekraïne en Kroatië. In Colombia besproeien vijftig piloten van DynCorp cocaplantages met gif, als onderdeel van Amerika’s drugsoorlog in de regio. In Liberia werd Pacific Architects ingehuurd om de komst van de Nigeriaanse vredesmacht en het vertrek van president Charles Taylor voor te bereiden. ‘De eerste persoon die onze militairen in Bosnië begroet en de laatste die ze uitzwaait, is een medewerker van Halliburton’, pochte voormalig topman en tegenwoordig vice-president Dick Cheney ooit.

Weinig te vrezen

Het uitbesteden van oorlogs- en vredestaken, voorheen het exclusieve domein van de overheid, aan winstgeoriën- teerde ondernemingen roept vele vragen op. Waar ligt de verantwoordelijkheid als ingehuurde burgers zich misdragen?

Enkele medewerkers van DynCorp bleken in Bosnië vrouwen tot prostitutie te dwingen. ‘Ze hadden zelfs een video waarop twee meisjes verkracht werden’, schudt Singer ongelovig zijn hoofd. DynCorp was ingehuurd om Amerika’s bijdrage aan de civiele politiemacht van de Verenigde Naties (CIVPOL) voor zijn rekening te nemen. Hierdoor konden duizenden reservesoldaten thuis blijven. ‘Een soldaat die zich misdraagt, kun je voor de krijgsraad berechten. Een burger kan veelal alleen zijn baan verliezen’, schetst Singer het probleem. Ter plaatse hadden de betrokken werknemers van DynCorp weinig te vrezen. ‘Zij waren juist in Bosnië gestationeerd omdat het de lokale ordehandhavers aan macht ontbrak.’

Gezien de schaal waarop militaire taken worden uitbesteed, wijst Singer op het verbazende gebrek aan internationale rechtsafspraken. Zo zitten sinds maart vijftien medewerkers van Logo Logistics achter de tralies in het olierijke Equatoriaal Guinee. Tientallen ‘collega’s’ werden in Zimbabwe opgepakt. Volgens de regering in Guinee betrof het een groep huurlingen die president Teodoro Obiang Nguema Mbasongo uit het zadel wilden helpen. De beschuldigende vingers gingen richting de Britse en Spaanse geheime diensten. ‘Onschuldige mijnwerkers onderweg naar Burundi en Congo’, verklaarde de oprichter van Logo Logistics Simon Mann. ‘Mann, een voormalig Brits commando, was hoogstwaarschijnlijk ingehuurd door mensen in regeringskringen die hun oog op het presidentschap hadden laten vallen’, is de inschatting van Singer. ‘Maar hij overtrad geen enkele internationale wet.’

Steeds vaker worden PMC’s ingezet in donkere uithoeken van de wereld wanneer de volksvertegenwoordiging de handen van een regering bindt. ‘MPRI was verantwoordelijk voor de training van Kroatische strijdkrachten die zich niet veel later tijdens Operation Storm schuldig zouden maken aan etnische zuiveringen’, licht Singer toe. Dat offensief leidde tot duizenden vluchtelingen en een aanklacht voor oorlogsmisdaden aan het adres van Kroatië. Het was het Pentagon dat – beperkt in z’n handelsvrijheid door een wapenembargo – de Kroa- tische minister van Defensie met MPRI in contact had gebracht. Uit vrees voor Vietnamese taferelen heeft het Congres de Amerikaanse inbreng in de Colombiaanse drugsoorlog wettelijk beperkt tot 400 militairen en 400 civiele adviseurs. Lokaal aangenomen personeel valt evenwel niet onder deze aantallen. Het ingehuurde DynCorp tapt voor de oorlog tegen drugs daarom grootschalig uit het arbeidsaanbod in Zuid- en Midden-Amerika. Bijkomend voordeel: dodelijke slachtoffers leiden tot beperkte publieke consternatie aan het thuisfront.

Hoogtechnologisch

De militaire leiding maakt zich vooral zorgen over de betrouwbaarheid en toewijding van ingehuurde burgerkrachten. Medewerkers van een PMC zijn verbonden aan een arbeidsovereenkomst en hoeven geen militaire orders op te volgen. Niets houdt hen tegen om cruciale taken neer te leggen zodra de kogels om de oren beginnen te vliegen. Daar komt bij dat steeds meer hoogtechnologische en intellectuele taken worden uitbesteed. Vroeger bouwde Northrop Grumman een vliegtuig waarna het aan de luchtmacht overhandigd werd. Tegenwoordig blijft het bedrijf verantwoordelijk voor onderhoud vanwege de complexiteit van een modern toestel. Het gevolg is een brain drain binnen het leger.

De langetermijnimplicaties van de groeiende invloed van PMC’s baart de legertop ook zorgen. ‘Jonge soldaten kijken met schuine ogen naar de salarissen van hun civiele collega’s’, is de ervaring van Singer. 700 dollar per dag is niet uitzonderlijk in Irak, een veelvoud van een legersalaris. Vele soldaten verlengen hun contract niet en bieden hun ervaring op de markt aan. ‘En de vraag is groot’, aldus Singer. Met name voor elite-eenheden. Een ervaren Amerikaanse groene baret verdient in het Amerikaanse leger ongeveer 50.000 dollar per jaar. In de bewakingsindustrie in Afghanistan en Irak kan hij algauw het dubbele verdienen.

Uit vrees voor een exodus heeft zowel het Huis van Afgevaardigden als de Senaat de afgelopen maand hoorzittingen gehouden. ‘Er is niet zozeer een gebrek aan loyaliteit’, verklaarde oud-generaal Wayne Downing. ‘De geboden bedragen zijn gewoon te aantrekkelijk.’ Veel van zijn gepensioneerde oud-collega’s hebben onderhand ook een lucratieve positie in deze werkomgeving gevonden. Hoge officieren verdienen makkelijk drie keer een legersalaris naast hun maandelijkse defensiepensioen. Ondanks deze bedenkingen ontbreekt openlijke kritiek binnen het Pentagon vooralsnog. ‘Als je jaagt op een dikbetaalde baan na je legerloopbaan laat je kritiek wel uit je hoofd’, glimlacht Singer.

Generaals met pensioen

De opkomst van commerciële militaire ondernemingen vervaagt in toenemende mate de scheidslijn tussen de civiele en militaire sector. Bestuurders zijn vaak gepensioneerde officieren. MPRI gaat er prat op dat er in zijn hoofdkantoor meer generaals per vierkante meter rondlopen dan in het Pentagon. Het heeft meer dan 10.000 voormalige militairen op de loonlijst staan. Zij bedienen een markt waarin wereldwijd naar schatting 100 miljard dollar per jaar wordt omgezet. Het afstoten van militaire taken wordt gestimuleerd door beloofde kostenbesparingen. Met 25 miljard dollar per jaar is het Amerikaanse ministerie van Defensie veruit de grootste klant. Logistieke werkzaamheden – van simpele taken als schoonmaken, het tanken van benzine tot het invliegen van troepen en programmeren van computers – slokken ongeveer een derde deel op van Amerika’s 400 miljard dollar grote defensiebudget. Marktgeoriënteerde ondernemingen werken effi- ciënter, zitten niet vast aan lange arbeidscontracten en maken vaak gebruik van goedkoop lokaal personeel. Dat leidt tot dramatische besparingen. ‘Theoretisch juist, maar de realiteit laat veel te wensen over’, is de ervaring van Singer. ‘Dergelijke opdrachten hebben vrijwel nooit een korte horizon. We zitten al tien jaar in Bosnië en ik zie ze de komende jaren ook niet uit Irak vertrekken.’

De honderden westerse trainers die DynCorp voor de politieopleiding in Jordanië heeft ingehuurd, blijken ook niet goedkoop. ‘Zij verdienen tussen de 75.000 en 150.000 dollar per jaar’, schat Singer. Daar komt bij dat het beperkte aantal spelers op deze markt vaak alle wetten van vrije marktwerking breekt. Niet voor niets heeft het Pentagon de betaling geblokkeerd van 176 miljoen dollar aan Halliburton voor onjuiste cateringkosten. Al eerder was een onderzoek gestart naar mogelijk te veel in rekening gebrachte kosten voor geïmporteerde benzine met bestemming Irak voor een totaal bedrag van 61 miljoen dollar. In maart dreigde het Pentagon nog eens 300 miljoen dollar aan uitstaande rekeningen van Halliburton niet te betalen. Ongeacht Halliburtons twijfelachtige reputatie is Singer kort: ‘Halliburton is een van de weinige bedrijven in de wereld die dergelijke taken aan of nabij een oorlogsfront aankunnen en de slachtoffers die onderweg vallen kunnen absorberen.’

Dat de gevaren reëel zijn, bleek de voorbije weken opnieuw in Faluja. Al eerder had Tapestry Solutions Inc, ingehuurd door het Pentagon om software te installeren in Koeweit, zijn oprichter Michael Rene Pouliot verloren bij een aanslag. Een KBR-postbode in Irak haalde het nieuws toen een bom onder zijn auto ontplofte. DynCorp verloor drie bewakers van de Amerikaanse ambassade in Tel Aviv tijdens een bomaanslag in Gaza in oktober vorig jaar. Drie medewerkers van California Microwave Systems, onderdeel van Northrop Grumman, worden al vijftien maanden in Colombia in gijzeling gehouden.

Toch voorziet Singer een zonnige toekomst voor de bedrijfstak: ‘Wereldwijd zie ik krimpende nationale strijdkrachten. PMC’s zullen de vrijgevallen ruimte opvangen.’ Had het Pentagon tijdens de Golfoorlog nog bijna 800.000 soldaten ter beschikking, nu zijn dat er minder dan 500.000. Een commercieel vreemdelingenlegioen heeft dit gat gedeeltelijk opgevuld. En dan lonkt er nog een vrijwel onaangebroken pot met goud; de geldverslindende operaties van de Verenigde Naties. ‘Daar liggen in potentie zeer grote opdrachten met een langetermijnhorizon’, meent Singer. Het idee voor commerciële blauwhelmen is het meest ambitieuze voorstel uit de snel volwassen geworden sector. Al in 1994 – toen de wereld machteloos toekeek hoe Rwanda langzaam in anarchie afgleed – belandde een voorstel van Executive Outcomes op het bureau van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties. Het bedrijf bood 1500 huurlingen aan om de chaotische situatie te stabiliseren en zo de alom verwachte slachting te voorkomen. Prijskaartje: 150 miljoen dollar. Singer verwacht commerciële blauwhelmen niet op korte termijn tegen te komen: ‘Er is geen enkel bewijs dat PMC’s een dergelijke taak werkelijk aankunnen.’ Ook Kofi Annan sloeg het aanbod af. ‘De wereld is niet klaar voor geprivatiseerde vrede’, was zijn conclusie.

Jeroen Schuiten

Jonge soldaten kijken met schuine ogen naar de salarissen van hun civiele collega’s.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content