De vier grote internationale zomermanifestaties actuele kunst opereren met een gemeenschappelijk platform online. En zorgen voor extra stress.

Jan Braet

Om hun klassieke vorming te voltooien, reisden Engelse edellieden in de 18e eeuw naar het Europese vasteland, met als hoogtepunt het oude Rome, de overblijfselen van de antieke cultuur en de renaissance. Ze noemden dat ‘ the Grand Tour’. Sommigen namen een kunstenaar mee. Zo hield Richard Wilson de indrukken van de graaf van Dartmouth vast in schetsen, tekeningen en schilderijen. De grote toeristen namen alle tijd om onderweg de natuur en de stadslandschappen helemaal in zich op te nemen.

Een eeuw later, toen de burgerij het voorbeeld van de adel had gevolgd, en de treinen de koetsen begonnen te vervangen, breidde ook de belangstelling van de reizigers zich uit. Van de klassieke naar meer romantische bestemmingen – doordrongen van gotiek en de middeleeuwen – geheel naar de geest van de tijd. Kunstenaars reisden niet langer per se in het gevolg van een adellijke beschermheer, en vertaalden hun duur verworven autonomie in een nieuwe artistieke vrijheid: William Turners lumineuze, haast vloeibare impressies hoefden geen andere smaak dan de zijne te behagen. Toen ten slotte het opkomende massatoerisme het exclusieve karakter van de trip volledig ongedaan had gemaakt, lag het idee van de Grand Tour aan diggelen.

‘Welcome to the Grand Tour of the 21st Century’, zo klinkt het op de gelegenheidswebsite van de verenigde internationale zomermanifestaties actuele kunst, die dit jaar toevallig allemaal samenvallen. De openingen van de Biënnale van Venetië, de jaarlijkse topkunstbeurs Art Basel, de vijfjaarlijkse Documenta in Kassel en de tienjaarlijkse Skulpturprojekte in Münster vinden alle plaats tussen 10 en 16 juni. Hun inderhaast gecreeerd gemeenschappelijk onlineplatform (www.grandtour2007.com) garandeert de kunsttoerist een ‘simpele’ en ‘stressvrije’ trip van de ene pleisterplaats naar de andere.

Alleen een dolgedraaide kunstwereld schaamt zich niet om de idee van de Grand Tour – de langzame cultuurontdekkingstocht in relatie met de natuur en de stadslandschappen – weer op te vissen om er een gruwelijke karikatuur van te verkopen. Deze ‘Grand Tour van de 21e eeuw’ kan niets anders zijn dan een helse race van het ene megaplatform naar het andere, waarbij vele tienduizenden kunstwerken een oogopslag wordt gegund, en alleen de meest sensationele door de media over de hele wereld worden verspreid. Na tien dagen over de tongen te hebben gerold, zullen ze een stille dood sterven.

De vier instellingen, verdedigers van kwaliteitsvolle kunst, bezwijken onder de druk van de kunstmarkt, de cultuurtoeristische industrie en de krap bemeten tijd van de verzamelaars. Ware kunstliefhebbers laten deze zomer de kelk aan zich voorbijgaan, en leggen in een menselijk tempo hun parcours af, groot of klein.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content