De tijd van de juridische spitstechnologie lijkt voorbij. Er rijst verzet tegen de aanpak van pleiters als meester Hans Rieder, verdediger van vetmester Alex Vercauteren. Die wordt ervan verdacht de opdracht tot de moord op veearts-keurder Karel Van Noppen te hebben gegeven.

‘Soms heb ik echt te doen met Alex Vercauteren. Rond deze man is een drama in de maak, want hij lijkt het slachtoffer van zijn eigen advocaten te zullen worden. Ik ben bang dat op 15 april niet het proces van Vercauteren zal starten, noch dat van de moord op Karel Van Noppen. Het proces dreigt dat van de advocaten te worden, en vooral dat van meester Hans Rieder, die zoveel aandacht naar zich toe hebben getrokken dat de belangen van de beklaagden en de burgerlijke partij naar het achterplan verdwenen. De vraag naar de schuld of onschuld van Vercauteren wordt ondergeschikt aan het spel dat zijn advocaten daarover opvoeren.’

Aan het woord is niemand minder dan meester Marc Herssens, stafhouder van de balie in Gent. Een stafhouder waakt er onder meer over dat advocaten zich aan de regels van het spel en van de deontologie houden. Rieder heeft de volgens velen onhebbelijke gewoonte – ‘het is sterker dan hemzelf’, stelt Herssens – de regels van procedure en deontologie ruim te interpreteren.

‘Het is niet aan mij om meester Rieder te vertellen hoe hij zijn beroep moet uitoefenen’, vervolgt Herssens. ‘Een schuinsmarcheerder is hij zeker niet. Maar ik zit vaak met vragen over de manier waarop hij meent zijn werk te moeten doen. Daarenboven schept de aandacht die hij krijgt een totaal verkeerd beeld van wat de advocatuur vandaag betekent. Ik vraag mij af of Rieder zijn rol van advocaat niet ondergeschikt maakt aan die van pleitbezorger van zichzelf. Hij creëerde in dit dossier een vijandbeeld: ik tegen de rest van de wereld. Mogelijk streelt dat de ijdelheid van de strafpleiter, maar de cruciale vraag is: dient het de belangen van zijn cliënt? Zal het odium versus de advocaat niet naar zijn cliënt overslaan?’

EEN INGELIJST PERSBERICHT

In het onderzoek naar de rol van Vercauteren in de moord op Van Noppen joeg Rieder zowat iedereen tegen zich in het harnas, door op alle denkbare manieren het onderzoek te hinderen of te vertragen. Toen hij op 1 maart jongstleden niet alleen de Antwerpse procureur-generaal, Christine Dekkers, maar ook minister van Justitie Marc Verwilghen (VLD) in kort geding dagvaardde om een kopie te krijgen van uit het strafdossier verwijderde stukken, was zelfs voor zijn medepleiter Piet Van Eeckhaut de maat vol.

Op 11 maart stuurde Van Eeckhaut Rieder en zijn pleitpartner Bart De Geest een brief, waarin hij zijn grote bekommernis uitte over ‘de weerslag van de proceduriële (en extra-proceduriële) strategie van de verdediging op de houding van de gezworenen die beslissen over het verdere leven van Alex Vercauteren’.

Iets vergelijkbaars schreef hij die dag aan Vercauteren zelf. Van Eeckhaut was ervan overtuigd dat Vercauterens positie perfect uit te leggen is aan een assisenjury zonder dat daarbij juridische spitstechnologie moet worden opgevoerd. Een doorsnee jurylid, dat dikwijls huiverig staat tegenover arrogante verdedigers van verdachten, zou juridische hoogstandjes gemakkelijk interpreteren als het spuiten van een mistgordijn rond de schuld van een beklaagde.

De hamvraag in het proces over de moord op Van Noppen voor het Antwerpse hof van assisen, waarvan waarnemers vermoeden dat het meer dan anderhalve maand zal aanslepen, zal zijn of Vercauteren de opdracht tot de moord heeft gegeven. Foorkramer en vierderangscrimineel Albert Barrez heeft bekend dat hij de veearts op 20 februari 1995 doodschoot, rijkeluiszoon en wapenhandelaar Carl De Schutter organiseerde de aanslag. Hij deed dat op vraag van een vroegere gevangenisvriend: veehandelaar Germain Daenen, die alle betrokkenheid blijft ontkennen, maar in de periode voor de moord contact met De Schutter had voor allerhande malafide activiteiten.

De bewijslast tegen Vercauteren is mager. Dat blijkt uit een tweehonderd bladzijden lang ‘analyseverslag’ van de meest relevante elementen uit het strafdossier, dat gerechtelijk expert Ivo Vandecraen op vraag van de Turnhoutse onderzoeksrechter Myriam Vrints maakte – een verslag dat overigens al op 4 januari 2001 klaar was. Interessant is dat diverse collega-keurders van Van Noppen al tijdens de eerste verhoren na de moord de naam van Vercauteren (en van zijn kompaan-vetmester José Lernout) lieten vallen als mogelijke opdrachtgever.

Keurder Guido Seurinck meldde zelfs dat er een verband leek te bestaan tussen het afkeuren van dieren van beide heerschappen en verschillende vroegere aanslagen op keurders (hijzelf inbegrepen). Tijdens een huiszoeking bij Vercauteren vonden speurders een ingelijst persbericht over de aanslag op Seurinck – Vercauteren zou daarover verklaren dat het ding hem was opgestuurd en dat hij het als een ‘misplaatste grap’ beschouwde.

Het belangrijkste bezwarende element tegen Vercauteren is het feit dat De Schutter hem formeel herkend heeft als de man die hij twee keer op het marktplein van Sint-Niklaas ontmoette: een keer een week voor de moord om de opdracht in ontvangst te nemen, en nog eens de dag na de moord om het bloedgeld van 14.874 euro op te strijken. De Schutter had eerder wel twee andere vetmesters, Theo Goossens en Walter Remysen, ‘met 100 procent zekerheid’ als de opdrachtgever aangeduid na herkenning op (slechte) foto’s. Goossens verzeilde zelfs in voorarrest, maar na een rechtstreekse confrontatie trok De Schutter zijn beschuldiging weer in, wat hij niet deed met Vercauteren.

DE NIEUWE VERMASSEN

Hans Rieder staat bekend als een advocaat van daders (of beschuldigden) – Paul Quirynen bijvoorbeeld, die Mieke Hendrickx (mevrouw Van Noppen) bijstaat, is een typische ‘slachtofferpleiter’. Rieder verdedigde onder meer fraudeur Jean-Pierre Van Rossem, een van de ontvoerders van Anthony De Clercq, een vrouwenhandelaar uit de Bende van de Miljardair en diverse bonzen uit de drugshandel. Hij werkte zich in de aandacht als advocaat van Lucien en Jan Verkest: de vetsmelters uit de dioxinecrisis. In een gesprek over die zaak bestempelde hij de integere landbouwinspecteur Etienne Cobbaert ooit als een ‘lastige vent’ die hem in verschillende dossiers (van hormonenhandelaars) voor de voeten was gelopen.

De actieve rol van Rieder in de zaak-Van Noppen begon op 10 december 1998 toen Vercauteren hem na een harde ondervraging door de gerechtelijke politie van Turnhout vroeg om uit te vissen wat er gaande was. Rieder confereerde met de toenmalige advocaten van De Schutter, Werner Lens en Ilse Van Mellaert. Eind februari 1999 belde De Schutter hem zelf op, waarbij Rieder bevestigd zou hebben dat hij voor Vercauteren optrad, zodat De Schutter definitief een naam kon plakken op de man die hij in Sint-Niklaas ontmoette.

De contacten tussen De Schutter enerzijds en Rieder en Vercauteren anderzijds werden uitgebreid beschreven in Deel IV van Vandecraens analyseverslag (en in Knack van 29 november 2000). Op 21 mei 1999 stonden er twee Grieken in Rieders kantoor met een geschreven boodschap van De Schutter voor Vercauteren, die vriendelijk werd verzocht 297.000 euro te betalen zodat De Schutter uit de gevangenis kon ontsnappen. Een mislukte poging tot afpersing en de reden waarom De Schutter Vercauteren aan de galg praatte, roept Rieder. Als dat zo zou zijn, waarom liet hij dan de brief met de boodschap vernietigen en belde hij de rijkswacht niet om de Grieken op te pakken, countert De Schutter, daarin blijkbaar gevolgd door de speurders.

Op 5 oktober 2000 stond plots De Schutters broer Jan in Rieders kantoor, onder een valse naam. Rieder had zijn lesje geleerd en gooide hem prompt buiten. Er bestaan vermoedens dat de man kwam vragen hoeveel Vercauteren wou betalen als De Schutter zijn beschuldigingen tegen hem introk.

De eerste demarche van De Schutter had zware gevolgen. Zijn advocaten werden in verdenking gesteld voor poging tot afpersing, maar de beschuldiging werd niet weerhouden. Meester Van Mellaert is wel opgeroepen als getuige. Beide pleiters hielden het voor bekeken. De Schutter wordt nu verdedigd door dandy Jan De Man, met wie problemen kunnen rijzen omdat hij de raadsman was van veehandelaar Remysen, die eerder als mogelijke opdrachtgever van de moord in beeld gekomen was.

Ook moordenaar Barrez dumpte zijn advocaten Pol Vandemeulebroucke en Liliane Verjauw voor de ‘jonge Turken’ Bart Vosters en Johan Plateau. ‘Veel jonge strafpleiters vatten hun beroep als een machogebeuren op en profileren zich als sterren’, poneerde Verjauw vorige week in De Morgen. ‘Dat heeft dan pakweg vijfvoudig moordenaar Freddy Horion als cliënt, en gaat meteen naast zijn schoenen lopen.’ Een onverhulde sneer naar de ambitieuze Vosters, die volgens ingewijden de nieuwe Jef Vermassen wil worden, nog altijd de bekendste strafpleiter in Vlaanderen.

RAADSHEREN WRAKEN

Rieder, die Van Eeckhaut door het duo Christine Mussche en Walter Van Steenbrugge verving, is eveneens opgeroepen als getuige, wat juridische moeilijkheden impliceert. Want een getuige mag in principe niet in een rechtszaal aanwezig zijn tot aan zijn getuigenis, wat moeilijk ligt in het geval van iemand die een cliënt moet verdedigen. Toch dagvaardde het openbaar ministerie hem, volgens sommigen in de hoop dat hij zich terug zou trekken zodat het proces een ‘normaler’ verloop zou kennen – de dagvaarding kan overigens nog altijd ingetrokken worden.

Waarnemers gaan ervan uit dat voorzitter Edwin Van Fraechem van het Antwerpse hof van assisen, door iedereen beschouwd als de meest geschikte man om deze geladen zaak te leiden, een uitzondering zal maken door Rieder toch vanaf het begin in de zaal toe te laten, om Vercauterens rechten van verdediging niet te schaden. Men vraagt zich wel af wat Rieder zal doen. Als hij zich zoals tijdens zijn ondervragingen achter zijn beroepsgeheim verschuilt, zal hij bij de jury de indruk creëren dat hij (of zijn cliënt) iets te verbergen heeft. Als hij toch getuigt, zal dat onder ede zijn.

Niemand sluit uit dat Rieder zijn eigen getuigenis achteraf aanwendt om procedurefouten te pleiten. Zijn optreden tot dusver was een aaneenschakeling van eindeloze procedurekwesties – een van de redenen waarom het onderzoek aansleepte. Op 22 februari 2001 eiste hij voor de kamer van inbeschuldigingstelling (KI) achttien extra onderzoeksdaden, inclusief het in beslag nemen van het persoonlijke dossier dat Flor Van Noppen, de broer van de vermoorde veearts, over de zaak aanlegde. Van Noppen had aan de speurders verklaard dat hij niet met hen wenste mee te werken omdat hij zijn eigen onderzoek voerde.

Slechts drie van Rieders eisen werden ingewilligd, waarop hij alle beroepsprocedures uitputte. Op 13 september wilde hij twee raadsheren van de KI wraken omdat zij betrokken waren geweest bij een zuivering van het dossier. Eerder wou hij alle speurders eruit die met het dossier-Van Noppen in aanraking waren gekomen vóór de zuivering werd doorgevoerd.

De zuiveringsprocedure was nodig omdat de Franse politie blunderde door De Schutter onder ede over de moord te ondervragen. Dat is onwettelijk: een verdachte mag niet worden verplicht zichzelf te belasteren. Om een procedureslag tijdens het proces te vermijden, werd beslist alle gewraakte stukken (3500 pagina’s) uit het dossier te verwijderen. Volgens Rieder zitten daarin echter gegevens die nuttig zijn voor zijn cliënt, zoals de manier waarop De Schutter Goossens en Remysen als opdrachtgever voor de moord aanduidde. Het feit dat Vercauteren of zijn raadsmannen die stukken niet konden inzien en de andere betrokkenen wel, leek hem een schending van het gelijkheidsbeginsel (zie kader).

Rieder leidde daarover een geding in bij het Arbitragehof, dat als een zwaard van Damocles boven het proces-Van Noppen hangt. De behandeling daarvan start op 17 april, dus twee dagen na het begin van het moordproces. Om eventuele calamiteiten te vermijden, liet procureur-generaal Dekkers begin februari in extremis toe dat Vercauterens verdediging onder bepaalde voorwaarden toch inzage kreeg in de bewuste documenten. Er mochten echter geen kopies genomen worden, waarop Rieder een stagiaire met een digitale camera stuurde – volgens Rieders visie zijn foto’s geen kopies. Voor waarnemers de zoveelste daad die het misprijzen versterkte dat velen voor hem koesteren. Zeker omdat hij er desgevallend niet voor zal terugdeinzen om ook dit in een procedureslag uit te buiten. Want, stellen experts, hoe kon Dekkers iemand inzage geven in een deel van het dossier dat in feite niet meer zou mogen bestaan?

Insiders zien een verband tussen de persoonlijkheidsstructuur van de procedurepleiter en de professionele agressiviteit waarmee hij vaak te werk gaat – dat is voor Rieder niet anders.

‘De media hebben echter vaak een verkeerd beeld van de man geborsteld’, zegt stafhouder Herssens. ‘Het komt mij zeker niet toe het proces van de persoon Hans Rieder te maken, maar de bijna mythische gaven die sommigen hem toeschreven, wens ik, overigens in zijn eigen belang, te nuanceren. Ik kan u verzekeren dat ook procedurepleiters zaken verliezen. Niet elke strafzaak gaat ten onder in het maquis de la procédure. Aan de andere kant maken de strafprocedureregels deel uit van onze rechtsorde. Men kan een strafpleiter niet verwijten ze te gebruiken. Zo moet ik toegeven dat ik als advocaat en jurist geen graten kan zien in het initiatief van meester Rieder om het Arbitragehof te vatten. Advocaten dienen wel loyale medewerkers van het gerecht te zijn, in alle omstandigheden. Misbruik van de procedure past niet in deze loyaliteitsverplichting.’

De tijd van de proceduriés is voorbij, meent Herssens: de magistratuur en de publieke opinie pikken het niet meer (zie kader). In tegenstelling tot de gangbare opinie vindt hij wel dat het Belgisch gerecht op sommige niveaus performant presteert: ‘Onze vredegerechten kunnen model staan voor Europa. Vele disfuncties in de strafrechtelijke sector situeren zich op het niveau van een manifest gebrek aan middelen, vooral bij de mensen op het terrein. Onze politiemensen zijn niet slecht, maar ze moeten meer middelen en kwaliteit krijgen. Daar zit de zwakke schakel.’

Dirk Draulans

Sommige advocaten verdedigen vooral beschuldigden, anderen vooral slachtoffers.

Hoe kon iemand inzage krijgen in een deel van het dossier dat in feite niet meer bestaat?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content