Hij is de auteur van de bestseller Liefde is een werkwoord en kreeg onlangs een prestigieuze seksuologieprijs in Nederland: emeritus hoogleraar Alfons Vansteenwegen reflecteert al meer dan 35 jaar over seks en relaties. ‘We dobberen vandaag op een grijze zee zonder bakens.’
Alfons Vansteenwegen leidde jarenlang het Instituut voor Seksuologie aan de K.U. Leuven. “Weet je dat het Instituut al in 1961 werd opgericht, dus zeven jaar voor de seksuele bevrijding? Men wou een omgeving creëren om op een vrije manier over seksualiteit na te kunnen denken, en om een antwoord te geven op een aantal suggesties en stellingen van het Vaticaan. Stichter van het Instituut was kardinaal Suenens, merkwaardig, niet? Ik denk dat een kardinaal zo’n instituut nu haast niet meer zou dúrven stichten. En we zijn vijftig jaar later…’
Het Instituut doet op een onafhankelijke manier aan onderzoek, beklemtoont Vansteenwegen. Dus los van de katholieke Kerk: ‘Sommige decanen aan de universiteit zagen ons wel liever verdwijnen, maar voor ons bestond er altijd de vrijheid van onderzoek.’ En ook los van de industrie: ‘De farmaceutische industrie manipuleert de seksuologische wetenschap in het licht van de medicamenten die op stapel staan. Ze financierde bijvoorbeeld het onderzoek naar erectiestoornissen vijf jaar voor ze met de Viagrapil kwamen. Fantastisch dat die pillen bestaan, maar het probleem van erectiestoornissen werd wel overbelicht en plots had iedereen er last van. Daarom is het belangrijk dat er onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek gevoerd kan worden.’
En er is nog veel werk aan de winkel. Vansteenwegen: ‘We missen vandaag in ons land nog altijd een goed, degelijk, methodologisch verantwoord populatieonderzoek. Er zijn wel aanzetten, soms is er wat geld om te onderzoeken hoe 14- tot 18-jarigen omgaan met seksualiteit en relaties, maar een grondig onderzoek van de Belgische of Vlaamse populatie is er niet.’
Vansteenwegen is al 35 jaar relatietherapeut: ‘Ik zie dagelijks vier tot acht koppels. Mensen denken vaak: de therapeut gaat zeggen wat we moeten doen. Maar we kunnen niet zeggen ‘ seks moet zo, een relatie moet zo‘. We kunnen middelen aanreiken, geen doelen.’
Beheerst seks vandaag ons leven?
ALFONS VANSTEENWEGEN: Seks is inderdaad heel sterk aanwezig in onze samenleving. De reclame, de media, het internet. Ze drijven allemaal voor een groot deel op seks. Maar wat is er eigenlijk aanwezig? Seks is vandaag vooral afbeeldend, in een soort uitwendige manifestatie aanwezig. Maar er is weinig reflectie over seks.
Toch heeft elk blad en elke zender zijn rubrieken en programma’s over relaties en seksualiteit. U schreef zelf boeken zoals ‘Liefde is een werkwoord’, waarvan er meer dan 100.000 exemplaren zijn verkocht.
VANSTEENWEGEN: Ja, er wordt nu meer geschreven over relaties en seksualiteit dan dertig jaar geleden. Maar het ontbreekt vaak aan een realistische, wetenschappelijke kijk op seksualiteit.
Twee voorbeelden. In het boek van Masters & Johnson uit 1966, staat de bekende curve met de vier fases van seksuele opwinding bij mannen en vrouwen: opwinding, plateau, orgasme, herstel. Meteen bleek dat het zeer moeilijk was om iedereen in die curve te duwen. Zeker bij vrouwen verloopt opwinding anders. Recente onderzoeken laten dat ook zien: bij een vrouw doet een deel van de opwinding pas de zin in seks ontstaan. Maar de meeste media presenteren ook vandaag nog de Masters & Johnsoncurve.
Een tweede voorbeeld. In de media verschijnen nog steeds artikelen die steunen op gegevens uit het werk van Alfred Kinsey, dat vijftig jaar oud is. We weten al lang dat de personen die hij interviewde niet representatief waren voor de Amerikaanse maatschappij. Bij Kinsey staat bijvoorbeeld dat 10 procent van de bevolking homoseksueel is. Veel mensen denken dat nog steeds. Maar grondig onderzoek toont aan dat vandaag 2,8 procent van de mannen en 1,4 procent van de vrouwen homoseksueel zijn.
Maar het is toch goed dat de onwetendheid over relaties en seks verminderd is?
VANSTEENWEGEN: Zeker, maar ik ben soms toch verrast over wat men eigenlijk echt weet. Veel mensen denken dat jongeren tegenwoordig met Jan en alleman naar bed gaan. Maar uit onderzoek blijkt dat een derde tot de helft van de mannen tussen 18 en 24 jaar geen of slechts enkele seksuele betrekkingen per jaar heeft. Dat weten blijkbaar weinig mensen. Dat van de 50-jarigen de helft geen of bijna geen seksuele contacten per jaar heeft. Dat zijn feiten die men niet kent.
Wordt er te vaak een onbereikbaar ideaal geschetst voor relaties en seksualiteit?
VANSTEENWEGEN: Ja, veel mensen hebben van de seksualiteit en het relatiegeluk zo’n perfect model in hun hoofd dat de manier waarop ze die zelf beleven hen geen voldoening meer schenkt. De media stellen het vaak voor alsof twee partners als vanzelf met elkaar aan de slag gaan, als vanzelf hetzelfde met elkaar willen, en dat ook nog eens vanzelf kunnen beleven. Dat bestaat niet.
Het legt ook extra druk op een relatie: de verwachtingen zijn te hooggespannen. Er zijn veel mensen die een goedlopende relatie willen. Er zijn veel mensen die plezierige seks willen. Goede vulgarisatie staat ten dienste daarvan. Maar het mag niet worden van: ‘zó moet het’.
Onze samenleving is op relationeel en seksueel vlak egoïstischer geworden?
VANSTEENWEGEN: Dertig jaar geleden zag ik koppels waarvan de vrouw haar leven had opgeofferd voor de carrière van haar man. En die vrouw werd bitter. Waarom? Omdat ze te veel gegeven had. Opoffering is goed, maar niet ten koste van alles. Nu zie ik vaak het omgekeerde: twee zelfrealisators, die met moeite nog een relatie hebben.
Een cliënt schreef me ooit: ‘Deze vrouw laat ik nu staan, want ik heb eruit gehaald wat er uit te halen is. Ik ga me een ander zoeken.’ Dat is consumentisme. Vroeger was er te veel opoffering, te veel liefde, nu is er te weinig opoffering, te weinig liefde.
Vroeger leek het allemaal eenvoudiger…
VANSTEENWEGEN: Maar een relatie is nu ook niet simpel. Seks is niet simpel. Er is maar één fase in je leven waarin seks gemakkelijk is, zo blijkt uit onderzoek: tijdens de passionele verliefdheid. Maar daarna neemt de frequentie af. Zeer interessant. De frequentie neemt altijd af: als je nog geen kinderen hebt, als je kleine kinderen hebt, als je grote kinderen hebt, als de kinderen het huis uit zijn – de frequentie wordt steeds minder. Maar de tevredenheid blijft, dat laat onderzoek duidelijk zien. Dus mensen zijn met minder of tragere seks even tevreden als met veel meer seks en alle mogelijke standjes.
Is een geslaagd huwelijk nu vooral een kwestie van geluk hebben?
VANSTEENWEGEN: De partnerkeuze is voor een deel geluk, maar ze blijft natuurlijk wel een keuze: als je iemand kiest die voldoende op je lijkt, geef je de relatie vanzelfsprekend een grotere kans. Hoe meer verschillen, hoe moeilijker het wordt. Een goed huwelijk is voor een deel ook een geschenk, een genade, in de echte zin van het woord: je maakt het niet zelf, je krijgt het.
Scheidt men vandaag te makkelijk?
VANSTEENWEGEN: Mensen kunnen verkeerd kiezen en beslissen om uit elkaar te gaan. Het kan heel moedig zijn om een relatie te beëindigen. Maar onderzoek leert dat er heel wat spijtoptanten zijn na een echtscheiding. Drie vierde van de mensen denkt twee jaar na de scheiding: misschien was ik beter af geweest als ik de energie die ik nu nodig heb voor de afbouw van de relatie en het vinden van een nieuwe partner, in mijn eerste huwelijk had gestoken. Onderzoek wijst dus uit dat een echtscheiding vaak zwaardere gevolgen heeft dan meestal wordt aangenomen en gezegd.
Let op: je krijgt vandaag de indruk dat scheiden de regel is, dat duurzame relaties onmogelijk zijn. In België scheidt 1 op de 3 koppels. En dat neemt nog toe. Maar tegelijkertijd is het volgens deze cijfers toch geen onmogelijke opdracht om samen te blijven.
Er is vandaag een grotere vrijheid: we zijn vrij van onwetendheid, vrij van schuldgevoelens. Alles kan, alles mag. Maar dan? Vrijheid waarvoor? Om wat te doen? Ha! Om uw handen vuil te maken, verdorie. We moeten onze verantwoordelijkheid nemen, een relatie dragen. Als je kinderen op de wereld zet, moet je daar de verantwoordelijkheid voor dragen. En dat is hard werken: investeren in je partner, investeren in je kinderen. Maar je krijgt er ook veel voor terug. Geven doet deugd. Zeker.
Maar is de mens wel gemaakt om lange tijd bij één partner te blijven?
VANSTEENWEGEN: Is de mens van nature monogaam? Men komt dan steeds aandragen met allerlei diersoorten die niet monogaam zijn. Alsof dat iets over de mens zou zeggen. Dat zijn analogieën. We gaan toch ook niet het voorbeeld van de koekoek volgen hè, en onze eieren in een ander nest leggen? Ik bedoel: biologisch gesproken is monogamie iets heel merkwaardigs. Maar wij zijn niet alleen biologie. Wij zijn óók biologie. Sommigen reduceren de mens tot scheikunde. Of het recente modeverschijnsel: tot genen. Maar de mens is zoveel meer.
Daarom moeten we terug naar de fenomenologie, terug naar de filosoof Edmund Husserl. Die heeft mooi het verschil tussen water en H2O aangetoond. Je hebt regen, bronnen, rivieren, smeltwater… Je kunt water drinken, je kunt erin springen en zwemmen, maar niemand van ons heeft al ooit H20 gedronken. Dus: de rijkdom van de werkelijkheid wordt versmald als je haar alleen vanuit biologisch of scheikundig standpunt bekijkt. Zo denken sommigen dat de mens uiteindelijk maar een waterzak is met wat genen. Ik vind dat een dom, kortzichtig, sciëntistisch idee.
Kijk: bij seks zijn er bepaalde scheikundige processen in de hersenen. Zeer interessant! Maar seks is zoveel meer. Bij verliefdheid zijn er scheikundige processen in de hersenen, dat is juist, maar daarmee leg je nooit verliefdheid uit, want dat is veel meer. ‘Puur natuur’ voor de mens bestaat eigenlijk niet. De mens is altijd ook een cultureel wezen.
Onze cultuur wordt gedomineerd door het christendom. Is het huwelijk ons opgedrongen?
VANSTEENWEGEN: Het is ons niet opgedrongen, het is aangeboden. Je moet niet in een huwelijk stappen, je kunt erin stappen. Niet iedereen is gemaakt om samen te leven. Er zijn heel wat mensen die alleen leven en zich daar goed bij voelen.
Duurzaam samenleven is zeker zinvol. Maar het is belangrijk om in te zien dat het allemaal niet vanzelf gaat. Ik ben onder de indruk van de rijkdom en diepte die in een relatie zit van twee mensen die 30 jaar samen zijn. Ik vind tegelijkertijd dat tweede relaties van de maatschappij en de Kerk veel meer erkenning moeten krijgen. Rome zei onlangs dat kerkgangers geen communie mogen krijgen als ze in een tweede relatie seks hebben. Zo’n uitspraak stoot mij geweldig tegen de borst.
Maar u vindt wel dat we wat te ver gegaan zijn?
VANSTEENWEGEN: Dat vind ik, ja. Want hoe moet dat nu? Met één persoon samenleven? Met meerdere personen? Trouwen? Niet trouwen? Latrelatie? Bewust Ongehuwde Moeder? Heterorelatie? Homoseksuele relatie? Het aantal mogelijke vormen van relaties is enorm toegenomen, maar de vraag is dan: in welke vorm ben ik gelukkig? En daar hebben we niet veel antwoorden op. Het aanbod is zo groot en het is vandaag moeilijk om daarin een verantwoorde keuze te maken. Want op welke basis maak ik mijn verantwoorde keuze? De referentiepunten zijn wat weg. En in een grijze zee, zonder bakens, ploeter je in alle richtingen.
U wilt opnieuw duidelijke referentiepunten in onze samenleving?
VANSTEENWEGEN: Ik ben geen aanhanger van de grijze neutraliteit die onze samenleving vandaag kenmerkt. Voor mij is niet alles grijs, voor mij zijn de mensen niet gelijk. Voor mij zijn de mensen verschillend, maar wel evenveel waard. Dat laatste is een ethische positie. Het eerste is een feit, het tweede een optie. Discriminatie komt voor de tolerantie. Het is maar als je verschilt dat je kunt zeggen: nu tolereer ik het verschil.
Het doordenken van de dingen om opnieuw posities te bepalen, dat zou goed zijn. Dat hoeft niet te leiden tot conservatisme of tot het aan banden leggen van de mens. Helemaal niet zelfs. Als de mens vrij blijft nadenken, blijft hij vrij. Maar hij moet wel weten waar die vrijheid toe dient. We moeten opnieuw de doelen zien, richtlijnen formuleren.
Wat zouden die richtlijnen op het vlak van relaties en seksualiteit kunnen zijn?
VANSTEENWEGEN: Ik ben ervan overtuigd dat vanuit de grote monotheïstische godsdiensten er richtlijnen bestaan die de moeite zijn. Zonder dat heel het geloofspakket en het instituut daarbij hoort. Een van de manieren waarop ik reageer tegen de grijze zee zonder bakens, is door opnieuw te pleiten voor heel kleine waarden. Intimiteit bijvoorbeeld, dat is een waarde tussen twee mensen. Of: ik luister naar u en u luistert naar mij en we komen tot begrip. Dat doet ons deugd. Bon, dat is een waarde: u begrepen voelen.
Je zou dat in de seks ook kunnen zeggen: als wij als koppel met elkaar seks beleven en dat doet deugd, dan is dat een waarde. Natuurlijk, dat doet niet altijd deugd. En niet altijd op dezelfde manier. En het doet niet altijd deugd voor allebei. En het doet nooit evenveel deugd voor allebei. Maar toch is het een waarde. Seksueel dicht bijeen zijn, is een waarde.
In onze relationele opvoeding mag het accent gerust weer wat meer op altruïsme liggen. Altruïsme maakt ook gelukkig: voor iemand anders iets kunnen doen, is toch zeer belangrijk. Ik denk ook: laten we eens opnieuw beginnen met beleefdheid. Tegenwoordig moet je op televisie rochelen, spuwen, schreeuwen, scheten laten, boeren… Voor mensen die nog opgevoed zijn, zoals ik, is dat allemaal erg onbeleefd en storend. Ik zou zeggen: laten we opnieuw een kleine, minimale beleefdheid tussen de mensen opbouwen. Dat zou een kleine waarde zijn. En als we dan vragen: we zijn vrij, maar vrij waarvoor? Wel, om soepele verhoudingen tussen mensen op te bouwen, die niet brutaal en hard zijn, maar wel beleefd en met respect.
Sommigen zullen uw ideeën als ouderwets bestempelen.
VANSTEENWEGEN: Ouderwets is geen categorie om de waarheid mee te beoordelen. Het is een belachelijk woord. Is nieuwerwets soms beter?
DOOR EWALD PIRONET