Sedert meer dan een halve eeuw houdt het Schotse meer Loch Ness, of liever de inhoud ervan, mens en wetenschap in spanning.
Drumnadrochit, midzomer. Rond deze tijd van het jaar blijft het in de Schotse Highlands wekenlang licht, dag én nacht. Maar nu zijn zowel de dagen als de nachten grauw. ?Juni was in 118 jaar niet meer zo koud en nat,? staat in ?The Independent?. De hemel vertoont zich in alle tinten grijs, van een loodzware, dichte massa die gespleten wordt door bliksemschichten en verscheurd door donderslagen, tot mistig miezerig.
Voor Smiddy’s Pub wacht een dorstige klant tot de deuren opengaan. Een jonge boer, hoed diep over de ogen, rijdt op een tractor het dorp door. Hij stopt bij Nessie’s Necessities, laat de walmende motor draaien, bindt zijn woest blaffende hond aan de tractor, stapt de winkel binnen en komt even later weer buiten met een fles melk en een pak hondenbrokken.
In deze streek valt aan schaapjes tellen niet te beginnen, maar die ochtend in Drumnadrochit beginnen plots tegelijk alle ooien en lammeren verontrustend jammerlijk te blaten. Het gras is toch niet op ? Of hebben ze last van pootzeer, in dit vochtige weer ? Ruiken ze onraad ? Of zien ze ze vliegen, zoals de toeristen ? Die zien ook overal spoken. Dat is niet moeilijk in Schotland, waar elk kasteel een geest heeft en elk meer een monster. Ook Balnagown Castle, vlakbij, heeft een grey lady. Zulke ladies zijn er in verschillende kleuren : groen, wit, grijs of zwart, en doorgaans zijn het legendarische figuren die op gewelddadige wijze aan hun eind kwamen. In het geval van Balnagown Castle is dat een Schotse prinses die door haar boze stiefmoeder werd vermoord.
Het meer, Loch Ness, herbergt een groot geheim en het beroemdste monster ter wereld. Het is een prachtig, maar ook een raadselachtig meer. Sinds mensenheugenis heeft niemand ooit gehoord van ijsvorming op het meer. Als het rondom vriest dat het kraakt, als de hellingen van de heuvels aan het meer wit besneeuwd zijn, ligt Loch Ness te midden van al dat wit, donker en mysterieus te dampen en te wasemen. Is dat Nessie ?
Natuurlijk zijn er ook elders monsters in meren. Manipogo huist in het Manitobameer, Ogopogo in Okanogan Lake en Champ in Lake Champlain, Patagonië heeft een Nahuelito, de IJslandse wateren hebben hun skrimsl. Zelfs Japan laat zich niet onbetuigd, met Issie in het meer van Ikeda. Maar de bewoonster van Loch Ness spant toch wel de kroon : Nessie is de Queen der meermonsters. Jazeker, queen : monsters zijn vrouwelijk, geen zinnig mens die daaraan twijfelt.
?Het hele jaar door blijft het stil rond haar, maar tegen de zomermaanden steekt het monster de kop weer op,? vertelt Alasdair, de recepionist van het hotel. ?Reken er maar niet op dat je haar te zien krijgt. Het monster van Loch Ness is trouwens verhuisd naar Londen, naar Downingstreet 10,? glimlacht hij fijntjes. ? An old joke. Het grapje ontstond ten tijde van Thatcher, maar doet het nog steeds.?
Het monster ook.
HET MONSTER IS EEN ZEGEN VOOR SCHOTLAND
De hele dag rijden autocars af en aan, en braken jaarlijks honderdduizenden toeristen uit met fototoestel en verrekijker op de buik, mensen op krukken of in rolstoelen. Ze hebben alle mogelijke nationaliteiten, en een gemiddelde leeftijd van vermoedelijk 75 jaar. Ze waggelen, strompelen of rollen het Original Loch Ness Monster Centre of de Official Loch Ness Exhibition binnen en voorzien zich van souvenirs bedrukt met een grasgroene Nessie : petten, T-shirts, potloden, gummen, knuffels, lepeltjes, poppetjes, de hele santenkraam. Daarna nog even uitblazen op het levensgrote beeld van Nessie van hard donkergroen plastic, en dat uitgesleten is op de plaats waar al die mensen zitten voor een vakantiekiekje.
Dit zijn de echte monsters van Loch Ness, maar de Schotten zijn Nessie dankbaar voor de belangstelling. Er zijn films over haar gedraaid, er zijn tal van boeken over haar geschreven. Waaronder een van Steuart Campbell, die ook boeken schreef over UFO’s en over ?The Rise and Fall of Jesus?. Van mythes gesproken. Nessie heeft een Official Loch Ness Monster Fan Club, met leden uit de hele wereld. Ze heeft zelfs een eigen website op Internet, dat elke week 45.000 keer wordt geraadpleegd.
?Nessie is een zegen voor Schotland,? zegt Alasdair. ?In deze streek is er geen industrie en ligt de werkloosheid ontzaglijk hoog. Het toerisme is onze grootste bron van inkomsten.?
Nessie is nog ouder dan Methusalem, die bijna duizend jaar haalde. Het monster werd al gesignaleerd ten tijde van Vikingen en Noormannen : toen was er sprake van een watergeest of een waterbeest. De eerste beschrijving van een ontmoeting met dat wezen werd dateert van de zevende eeuw en van 120 jaar na het gebeuren. In zo’n tijdspanne kunnen door de mondelinge overlevering verschillende versies ontstaan, en dat gebeurde ook, maar de hoofdpersoon blijft één en dezelfde man : de heilige sint Columba (Zo zeggen de Schotten dat niet heilige of sint, maar heilige sint Columba, het kan niet op.) Die heilige sint was naar deze contreien afgezakt om hier het heidens volkje te bekeren tot het christendom en om het klooster van Sint Iona te stichten.
Columba’s biograaf, sint Adamnan een gewone sint , was een abt van dat klooster. Hij ligt begraven in Abriachan, een nederzetting aan de rand van het meer, maar eerst had hij toch nog Columba’s leven geboekstaafd. ?Op een dag in het jaar 565 Onzes Heren kwam de heilige sint Columba naar het meer van Ness.? Vanaf hier lopen de versies uiteen. In één verhaal trof hij een groepje mannen aan, bezig iemand te begraven die was gedood door de duivel van het meer. Columba wekte de afgestorvene weer tot leven alvorens het Aquatalis Bestialis de daver op het lijf te jagen. In een ander verhaal was iemand in het publiek niet geïnteresseerd in Columba’s Blijde Boodschap, hij ging liever zwemmen. Groot gedruis en gegrom : het beest was gewekt, en bijna had het de zwemmer te grazen. In nog een ander verhaal was het slachtoffer een vrome monnik die uit een sloep werd gesleurd.
MENEER EN MEVROUW MACKAY ZAGEN IETS REUSACHTIGS
Welke variant ook, feit is dat de heilige sint ontstak in een bijbelse toorn. Hij riep de hemel aan, met God en alle andere heiligen die daar verblijven, en hij brulde ijzingwekkend : ?Ga weg, Satan ! Verdwijn !? Met succes : niet enkel de mensen in de wijde omtrek sidderden en beefden van angst bij dit gedonder, ook de duivel in het meer was zodanig geschrokken dat hij kopje onder ging. Die gehoorzaamheid was slechts tijdelijk : eeuwenlang hield het gedrocht zich koest, al kwam het af en toe weer boven water.
De heilige sint Columba was niet de enige om het monster te bezweren. Nog in 1993 of ’94 reisde Reverend Osmond naar Loch Ness. Osmond is een geestelijke uit Dorset, gespecialiseerd in duivelsuitdrijvingen. Hij roeide naar het midden van het meer en las het monster de levieten. Maar het bleef opdoemen, zij het niet altijd even vaak. Het monster, en de belangstelling ervoor, komt en gaat in golven. Tijdens de hele Tweede Wereldoorlog, bijvoorbeeld, dook ook Nessie onder. Of had de mensheid toen andere katten te geselen ?
Als Nessie zich toch vertoonde, hield de plaatselijke bevolking het stil : het waterpaard zien was een slecht voorteken, daar kon je dus maar beter over zwijgen. Maar zo dacht niet iedereen er over. Arbeiders die begin jaren dertig de A 82 aanlegden langs de noordwestoever van het meer, maakten wél gewag van het raadselachtige, angstaanjagende dat ze hadden aanschouwd. Maar de monstermanie kwam pas goed op dreef toen de A 82 klaar was, en meer mensen langs het meer reisden. Mr. and Mrs. Mackay, bijvoorbeeld, die op 14 april 1933 ineens iets reusachtigs zagen rondscharrelen op de oever en met een oorverdovende plons in het water verdwijnen. Het echtpaar Mackay zweeg er niet over. Integendeel, ze hingen het aan de grote klok en op 2 mei 1933 stond het in grote letters op de voorpagina van de ?Inverness Courier?, een eeuwenoude plaatselijke gazet.
De A 82, de weg naar Inverness, het stadje dat het dichtste bij Drumnadrochit ligt, loopt langs Loch Ness. Aan de rand van het meer staan hier en daar boothuisjes die, zoals in Scandinavië, ossenbloedrood geverfd zijn. Het grijsgroene landschap krijgt geelgroene vlekken als de zon haar stralen door de loden wolken boort. Kwistig uitgestrooid over de heuvels, net als de schapen, staan overal toefjes brem, die in de sombere omgeving van puur goud. Her en der bloeien vingershoedskruid en kattenstaart, en overal groeit het nationaal embleem, de distel. In Inverness wappert boven veel huizen de officiële vlag : een wit diagonaal kruis in een blauw veld. Maar de Schotten houden er nog een ander vaandel op na : net als andere strijdvaardige, nationalistische volkeren voeren de Schotten een leeuw in het schild, een rode op een gele veld.
De zee is niet veraf, zoals nergens in Schotland. Meeuwen krijsen, vliegen in hun eentje of in dichte drommen als een hele til getrainde duiven door het zwerk, traag, als siervissen in een aquarium. Boven hen donderjagen wolken langs de hemel.
HET MEER BORRELDE ALS EEN KETEL KOKENDE SOEP
Door de winderige straten lopen mensen in winterjacks, rubberlaarzen, handschoenen en mutsen. Mensen die zich druk maken om de hoogte en de kleur van de uithangborden van de winkels in de hoofdstraat. Dat staat tenminste in de ?Inverness Courier? van vandaag. Ook al voorpaginanieuws, net als het feit dat Nessie zich weer eens vertoonde, de zesde keer al dit jaar. Eerder had ze zich laten zien aan een vrouw van het eiland Skye, een lokale boer, een Zuid-Afrikaanse vakantieganger en aan twee lieden die anoniem wensen te blijven. Deze keer, zaterdagochtend een uur of negen, was Kirk Wolfinger van Lone Wolf Pictures aan de beurt. Filmmaker zijnde, had hij uiteraard een camera bij de hand, maar tegen de tijd dat hij die in aanslag had, was Nessie verdwenen en Kirk rukte zich de haren uit het hoofd om die gemiste kans. Het voorval werd ongeveer even uitvoerig beschreven als dat van ’33 : ?Er ontstond een enorme beroering in het water. Iets rommelde, rolde en wentelde, het meer borrelde als een ketel kokende soep.?
Het bericht van vandaag blijft beperkt tot de ?Inverness Courier?, maar dat van ’33 werd ook afgedrukt in Amerikaanse en Europese kranten. De plaatselijke bevolking stond verbaasd over de overrompelende belangstelling voor hun waterbeest. Twintig man stond vijf weken lang op wacht, tien uur per dag. Van heinde en verre stroomden kijkers toe, met als gevolg een massa meldingen van ?verschijningen?. Zo noemt men dat hier, eerbiedig alsof het de Heilige Maagd betreft in Lourdes of Fatima. De meeste van die verschijningen deden en doen zich voor bij Urquhart Castle, een toeristische trekpleister, een kasteel dat er staat sinds de dertiende eeuw, maar in duigen ligt sinds 1715, vernield door een zware storm.
Wie het monster gezien had, beschreef het op zeer uiteenlopende manieren.
?Ik zag een bult van 2,5 meter lang en half zo hoog.? – ?Het kwam uit de bomen en het gleed in het meer, het was tussen negen en twaalf meter lang.? – ?Het had een gespierde, gladde nek van bij de twee meter lang, zo dik als een telegraafpaal.? – ?Het bewoog zigzaggend in het water, met achter zich een V-vormig zog.? Het was een soort reuzenslang, een reuzensalamander, een reuzenrups, een witte walvis, zelfs een drijvende olifant.
Men probeerde het monster te vergiftigen, te vangen, dood te schieten. Een heel jaar lang werd een walvisjager in dienst genomen, zelfs de Britse eerste-minister kwam er op af, het mocht allemaal niet baten. Nessie bleef verschijnen, tot grote vreugde van wie haar te zien kreeg. Velen poogden niet alleen een glimp van Nessie op te vangen, maar haar ook op beeld vast te leggen. Vreemd genoeg mislukten al die foto’s, en de weinigen die er toch bestaan, zijn vaag en onscherp. In ’34 maakte Robert Kenneth Wilson, een Londense gynaecoloog, de minst onscherpe foto van allemaal, en die is wereldwijd bekend.
Soms werd er bedrog vastgesteld. Eén foto was zeker trucage, op een andere werd het wazige wezen ontmaskerd als een duikende otter, de foto van een lelijke kop bleek niet meer dan een rottende boomstam, een pootafdruk op de oever werd aanvankelijk erg serieus genomen tot aan het licht kwam dat hij was gemaakt met een opgezette nijlpaardenpoot die dienst deed als paraplubak. Nog in 1992 vond de expert Daniel Bellamy voetsporen : drie tenen, met daartussen iets als zwemvliezen. Het bleek een stunt te zijn van een koekjesfabrikant om met glans en luister een nieuw biscuitje te lanceren, de Dinosaurus.
Nessie wordt wel vaker gebruikt in publiciteitscampagnes, maar dan vooral voor geestrijke dranken. Dat Nessie zélf een vorm van publiciteit was, werd Schotland al vroeg ten laste gelegd : Oostenrijk, bijvoorbeeld, zei en schreef dat het een complot was van de Schotten om toeristen af te snoepen.
HET TEMPO VAN DE GROEI VAN EEN VINGERNAGEL
Is Nessie een zusje van de Vliegende Schotel, of van de Verschrikkelijke Sneeuwman ? Valt het fenomeen in de categorie je-gelooft-erin-of-niet, zoals telepathie, astrologie en reïncarnatie ? Is het een kwestie van collectieve waanzin of zinsbegoocheling ?
Geen rook zonder vuur, moet de wetenschap gedacht hebben en wilde er het fijne van weten. Zowat iedereen heeft zich ermee bemoeid. Bollebozen van universiteiten als die van Cambridge en Birmingham, Harvard en Toronto onderzochten de zaak. Ook het The British Museum of Natural History en The Royal Air Force hebben er hun zegje over gehad. The Royal Geographical Society en The London Zoological Society beschouwden het monster als een beest met vier vingers, een wezen dat kan ademen als een nijlpaard, met één neusgat boven water. Nessie was een amfibie, dat stond vast : het leefde in en uit het water. De wetenschap zocht verklaringen, en stelde zich vragen van het soort dat ook in de Mechelse cathechismus staat.
Waar kwam Nessie vandaan ?
Voor de laatste ijstijd, tien-, twaalfduizend jaar geleden, was Loch Ness verbonden met de zee. Maar tijdens die ijstijd werd Schotland overlangs in twee gereten door gletsjers en aardverschuivingen. Zo ontstond the Great Glen, (in Schotland is elk dal een glen, zoals elke berg een ben is en elk meer een loch). De twee delen Schotland zouden nog steeds verder uit elkaar schuiven, tegen hetzelfde tempo als een groeiende vingernagel. In The Great Glen, tussen Noordzee en de Atlantische Oceaan, liggen de lochs aan elkaar geregen als een snoer : Loch Ness, Loch Oich, Loch Lochy… Is Nessie indertijd achtergebleven ? Waarom is ze er dan niet altijd ? Woont ze eigenlijk in zee en komt ze slechts af en toe op bezoek in het loch ? Zalm en zeeforel, en een enkele verdwaalde zeehond reizen via de River Ness heen en weer tussen zee en meer. Maar dat kan Nessie onmogelijk doen, toch zeker niet ongemerkt. Komt ze dan door een onderwatertunnel naar het meer ? Maar als Nessie door die onderaardse gang geraakt, zou Loch Ness leeglopen in zee, want het meer ligt zestien meter boven de zeespiegel.
Wat is Nessie ?
Een plesioraurus, misschien ? Dat wordt bij de mogelijkheden gerekend, hoewel die soort al lang uitgestorven is. Men was er toch ook van overtuigd dat de coelacanth zeventig miljoen jaar geleden van de aardbodem verdween, en toch vond men nog zo’n prehistorische vis, levend en wel, in Madagascar in 1938.
En wat eet Nessie ?
Loch Ness is niet erg productief wat voedsel betreft. Er komt weinig of geen zon. Als ze al schijnt, dringen haar stralen niet door het bruin-zwarte water. Er zitten enkel wat stekelbaarsjes in, forel, snoek, paling en zalm. Zelfs de befaamde Schotse zalm is nu een bedreigde soort, ook dat staat in de krant. Er waren al parasieten als luis en furungculosis, maar nu komt daar nog Gyrodactylus salaris bij, die zowel zalm als zeeforel om zeep kan helpen.
HET MEER IS DUBBEL ZO DIEP ALS DE NOORDZEE
Het eerste plan van de wetenschap om het mysterie Nessie te ontsluieren was : leegpompen, het hele loch. Maar dat was onbegonnen werk. Met 36 kilometer lengte en anderhalve kilometer breedte is Loch Ness niet het grootste zoetwatermeer van het Verenigd Koninkrijk, die eer is weggelegd voor het één kilometer langere Loch Lomond. Maar Loch Ness is wel het diepste. Sommigen zeggen 230 meter, anderen 250 meter, hier en daar zelfs bijna 300 meter. Waar houdt de modder op en waar begint de bodem ? Daar is men nog steeds niet uit. Loch Ness is zeker minstens 2,5 zo diep als de Noordzee. Als men dit meer zou leegpompen, kon de hele wereldbevolking er tien keer in. Vergeten dus, dat leegpompen.
Dan maar een oppervlakte-onderzoek, in de jaren zestig werd dat uitgevoerd. Kilometers pellicule geschoten, duizenden werkuren van vrijwilliggers uit de hele wereld. Niks te bespeuren. Dan maar zoeken waar Nessie meestal is : onder water. Maar dat is geen kattepis. Onder water zie je in Loch Ness geen hand voor ogen, door de minuscule deeltjes turf is het er veel te donker. Men heeft wel geprobeerd er te filmen met een stroboscoopcamera, maar dat leverde niets op. Zelfs de sterkste schijnwerpers werkten als koplampen in de mist.
De wetenschap, koppig als ze is, organiseerde tien jaar geleden, in ’87, Operation Deepscan. Een monsterproject, letterlijk en figuurlijk, waar veel volk naar kwam kijken. Tweehonderd wetenschappers en de hele wereldpers volgden de operatie op de voet. Twintig boten met speurneuzen en de nieuwste high-techapparatuur aan boord voeren naast elkaar. Met een onderwaterradar kamden ze het meer uit en brachten het in beeld. De hele maand oktober lang. Geen spoor van Nessie. De sonar constateerde wel vreemde ?dingen?, men weet nog steeds niet wat. Zo’n apparaat vangt het signaal op van de zwemblaas, het drijfvermogend orgaan in een vis. Maar in Loch Ness waren er signalen die drie keer groter waren dan de zwemblaas van het grootste gekende aanwezige exemplaar. Bovendien zaten die dingen veel te diep : de meeste vissen zwemmen maar tot op dertig meter diepte. Daaronder volgt een grote onvruchtbare zone, tot op grote diepte waar opnieuw veel leven is. Waren dat signalen van Nessie ? Zo nee, van wie of wat dan wel ? Om voor eens en altijd duidelijkheid te scheppen, voerde men in ’93 nog een monsteronderzoek van 150.000 Britse pond (negen miljoen frank). De resultaten van het onderzoek zijn nog niet gepubliceerd.
Tot nu toe leverde al dat zoeken één ding op. Wat vooraf werd afgedaan als een UAC, een Unidentified Aquatic Creature of een Unidentified Animate Creature, kreeg een wetenschappelijke naam : Nessiteras Rhombopteryx, wat betekent ?het Ness-wonder met diamantvormige vinnen.? Dat had men op een foto gezien : een vin van meer dan een meter lang, misschien wel twee meter.
WAAROM ZOUDEN DE PATERS BENEDICTIJNEN LIEGEN ?
Na Operation Deepscan deed een hardnekkig gerucht de ronde : Nessie is dood.
?Niets van aan?, zegt George Edwards. ?Ze is niet dood, ze is hooguit wat verlegen. Lokale mensen spreken trouwens niet over Nessie. Enkel buitenlanders noemen haar zo, alsof het hun tante of een nichtje is. Wij noemen haar in het Gaelic een waterpaard.? En dat klinkt als osjesjoesjko. Edwards praat als Sean Connery in ?Indiana Jones and the last Crusade?, met rollende r en veel sj-klanken : hij vertelt of courrrsj over yearrrsj ago.
Edwards vaart alle dagen op het loch. Van negen tot zes uur, van begin april tot eind oktober, neemt hij om het uur een vrachtje toeristen mee voor een boottochtje. Edwards is zeer vertrouwd met de inwoner van het meer. Hij brengt ?het? zelfs elke ochtend breakfast. Weliswaar niet zo uitgebreid en gevarieerd als dat van de Britse mens, maar toch : havermoutpap en af en toe een toerist, zegt hij. George Edwards heeft al veel strrrange things gezien op Loch Ness, maar hij wil er niet veel over kwijt, bang als hij is om te worden beschuldigd van eigenbelang.
Edwards heeft de Operation Deepscan altijd gewantrouwd. ?Een sonar zou hier zelfs nog geen bierblikje vinden,? zegt hij. Dat er niets gevonden is, verbaast hem niets. Deepscan heeft slechts zestig procent van Loch Ness onderzocht. En dat Nessie die maand spoorloos was, bewijst niks. Krokodillen hebben ook een negatief drijfvermogen, ze kunnen zeer lang op de bodem blijven, waarom zou osjesjoesjko dat niet hebben ?
George Edwards gelooft vast in het bestaan van het waterpaard, en wie dat ontkent, snoert hij de mond. ?Wij zijn gezegend met de scherpe blik van de Hooglander. Wij laten ons niet voor de gek houden door een omgeslagen boot en of een stuk wrakhout.? zegt hij. ?De paters Benedictijnen van Fort Augustus hebben het waterpaard dikwijls gezien vanuit hun kloostertuin die grenst aan het Loch. Soms zagen de paters er zelfs vier, vijf tegelijk. Waarom zouden die paters liegen ? Zij hebben er toch geen baat bij of het waterpaard al dan niet bestaat ??
Het water van Loch Ness is onstuimig, de rimpelige golven gedreven door de wind. De heuvels vol dennen, sparren en mossen, lijken een trechter, waarin de wolken over het loch snellen. Water en wolken haasten zich naar de einder in Fort Augustus, alsof de paters de stop van de afvoer hebben uitgetrokken.
’s Avonds serveert Smiddy’s Pub cock-a-leekie, kippensoep met prei en gedroogde pruimen. Het ziet eruit als varkensvoer en is niet te vreten. Een dikke Duitser roept ?Herr Ober? tegen de schriele roodharige jongen, die er nog dieper van bloost. ?Fünf Scotch, bitte Herr Ober. Und etwas süsses für die Frauen.? Op het rek staan minstens veertig Schotse mout-whisky’s met namen als Glenkincie, Dalwhinnie, Gragganmore, Oban, Talisker en Lagavulin.
Voorbij het raam stapt The Black Isle Junior Pipe Band, een plaatselijke fanfare, door motregen en plassen. Verre van schots en scheef : de twintig, dertig mannen in kilt stappen keurig in het gelid en in de maat. Afgezien van hun enerverend snerpende doedelzakken torsen ze nog een ander zorgvuldig bewaard geheim met zich mee : wat dragen Schotten eigenlijk onder hun rokje ?
Griet Schrauwen
Loch Ness is een prachtig, maar ook een raadselachtig meer.
De meeste verschijningen van Nessie deden en doen zich voor bij Urquhart Castle.
In ’87 voeren twintig bootjes een maand lang naast elkaar en kamden met een onderwaterradar het meer uit.