Kerk én staat proberen de Maagd van Orléans nog steeds voor hun karretje te spannen. Een reis in de voetsporen van Jeanne d’Arc.
D omremy La Pucelle. Wie op zoek is naar ?la France profonde? moet in Lotharingen zijn. Laten we Monsieur Dupuis achterna reizen. Monsieur Dupuis is de archetypische aanhanger van Jean-Marie Le Pen. We stellen ons monsieur Dupuis voor met een alpinopet en een te hoge bloeddruk een beetje effectbejag kan geen kwaad. Monsieur Dupuis heeft in de streek van Verdun de soldatenkerkhoven van de Grote Oorlog bezocht en is op weg naar Colombey-les-deux-Eglises, waar het gebeente van generaal De Gaulle rust. Hij zal nooit verzuimen een ommetje te maken langs het geboortedorp van Jeanne d’Arc, de Nationale Heldin die ook de schutspatrones is van het Front National.
Hij zal un petit café of un petit calva bestellen (Frankrijk is groot, maar de glaasjes zijn er klein) in Le Relais de la Pucelle. Hij zal er een scapulier kopen, of een koekenpan, of een blaasbalg, of een sleutelhanger als er maar de beeltenis van Jeanne d’Arc op staat. Hij zal logeren in Hotel Jeanne d’Arc.
Hij zal toetreden tot de Association Sainte Jeanne d’Arc. Voor de spotprijs van tien Franse francs verwerven leden van dit genootschap een abonnement dat levenslang ! recht geeft op vijftien missen per jaar. La Pucelle (de maagd) biedt niet alleen bescherming tegen de oprukkende horden van de islam, maar ook tegen kanker, echtbreuk, werkloosheid, drankzucht en andere calamiteiten.
Monsieur Dupuis zal staan mijmeren bij de brug over de Maas, waar Zij krijgshaftig op een sokkel staat, met het wrekende zwaard in Haar rechterhand. Hij zal een kaars branden in het kleine kerkje, waar tientallen ex-voto’s getuigen van Haar wonderbaarlijke tussenkomsten. Dank voor een genezing ! Dank U dat de kinderwens van mijn dochter vervuld is ! Monsieur Dupuis zal het museum en het geboortehuis van Jeanne d’Arc bezichtigen en met grote hanenpoten een boodschap neerschrijven in het gastenboek.
DE BEVRIJDING VAN VITROLLES
Dat gastenboek biedt stichtelijke en bij wijlen vermakelijke lectuur. Ook de Maagd wil nog wel eens een steekje laten vallen, als het om de toekomst van Frankrijk gaat. In de dagen voorafgaand aan de Franse parlementsverkiezingen werden Haar kennelijk de oren van het hoofd gesmeekt. Op 29 mei schreef een pelgrim : ?Jeanne, bescherm Frankrijk. Bescherm het tegen de invasie van de vreemdelingen. Weg met Allah ! Leve Christus, de echte koning van Frankrijk !? Op 30 mei viel een geestverwant hem bij : ? Tout à fait d’accord ! Jeanne d’Arc, red Frankrijk van de morele decadentie en de goddeloosheid. Vraag de aartsengel Michaël dat hij madame Cathérine Mégret (de extreem-rechtse burgemeester van het Zuid-Franse Vitrolles red.) de kracht geeft om haar zware taak te vervullen en Frankrijk te bevrijden. Maak dat het Front National de verkiezingen wint en dat de koning moge terugkeren ! Leve Le Pen ! Merci ! Bravo !? Op 1 juni won de socialist Lionel Jospin de eerste ronde van de verkiezingen.
Maar ook van over de grenzen wordt een beroep gedaan op haar goede diensten. Een Amerikaan uit Houston vraagt Saint Joan : ?Please send me the strength to better resist to the powers of evil?. Een Luikenaar bidt : ?Eenheid door Waarheid ! Jeanne, verlos België van de haat ! Moge de Heer, door de geest van de Allerheiligste Maagd, de Walen terugvoeren naar Frankrijk, hun enige en echte vaderland.?
In het gastenboek staan veel Keltische runentekens en Franse lelies getekend. Daarnaast zijn er natuurlijk de verhalen van de dolende zielen, die je in alle bedevaartsoorden terugvindt, van Scherpenheuvel tot Fatima. Het handschrift van een kind : ?Opdat mijn moeder zich met mijn vader zou verzoenen. Opdat mijn moeder zou ophouden met drinken. Opdat Hervé werk zou vinden. En Virginie ook. Ik zou willen dat mijn vader niet langer mijn zusje voortrekt. Ik zou willen dat mijn moeder mij zegt waarom ik me zo alleen voel en waarom ik zo verdrietig ben dat ik uit het raam wil springen. Ik weet niet of ik van hem houd. Heilige Jeanne, help mij !?
Enige kilometers buiten de dorspkom van Domremy, op een heuvelrug die uitziet over de Maasvallei, staat een basiliek, die in al haar neoclassicistische lelijkheid niet moet onderdoen voor die van, pakweg, Lourdes-Oostakker. De Guide Michelin meldt dat op deze plaats het dertienjarige herderinnetje Jeanne Darc (de spelling d’Arc is van latere eeuwen) in 1425 haar hemelse stemmen hoorde. In de plaatselijke souvenirshop is een serie stripverhalen te koop : de avonturen van Jeanne d’Arc, voor de jeugd verklaard.
Het waren de nadagen van de Honderdjarige Oorlog. Sinds de dood van koning Charles VI een liederlijke echtgenoot en bovendien volslagen gaga had zijn weduwe de zijde van de hertog van Bourgondië en van het perfide Albion gekozen. Een groot deel van Frankrijk, benoorden de Loire, was door de Engelsen bezet. De dauphin, de latere Charles VII, was een lafbek. Zijn moeder had hem verloochend, hij leed onder de gedachte dat hij misschien wel een bastaard was en durfde de macht niet grijpen. Frankrijk kreunde onder de hongersnood en de pest. Maar toen gingen de aartsengel Michaël, de heilige Catharina en de heilige Margaretha zich ermee bemoeien. Zij verschenen aan Jeanne d’Arc met de cryptische mededeling : ?Fille Dé, va, va, va, je serai à ton aide, va !? Een ongeletterd boerenmeisje kreeg de opdracht de koningszoon op de troon te helpen, de belegerde stad Orléans te ontzetten en de Engelsen in de pan te hakken.
Aldus geschiedde.
HALLUCINATIES EN HEKSENPROCESSEN
Toegegeven, het is een sterke plot. Maar is hij ook geloofwaardig ? Er is in de loop der eeuwen door kerkvorsten, schriftgeleerden en psychiaters wat afgediscussieerd over de vraag of Jeanne d’Arc net als Bernadette Soubirous en Teresa van Avila een hysterica was. Volgens de nieuwste kerkelijke inzichten hebben de heilige Catherina en de heilige Margaretha nooit bestaan : ze zijn verzonnen door Byzantijnse monniken. Hoe konden ze dan aan Jeanne d’Arc verschijnen ? Misschien waren haar hallucinaties een gevolg van veelvuldig bidden en vasten dat schijnt voor te komen. Maar ook die verklaring helpt ons niet veel verder. Dan nóg blijft het feit dat een kind van zeventien (nota bene een meisje) erin slaagde het vertrouwen van hoge militairen te winnen. Ook twintigste-eeuwse rationalisten blijven zich verbazen over de krijgskundige exploten van Jeanne d’Arc. Hoe kan een geflipte tiener een historische rol hebben gespeeld ? Hoe kan zij een leger hebben aangevoerd ? Was zij in werkelijkheid alleen maar de mascotte van het Franse leger ? Er zijn talloze heksenprocessen tegen haar gevoerd. Daarvan zijn minutieuze verslagen bewaard gebleven en er zijn geen redenen om aan de authenticiteit ervan te twijfelen.
De nationalistische cultus rond Jeanne d’Arc is van vrij recente datum. Nadat ze in 1431 op de brandstapel was gestorven en in 1456 door de kerk gerehabiliteerd, was de Maagd alleen in het bisdom van Orléans nog een voorwerp van devotie. Maar in 1803 werd ze door keizer Napoleon opnieuw te hulp geroepen tegen de Engelsen : ?De beroemde Jeanne d’Arc heeft bewezen dat het Franse genie in staat was mirakels te verrichten als de nationale onafhankelijkheid wordt bedreigd. In eendracht is de Franse natie nooit overwonnen geweest, maar onze buren hebben misbruik gemaakt van ons eerlijk en loyaal karakter om twist en tweedracht te zaaien in onze rangen. Daaruit is het onheil van deze tijden geboren en ook de rampen uit onze vroegere geschiedenis.?
Na de nederlaag van Napoleon in Waterloo raakte Jeanne d’Arc andermaal in de vergetelheid, maar de Frans-Duitse oorlog (waardoor Frankrijk in 1871 Elzas en Lotharingen kwijt raakte) zorgde voor een zoveelste comeback. Jeanne d’Arc was voortaan de belichaming van het anti-Duitse patriottisme. Zij was het geheime wapen dat ingezet werd tegen het ?Gott mit uns? van de vijand Franse soldaten die tijdens de Eerste Wereldoorlog de vuurlinie werden ingejaagd hadden een bidprentje met de de beeltenis van Jeanne d’Arc in hun ransel. ?La bonnne Lorraine?, zoals ze nu ineens heette, werd bezongen in soldatenliederen. De schrijver Léon Bloy fulmineerde tegen ?het smerigste volk ter wereld dat zijn schennende hand heeft durven uitsteken naar Lotharingen, het vaderland van Jeanne d’Arc.? En na de slag bij Verdun kreeg Jeanne in haar basiliek in Domremy hoog bezoek, zoals vandaag nog altijd te lezen staat op een plaquette : ?In deze kapel heeft maarschalk Foch de Heilige Communie ontvangen en het Heilig Misoffer bijgewoond om God en Jeanne d’Arc te danken voor zijn overwinning.?
Nadat Frankrijk in 1905 de scheiding tussen kerk en staat had uitgeroepen, zag het Vaticaan met afgrijzen hoe Jeanne d’Arc door republikeinen en vrijmetselaars werd geannexeerd. Dus werd er werk gemaakt van haar canonisatie : in 1909 werd de Maagd zalig en in 1920 heilig verklaard.
JOAN OF ARC IN HOLLYWOOD
Vaucouleurs. De eerste etappe van de veldtocht die Jeanne d’Arc uiteindelijk in Rouen zou brengen. In Vaucouleurs op zo’n twintig kilometer van haar geboortedorp Domremy overtuigde de zeventienjarige Jeanne kapitein Robert de Baudricourt om haar een leger ter beschikking te stellen. Meer dan vijf eeuwen later overschouwt ze, hoog in stijgbeugels vanop haar in brons gegoten halfbloed (onmiskenbaar een hengst), het marktplein. Dit ruiterstandbeeld heeft, blijkens een inscriptie op de sokkel, vroeger in Algiers gestaan, waar het tijdens de onafhankelijkheidsoorlog van 1962 zwaar beschadigd werd. Door de goede zorgen van het syndicat d’initiative van Vaucoleurs is het naar Frankrijk overgebracht en gerestaureerd.
?Was Jeanne nu een blondine of een brunette ?? De bezoekers in het plaatselijke museum, dat gewijd is aan de beeldvorming rond de Maagd, zijn in een giechelige bui. Onze gids zucht ze heeft de vraag eerder gehoord. ?We zullen het helaas nooit weten, net zo min als we zullen weten hoe Jezus Christus eruit zag. Tijdens de renaissance werd Jeanne afgebeeld met lange blonde lokken, later werd ze donker en kreeg ze een kortgeknipt pagekopje.? (In de haute coiffure spreekt men heden ten dage nog steeds smalend over een coupe Jeanne d’Arc. Maar dit geheel terzijde.)
?Er zijn drie archetypische Jeannes,? vernemen wij. ? L’inspirée : het onschuldige herderinnetje met een stralenkrans rond haar hoofd, dat stemmen hoort. Zo ziet de kerk haar het liefst. Dan is er la guerrière : de geharnaste vechtjas, de amazone in mannenkleren. Dat is het beeld dat de patriotten koesteren. En tenslotte la martyre : de martelares, die met het crucifix in de hand als ketter verbrand is.?
?Martelares mon oeil?, zegt een aangeschoten bezoeker, die kennelijk te zwaar getafeld heeft.
Dat had hij niet moeten doen. Er ontspint zich een hoog oplopende discussie over de apocriefe theorieën, die de nagedachtenis van de Maagd besmeuren. Niet Jeanne, maar een stand-in zou op de brandstapel gestorven zijn. Jeanne was in werkelijkheid geen boerendochter, maar een koninklijke bastaard, die door haar moeder in een pleeggezin op het platteland was geplaatst. Ze was, met andere woorden, het halfzusje van de latere koning Charles VII. En die zou ervoor gezorgd hebben dat ze aan de vlammen ontkwam. Ze zou een rustige oude dag gesleten hebben in het kasteel van Jaulny.
?Schandelijke verzinsels,? moppert de gids, ?typisch Frans. Het komt door onze cartesiaanse geest. Fransen willen altijd uitleggen wat niet uit te leggen valt.? En zij voert ons verder langs het rariteitenkabinet van Vaucouleurs. Jeanne d’Arc als spaarpot, met een gleufje in haar hoofd. Jeanne als postzegel. Als karaf. Als barometer. Jeanne in porselein en in keramiek. Vergeelde theater- en filmaffiches, uit Parijs en Hollywood : Jeanne d’Arc met de trekken van Sarah Bernhardt of Ingrid Bergman. Jeanne d’Arc als onderdeel van de Amerikaanse oorlogspropaganda : ?Joan of Arc saved France. Women of America, save your country ! Buy war savings stamps.?
?En zo ziet u,? zegt de gids geroutineerd, ?dat de Amerikanen ons werkelijk álles ontstelen. Zelfs Jeanne d’Arc.?
EEN VERVLOEKTE DIENARES DER HEL
De mythe van Jeanne d’Arc heeft sinds de middeleeuwen talloze schrijvers geïnspireerd. De Maagd is vaak bespot. In zijn komisch heldendicht ?La Pucelle d’Orléans? maakt Voltaire van Jeanne d’Arc een dikke dienstbode. Zij is de dochter van een priester, ze wordt door Engelse soldeniers overvallen terwijl ze geheel naakt is en moet smadelijk de vlucht nemen op een ezel.
William Shakespeare noemt Jeanne d’Arc ?een stoute deerne? en ?een vervloekte, vuige dienares der hel?. In zijn koningsdrama ?Henry VI? (hier geciteerd in de vertaling van Willy Courteaux) laat hij Jeanne haar rechters smeken.
Jeanne : Kan niets uw harde harten dan vermurwen ?
Jeanne, breng dan maar je zwakheid aan het licht.
Zij zal je, naar de wet, tot voorrecht worden.
Gij, bloed’ge mensenslachters, ik ben zwanger,
Daarom, vermoord de vrucht niet in mijn schoot,
Al sleep je mij dan naar de folterdood.
York : God sta ons bij ! De heil’ge maagd is zwanger !
Warwick : Het grootste wonder dat zij ooit volbracht.
Kwam je met al je deugd zover ?
York : Ze heeft met de Dauphin haar spel gespeeld.
Ik dacht dat dit haar toevlucht wel zou worden.
Warwick : Komaan, een bastaard laten we niet leven,
vooral als de Dauphin de vader is.
De Ier George Bernard Shaw nam drie eeuwen later Jeanne d’Arc in bescherming tegen het Engelse hoerapatriottisme van Shakespeare en zijn tijdgenoten. ?Shakespeares portret van Jeanne is niet beter gelijkend dan het portret van George Washington in de Londense couranten van 1780. Het slot van het stuk is plat. Men krijgt de indruk, dat de schrijver was begonnen met van Jeanne een mooie, romantische figuur te maken. Maar kennelijk hebben verontwaardigde toneelspelers hem bijgebracht dat het publiek nooit een sympathieke voorstelling van een Franse vrouw die de Engelse troepen overwon zou accepteren. Zij weigerden zelfs het stuk te spelen als hij niet de oude beschuldiging dat Jeanne een heks en een hoer was zou herhalen.?
Aan zijn eigen toneelstuk ?Saint Joan? voegde Shaw een epiloog toe, waarin Jeanne d’Arc na haar dood in een droom aan koning Charles VII verschijnt. De beul en de Engelse aanvoerder Richard Warwick bieden Jeanne hun excuses aan.
Beul (tot Charles) : Zij is meer levend dan jij, ouwe man. Haar hart wou niet verbranden en wou ook niet zinken. Ik was een meester in mijn vak, knapper dan de meester van Parijs, maar ik kon de Maagd niet doden. Zij is er nog, en overal in leven.
Warwick (tot Jeanne) : Madame, mijn gelukwensen met uw rehabilitatie. Ik sta er op zeer nederig mijn excuses te mogen maken. De waarheid is dat politieke noodzakelijkheden soms politieke abuizen blijken te zijn, en dit was een grote stommiteit ; want uw geest heeft ons overwonnen Madame, ondanks al onze takkenbossen.
Shaw was niet de enige verdediger van de Maagd in de literatuurgeschiedenis. Voor Friedrich Schiller bijvoorbeeld was de gedachte dat Jeanne d’Arc als heks verbrand was zo ondraaglijk dat hij haar in ?Die Jungfrau von Orleans? op het veld van eer liet sneuvelen. Bertolt Brecht portretteerde haar in ?Heilige Johanna van de Slachthuizen? als een voorloopster van Rosa Luxemburg. Mark Twain maakte van haar een onberispelijke negentiende-eeuwse Amerikaanse schooljuffrouw, met rokken tot op de grond. Jean Anouilh gaf zijn toneelstuk ?L’alouette? een happy end : Jeanne wordt van de brandstapel gered om de kroning van Charles VII bij te wonen.
DE MAAGD IN DE EFTELING
Als monsieur Dupuis Jeanne d’Arc achterna wil reizen kan hij halt houden in Chinon, waar Jeanne de dauphin het Geheime Teken gaf, of in Orléans, de stad die door Jeanne werd bevrijd. Hij kan naar Reims gaan, waar de dauphin gekroond werd, of naar Compiègne, waar de Maagd door de soldaten van de hertog van Bourgondië gevangen werd genomen. Hij kan zich een eiwitvergiftiging eten aan fruits de mer in Le Crotoy, het dorpje aan de monding van de Somme, waar Jeanne door de Engelsen werd opgesloten. Hij zal driehonderd ruiterstandbeelden hebben gezien. De ene inscriptie zal hij nog mooier vinden dan de andere : ?Wat heeft zij van Frankrijk gehouden ! Fransen, herinnert u altijd dat ons vaderland is geboren uit het hart van een vrouw, uit haar tederheid en haar tranen, uit het bloed dat ze voor ons vergoten heeft.?
De pelgrimstocht van Monsieur Dupuis zal vanzelfsprekend eindigen in Rouen, op de place du vieux Marché. Witte begonia’s markeren er de plek waar de brandstapel heeft gestaan. In een prachtig museum, dat het midden houdt tussen de Efteling en Madame Tussaud, wordt het leven van Jeanne d’Arc aanschouwelijk gemaakt middels bucolische tafereeltjes in Domremy, slagvelden met tinnen soldaatjes, en een bedrieglijk gloeiende brandstapel.
Een klas schoolkinderen zijgt op de knieën bij een diorama, dat de terechtstelling van Jeanne moet verbeelden. De beulsknechten hebben gemene tronies, een prelaat houdt Jeanne een crucifix voor. Uit een luidspreker weerklinkt de stentorstem van de bisschop van Beauvais : ?In de naam des Heren. Amen. Wanneer de ketterij met haar vergif een lid van de kerk besmet en het in een volgeling van satan verandert, dient men te verhinderen dat die besmetting zich op andere delen van het mystiek lichaam van Christus overdrage. Daarom verklaren wij Jeanne, gewoonlijk de Maagd genoemd, tot afvallige, afgodendienares en duivelskind. Zij zal aan de wereldlijke macht worden uitgeleverd opdat haar ziel van haar lichaam worde gescheiden en haar asse in de Seine gestrooid.?
Bij het verlaten van het museum zal monsieur Dupuis staan aarzelen in de souvenirshop. Hij zal een paar kitscherige ansichtkaarten kopen en 42 francs neertellen voor een blikken doos met het opschrift : Les larmes de Jeanne d’Arc. Hij zal de doos openen.
Arm kind.
Haar tranen zijn gestold tot chocola.
Piet Piryns
Het enige, echte monster van Loch Ness
Jeanne d’Arc, belichaming van het Franse patriottisme.
Jeanne d’Arc is niet alleen de schutspatrones van Frankrijk, maar ook van het Front National van Jean-Marie Le Pen.