Hoe belangrijk is de vorming van fracties in het Europees parlement?
Zoals het altijd gaat in de politiek: ze willen allemaal de grootste zijn. Vandaag is dat de EVP-ED (Europese Volkspartij – Europese Democraten), gevolgd door de socialisten. Een meerderheid heeft de EVP-ED niet. En dat kan hen bij de keuze van de voorzitter van de Commissie parten spelen. Volgens het ontwerp van de nieuwe grondwet moet bij de voordracht van de voorzitter rekening gehouden worden met de uitslag van de Europese parlementsverkiezingen. Kandidaten zijn er bij de EVP genoeg – Jean-Luc Dehaene, Jean-Claude Juncker, Wolfgang Schüssel. Sinds het verdrag van Nice kan niemand nog zijn veto stellen. Maar een meerderheid moet akkoord gaan. Als die beslist dat het een andere kandidaat wordt, moet de EVP zich daarbij neerleggen. De grootste partij kan, als ze in coalitie met een andere, een meerderheid vormt, ook de voorzitter van het parlement aanwijzen. Hans-Gert Poettering, de fractievoorzitter van de EVP-ED, is een mogelijke kandidaat.
Grote fracties geven toegang tot grote functies. De Britse Conservatieven zijn wat dat betreft beter af mét dan zónder alliantie. ‘Wat zou er trouwens gebeuren mochten ze opstappen’, vraagt europarlementslid Marianne Thyssen. ‘Het hele politieke landschap zou verbrokkelen. Nu al liggen andere fracties op de loer om bij de EVP leden weg te kapen. Er is de lokroep van Romano Prodi, die een grote linkse coalitie wil opzetten op Europees niveau. Maar ook de liberale fractie van Graham Watson, ziet wel wat in een nieuwe grote Europese centrumpartij. De getallensterkte lijkt iedereen wel aan te trekken. De Franse UDF (Union pour la Démocratie Française) en de Italiaanse PPI (Partido Popolare Italiano), die overwegen om eventueel bij de EVP op te stappen, zijn dan ook zeer welkom bij elk nieuw project.’
Wat betekent het voor de kiezer? Aan duidelijkheid wint hij niet. De kandidaat voor wie hij kiest op de nationale lijst, maakt deel uit van een coördinerende ‘Europese’ partij, die op haar beurt – met of zonder een andere partij – zetelt in een fractie. Op zich is dat niet zo vreemd. Maar ideologisch leidt het tot soms bizarre bondgenootschappen. De EVP-ED lijkt wat dat betreft wel een vereniging van de grootste verschillen.
‘De statutenwijziging kan alleen maar transparantie brengen’, vindt Marianne Thyssen, die als Belgisch delegatieleider mee onderhandelde over de aanpassingen. ‘Het kan alleen aantonen dat zij op institutioneel vlak hun gang gaan en wij de onze, zoals het in de feiten al twaalf jaar loopt. De alliantie zal ónze federalistische kijk niet doen verwateren. Ideologisch is er door de samenwerking met de Britten géén enkel probleem.’
Ook EVP-voorzitter Wilfried Martens benadrukt het fundamentele onderscheid tussen de EVP en de fractie. ‘De partij respecteert haar basisprogramma. Er is geen tendens naar rechts. Evenmin willen we een conservatieve partij worden.’
‘We moeten pragmatisch denken’, vindt Marianne Thyssen. ‘Waarover hebben we beslissingsmacht in het parlement? Niet over de grondwet, dat is een zaak voor de lidstaten en de nationale parlementen. Ons dagelijks werk is de wetgeving. Op dat punt hebben we met de Conservatieven wél veel raakvlakken.’
Anders dan in het federale of het Vlaamse parlement verlopen de stemmingen in het Europees parlement trouwens over de partijgrenzen heen. De Commissie is collegiaal politiek aansprakelijk voor de dossiers die ze aflevert. De kleur van de Commissaris speelt geen enkele rol. Strikt genomen doet een fractie er weinig toe: wie dan toch zijn ideologisch standpunt vertegenwoordigt, kan in elke fractie zetelen.
Zou het niet eenvoudiger en transparanter zijn als we op Europese lijsten zouden kunnen stemmen? De Groenen van Daniel Cohn-Bendit, die de Europese groene lijst trekt in Duitsland, zetten een dergelijk dream team op met slechts enkele kandidaten die in andere dan hun eigen land campagne voeren. Want precies zoals iedereen zijn ze gebonden aan nationale kiesdistricten en -wetten. Dat moesten ook Steve Stevaert en zijn Nederlandse evenknie Wouter Bos aan den lijve ondervinden, toen ze met het idee speelden om lijstduwer te worden op de Europese lijst – Stevaert in Nederland, Bos in België. Dat feest ging niet door: je moet wonen in het land waar je op de lijst staat.