‘De kwaliteit van de zorg moet voorop blijven staan’

DRIES MEULEMAN DOET ZIJN RONDE: 'De patiënten zijn je echt dankbaar.' © KATRIEN ORLANS

Hoe meer de vergrijzing toeslaat, hoe meer thuisverpleegkundigen we nodig hebben. Alleen met hun hulp kunnen hoogbejaarden langer thuis blijven wonen en hoeven ze niet te verhuizen naar een duur woonzorgcentrum. Maar de sector moet straks bijna twintig miljoen euro inleveren. Terwijl de vraag naar thuiszorg de komende vijf jaar zal stijgen met twaalf procent.

7.05 uur. Achttien patiënten

In het hoofdkwartier van thuisverpleegdienst Pierre Fourier in Blankenberge drinkt Dries Meuleman nog snel een kop koffie voor hij aan zijn ochtendronde begint. ‘Vroeger werkte ik in een ziekenhuis’, zegt hij. ‘Maar dit doe ik veel liever. In de thuisverpleging heb je een grotere vrijheid, minder stress en de patiënten zijn je vaak echt dankbaar.’ Hij overloopt zijn patiëntenlijst en neemt dan een handvol voordeursleutels uit het rek. Achttien patiënten moet hij vanmorgen bezoeken. ‘De meesten zijn bejaarde mensen die ik help met opstaan, wassen en aankleden’, zegt hij. ‘Meestal bezoekt een van mijn collega’s hen dan ’s avonds om hen in bed te helpen, en bij sommigen gaan we halverwege de dag nog eens langs om te checken of ze niet verschoond hoeven te worden.’

***

Elke dag rijden in België zo’n 24.000 thuisverplegers van patiënt naar patiënt. 8000 van hen zijn in loondienst bij een organisatie als het Wit-Gele Kruis of Solidariteit voor het Gezin, de anderen werken als zelfstandige. Ze geven mensen inspuitingen, meten hun bloeddruk en verzorgen wonden. Maar het gros van hun patiënten zijn tegenwoordig hoogbejaarden die hulp nodig hebben bij het wassen en aankleden, medicatie moeten krijgen of incontinent zijn. ‘Zonder ons zouden nog veel meer mensen naar een woonzorgcentrum moeten’, zegt Pierre Fourier, die aan de kust een thuisverpleegdienst met 22 verpleegkundigen runt. Dat duizenden bejaarden op die manier in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen, is niet alleen fijn voor hen. Het kost de samenleving ook een pak minder dan als ze naar een woonzorgcentrum moeten verhuizen. ‘Als ik een van mijn patiënten in een rusthuis ga bezoeken, vraag ik me van drie vierde van de bewoners af wat ze daar zitten te doen’, zegt Fourier. ‘Als je nog uit de voeten kunt en niet dement bent, is er geen enkele reden waarom je niet thuis zou kunnen blijven. Men zou rusthuizen beter voorbehouden voor mensen die het écht nodig hebben.’

7.35 uur. ‘Buenos dias’

Dries draait de sleutel in het slot en stapt het eerste appartement op de begane grond binnen. ‘Buenos dias’, roept hij in de richting van de slaapkamer. ‘Buenos dias’, antwoordt een ijle stem. Marie Louise (96) ligt nog in het bed waar een andere thuisverpleger haar zo’n twaalf uur eerder in heeft gelegd. Dries helpt haar overeind, wast haar en kleedt haar aan. Meer dan tien minuten heeft hij daar niet voor nodig. Dan schuifelt ze steunend op haar rollator naar de woonkamer en laat zich voorzichtig in haar fauteuil zakken. Dries schuift de gordijnen open, brengt haar een boterham en vraagt of ze verder nog iets nodig heeft. ‘Nee, maar wil je het licht weer uitdoen?’ fluistert Marie Louise. Dries doet wat ze vraagt en neemt afscheid. ‘Elke dag vraagt ze me voor ik wegga om het licht uit te doen’, bedenkt hij. ‘Geen idee wat ze een hele dag doet.’ Later die ochtend zullen we nog een paar keer aan haar raam voorbijkomen en telkens zit Marie Louise op dezelfde plek voor zich uit te staren. Met de lichten uit.

7.45 uur. Teiltje water

Zodra de deur openzwaait, komt Maria in roze peignoir de trap af. Geroutineerd vult ze een teiltje water zodat Dries haar man kan wassen. Guido (64) ligt glimlachend in een ziekenhuisbed in de woonkamer. Zoals altijd. ‘Mijn man is al heel lang ziek’, zegt Maria. ‘Hij heeft MS, komt zijn bed niet meer uit en kan zich ook niet meer verstaanbaar maken. De dokter vindt dat hij beter naar een home zou gaan, maar dat wil hij niet. Dus zorg ik dat hij te eten krijgt en zijn pillen neemt. Gelukkig komt er drie keer per dag een thuisverpleegkundige langs. Alleen zou ik niet voor hem kunnen zorgen.’

***

Thuisverpleging speelt een belangrijke rol in de zogenaamde vermaatschappelijking van de zorg waar Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) zo veel heil in ziet. Het idee is dat iedereen moet bijspringen om mensen die verzorging nodig hebben te helpen: van familieleden en buren tot professionele zorgverleners. ‘In de praktijk volstaat de hulp van vrijwilligers meestal niet’, zegt Fourier. ‘In het begin dat iemand zorg nodig heeft, kan hij vaak op vrienden en buren rekenen, maar dat verwatert op den duur. Logisch ook: iedereen heeft het tegenwoordig erg druk. Om iemand thuis te kunnen verzorgen, is er dus professionele hulp nodig. Zowel van thuisverpleegkundigen als van een thuiszorgdienst die bijvoorbeeld helpt met poetsen, koken en boodschappen doen.’

Met behulp van thuisverpleging zouden ook veel patiënten die in het ziekenhuis worden opgenomen sneller weer naar huis kunnen. Ook dat kan een grote besparing opleveren. ‘Zo gebeurt het nu vaak dat een oudere patiënt bij een val een barst in zijn schaambeen oploopt’, aldus Fourier. ‘Dan wordt hij al snel zes weken lang op de dienst geriatrie opgenomen. Nochtans zouden wij hem evengoed thuis kunnen verzorgen. Dat is niet alleen goedkoper, maar ook beter voor de patiënt: op geriatrie hebben mensen amper beweging en worden ze als het ware klaargemaakt voor het rusthuis. Wat we ook geregeld zien, is dat een oudere patiënt net zolang in het ziekenhuis wordt gehouden tot zijn zoon of dochter terug is van vakantie. Zeker in budgettair sombere tijden zou dat niet mogen.’

8.00 uur. Goede en kwade dagen

Gilbert (79) is grotendeels doof, niet goed ter been en nogal verward. Zijn vrouw Suzanne zorgt zo goed mogelijk voor hem. ‘Ik heb destijds beloofd dat ik hem in goede en kwade dagen zou bijstaan en dus doe ik dat ook’, zegt ze terwijl Dries met haar man in de badkamer verdwijnt. ‘Lange tijd heb ik alles zelf gedaan, maar sinds hij een jaar geleden op de spoeddienst belandde met een bacterie in zijn darmen komt er elke ochtend iemand langs om hem te wassen en te helpen met aankleden. Als ik dat doe, wordt hij soms agressief. Van een verpleegkundige kan hij die hulp beter verdragen, zeker als het een meisje is.’ Gilbert is nog alert genoeg om af en toe een paar uur alleen te blijven. Als Suzanne boodschappen doet met haar dochter, bijvoorbeeld, of als ze naar de tekenles gaat. Het hele huis hangt vol schilderijen van haar hand, waar Gilbert glunderend van trots naar wijst. Zelf doet hij niet veel meer. ‘De hele dag zit hij in zijn stoel voor het raam en af en toe gaat hij eens naar buiten met zijn rollator’, zegt Suzanne. ‘Alles wat we vroeger samen deden, doe ik nu alweer drie jaar alleen. En dat zal nooit meer veranderen.’

***

Uit onderzoek blijkt dat de vraag naar thuisverpleging de komende vijf jaar nog met 12 procent zal toenemen. Toch worden er niet meer middelen in thuisverpleging geïnvesteerd. Integendeel. Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) heeft aangekondigd dat de sector 19,3 miljoen moet besparen. Om te beginnen, zullen de honoraria van de thuisverpleegkundigen volgend jaar niet worden geïndexeerd. Dat brengt in totaal 8,9 miljoen euro op. De resterende 10,4 miljoen zal elders moeten worden gehaald. ‘Binnenkort bespreken we met vertegenwoordigers van de thuisverplegingssector waarop het best kan worden bespaard’, zegt Els Cleemput, woordvoerster van Maggie De Block. ‘We hebben geen keuze: iedereen moet besparen. Dat wordt ons opgelegd door Europa en door de federale regering.’ Dat steeds meer mensen nood hebben aan een thuisverpleegkundige verandert daar niets aan. ‘Doordat het aantal oudere mensen en chronisch zieken groter wordt, stijgt de vraag in de hele gezondheidszorg. Niet alleen in de thuisverpleegkunde’, zegt Cleemput. ‘Het zou dus niet kloppen als we in alle sectoren van de gezondheidszorg besparen behalve in de thuisverpleegkunde.’

Ondertussen komt steeds meer thuisverpleegkundigen het water tot aan de lippen. ‘Nu al zouden onze honoraria eigenlijk met zo’n 10 procent moeten stijgen, en dan nog zullen we er niet rijk van worden’, zucht Pierre Fourier. ‘Vorig jaar heb ik amper 800 euro winst gemaakt. Ik zou natuurlijk de werkdruk kunnen verhogen en eisen dat mijn verpleegkundigen op hun ronde meer mensen bezoeken, of ik zou patiënten kunnen weigeren die veel tijd vergen. Maar dat wil ik niet: kwaliteitsvolle zorg moet voorop blijven staan.’

8.40 uur. Rode krassen

Twee patiënten later doet de negentigjarige Bert de deur van zijn flat voor ons open. Hij zit nog aan het ontbijt met zijn vrouw. Zodra Lydia (85) Dries ziet, begint ze te roepen dat ze al lang gewassen is. Met heel wat zachte overredingskracht weet hij haar toch mee te lokken naar de badkamer. ‘Op zich zou ik haar wel zelf kunnen wassen’, zegt Bert. ‘Maar zodra ik haar aanraak, begint ze te gillen.’ Vroeger runde het koppel een saunacentrum in Berchem, maar hun oude dag wilden ze aan zee doorbrengen. Dat ging goed, tot Lydia almaar vergeetachtiger werd. ‘Op den duur wist ze niet meer wat ze had gegeten of wie er op bezoek was geweest’, zegt Bert. Zijn gezicht staat vol rode krassen. Van Lydia. ‘Vaak wil ze ’s nachts voelen of ik er nog ben en dan krabt ze me in mijn gezicht’, legt hij uit. Haar alleen laten kan hij niet meer, maar toch wil hij haar het koste wat het kost thuis houden. ‘Ik heb de raad gekregen om haar overdag naar een dagcentrum te brengen, maar dat weiger ik’, klinkt het. ‘Ik zou niet met mezelf kunnen leven als haar daar iets zou overkomen.’

***

Ook Luc Van Gorp, voorzitter van de Christelijke Mutualiteiten (CM) en voormalige topman van het Wit-Gele Kruis, betreurt dat de sector zo zwaar moet besparen. ‘Al ben ik de eerste om toe te geven dat er ook misbruiken zijn die moeten worden aangepakt’, zegt hij. Zo is er weinig controle op de geleverde prestaties van thuisverpleegkundigen. Daarnaast worden ze vaak ingezet voor de verzorging van mensen met een handicap die in een instelling wonen, en dat is natuurlijk niet de bedoeling. Ook woonzorgcentra die assistentiewoningen hebben, laten er thuisverpleegkundigen werken. Zij worden ook uit de federale pot voor de thuisverpleging betaald terwijl gehandicapten- en bejaardenzorg eigenlijk Vlaamse bevoegdheden zijn. ‘Natuurlijk moet er iets tegen die wantoestanden worden gedaan’, zegt Van Gorp. ‘Maar ik geloof niet in lineaire maatregelen die de hele groep van thuisverpleegkundigen de rekening presenteren en stigmatiseren.’

11.15 uur. Aangebrande grapjes

De voorbije uren zijn we het ene flatgebouw na het andere binnen- en buitengegaan. Haast allemaal om hoogbejaarde mensen te helpen met wassen en aankleden. Dan belt Dries aan bij Fernand (77). De deur is nog niet goed en wel open of de reuk van dierenvoer en een veelgebruikte kattenbak slaat ons in het gezicht. Grijnzend zit Fernand bij het raam. Hij streelt een van zijn katten en schuift zijn onafscheidelijke pet wat rechter op zijn hoofd. Dat Dries vandaag twee vrouwen heeft meegebracht schijnt de man bijzonder te bevallen. Hij blijkt over een heel repertoire aangebrande grapjes te beschikken. ‘Fernand is bijna altijd welgezind’, lacht Dries terwijl hij in de keuken een teil water vult. Met zijn rollator stapt Fernand naar het slaapgedeelte van de kamer waar hij zich voorzichtig op een stoel laat vallen. Dries helpt hem uit zijn trui en begint Fernands benige bovenlijf te wassen. ‘Aan de onderkant moet hij niet komen’, waarschuwt Fernand schalks. ‘Er zijn grenzen.’

11.45 uur. ‘Sturm der Liebe’

Josepha (88) zit breed glimlachend voor de televisie naar ‘Sturm der Liebe’ te kijken. Als Dries bij haar gaat staan, grijpt ze zijn hand vast en begint vrolijk een deuntje van Marlène Dietrich te zingen. Of hij haar moet verschonen, vraagt hij. Maar dat is niet nodig: de collega die haar heeft gewassen en aangekleed is nog niet lang weg. Als we de trap aflopen, horen we hoe ze de televisie nog wat harder zet en met de aftiteling van haar favoriete serie meezingt. Dat ze net bezoek heeft gehad, is ze alweer vergeten.

***

Wat de situatie zo ingewikkeld maakt, is dat thuisverpleegkunde een federale bevoegdheid is, terwijl woonzorgcentra de verantwoordelijkheid van Vlaanderen zijn. Met andere woorden: als het federale niveau in thuisverpleegkunde investeert, wordt het daar zelf niet beter van, maar is dat een besparing voor Vlaanderen omdat er dan minder mensen in woonzorgcentra terechtkomen. ‘Toch zal uiteindelijk iemand de rekening moeten betalen’, zegt Van Gorp. ‘Mensen worden steeds ouder, worden sneller uit het ziekenhuis ontslagen en blijven langer thuis wonen. Als je dan als samenleving niet genoeg in thuiszorg investeert, is dat om problemen vragen.’

12.00 uur. Glas champagne

Bij de laatste patiënt van de ochtendronde is het letterlijk feest. Georges, die met een been omhoog in zijn stoel zit, wordt 63. Familie en vrienden stromen toe voor zijn verjaardagsetentje en ook wij krijgen een glas champagne in de handen gestopt. Ondertussen verzorgt Dries de wonde op Georges’ been. Drie maanden geleden heeft hij zich bezeerd toen hij van de trap viel en zijn been geneest langzaam. ‘Ik ben toch blij dat ik ook patiënten zoals Georges heb die ik elke dag een beetje beter zie worden’, bedenkt Dries. ‘De meeste mensen die ik bezoek, kan ik alleen helpen door het hen zo comfortabel mogelijk te maken. Ze worden niet meer beter. Of toch niet jonger.’

DOOR ANN PEUTEMAN, FOTO’S KATRIEN ORLANS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content