De Kroonraad van Knack bestaat uit Mark Eyskens, Paul Muys, Jacques Rogge, Erik Suy, Monika Van Paemel en Etienne Vermeersch.
Mevrouw Van Paemel, de raadkamer heeft de aanhouding van Jan De Clerck en zijn echtgenote verlengd. Zij worden verdacht van een aanzienlijke fraude.
MONIKA VAN PAEMEL : Ik kan niet oordelen over de concrete schuld van het echtpaar De Clerck, dat moet het gerecht doen. Maar deze zaak is wel een illustratie van het op Amerikaanse leest geschoeide samenlevingsmodel dat ons in Vlaanderen wordt opgedrongen. De captain of industry geldt daarin als een ideaalbeeld. De geslaagde zakenman die zich in twee, drie generaties tijd uit het niets heeft opgewerkt tot de leider van een eigen bastion. De eerste generatie doet dat met bloed, zweet en tranen. Zichzelf niet ontziend, en nog veel minder hun personeel ontziend. Maar de streekbevolking krijgt een baan, en neemt dus beleefd haar pet af, werkt hard, werkt zwart, werkt na de uren, en moppert niet. In Amerika noemen ze dat de frontier spirit : je verovert een stuk land, bouwt er je ranch op, schiet iedereen dood die in de buurt komt, en wie voor jou komt werken, moet blind gehoorzamen. Datzelfde fenomeen zien we bij ons. Ze spreken niet voor niets over het Dallas van West-Vlaanderen. Als ik foto’s bekijk van dat domein van Jan De Clerck in Waasmunster, dan zie ik de Southfork Ranch, paarden incluis.
Op deze wijze ontstaan de grote familie-imperiums. Als die in de tweede generatie niet stranden op dronken zonen of wallebakkende dochters, dan wordt de nijvere gedachte uitgebouwd tot groot kapitaal en grote macht. Daarop zit geen correctie, zeker niet van de overheid. Men huldigt het coöperatieve idee uit de christelijke arbeidersbeweging : baas en werknemer zijn geen opposanten, maar werken samen in het belang van de onderneming. Dat is verdedigbaar, op voorwaarde dat er een sociale controle wordt uitgeoefend op de arbeid, en een fiscale controle op het inkomen. Maar de fiscus laat het afweten, en de vakbonden beperkten zich tot huishoudelijke reglementen. Soms klagen ze schoorvoetend over te veel zwartwerk, maar wie niet meedraait, krijgt ontslag. De overheid heeft laten begaan, tot het te gortig werd en er nu iemand naar het schavot moet worden gebracht. Maar het systeem op zich draait gewoon verder en wordt niet in twijfel getrokken.
We worden in de zaak-De Clerck geconfronteerd met de morele verantwoordelijkheid van de staat, die dit arbeidsmodel tolereert en propageert. Niemand heeft het over de keerzijde : arbeiders die geen inbreng hebben, en bazen die hun gang gaan tot op het niveau waar elke moraliteit weg valt.
Dat deze fraude pas na vele jaren aan het licht komt, bewijst dat de fiscus al die tijd heeft zitten slapen.
VAN PAEMEL : Als de cijfers in de pers kloppen, heeft een dergelijke praktijk enkel kunnen plaatsvinden met medeweten van meerdere mensen, bijvoorbeeld uit het bankwezen. Voor de belastingen is het uiteraard makkelijker om een klein bedrijfje uit te benen, of een gewone loontrekkende uit de middenklasse aan zijn vel te zitten. Wat kan een ambtenaar beginnen in een ingewikkeld dossier, dat bol staat van grote namen die verwant zijn met de politiek en met de industriële adel ? Daarvoor schrikt de gewone inspecteur terug, en niet ten onrechte. Anders krijgt hij een paar jaar later misschien een alternatieve prijs op de Gentse Feesten, maar staat hij wel op straat. Zo iemand wil ook leven, en als hij zich niet gedekt voelt door zijn oversten, denkt hij twee keer na.
Ik vind dat dit een wezenlijk probleem van ons regeringsbeleid is. Vlaamse macht is gebaseerd op industriële en financiële macht. Als je daarbij de stamvaders, zoals in het verhaal van Boer Vermeulen, ongehinderd hun gang laat gaan, plant je het archaïsch klassedenken van de negentiende eeuw over op onze tijd van moderne productiemethodes. Dat leidt naar Japanse toestanden waar de arbeiders in de fabriek eten en slapen, en hun hele leven als een lijfeigene doorbrengen. De industrieel zorgt dan wel voor werk, maar vergeleken met wat hij er zelf aan verdient, krijgen de werknemers weinig opbrengst voor hun arbeid. En een groot deel van de bevolking blijft werkloos. Vlaanderen veramerikaniseert tot een maatschappij met een kleine groep superrijken, en aan de andere kant veel armoede en een openbaar leven zonder geld voor elementaire diensten.
In Diest rijdt een dronken schoolbuschauffeur op vrijdag een kind, dat tussen zijn busdeuren klem zit, dood. Op maandag zit diezelfde man opnieuw dronken aan het stuur. Is dit een losstaand incident ?
VAN PAEMEL : Neen. Dat zoiets mogelijk is, betekent dat de structuren niet functioneren en dat de sociale controle is weggevallen. Het tweede is trouwens een gevolg van het eerste. Je zou op zijn minst verwachten dat wie met een bus vol kinderen mag rijden, daar een specifieke opleiding voor krijgt, en regelmatig gecontroleerd wordt op zijn fysieke paraatheid en zijn algemeen gedrag. Waarom waren er op die bus geen begeleiders om de kinderen te helpen bij het in- en uitstappen ? Of om alarm te slaan als de chauffeur onverantwoord rijdt ? Er zijn genoeg opvoeders en monitoren die naar werk snakken. Het antwoord ligt voor de hand en is hetzelfde als in de zaak-De Clerck : dat komt omdat winst maken het heilige doel is. Bespaar dus zoveel mogelijk op de kosten. Ongevallen als dat in Diest zijn geen losstaande incidenten. De schuld daarvan ligt bij de overheid die, ondanks gepronk met sluitende begrotingen, faalt op vele essentiële terreinen. Onder meer in het verkeers- en veiligheidsbeleid. Dat begint bij het onderhoud van straten en steden. Als je de boel laat verkommeren en vervuilen, creëer je een onveiligheidsgevoel. Je kan niet verwachten dat de bevolking sociale controle zal uitoefenen, als de overheid zelf alles op zijn beloop laat. En zo gaan we van catastrofe naar catastrofe.
Ongevallen met vrachtwagens zorgden de voorbije week voor twaalf doden.
VAN PAEMEL : Alweer dezelfde verklaring : alles draait om winst. De chauffeurs worden onder druk gezet, de broodnodige bijrijder wordt van de dienstlijst geschrapt, de klant eist dat de waren just intime ter bestemming zijn en wil zoveel mogelijk in één vrachtwagen proppen. Tegen zo een maatschappij zou de politiek, die dient om het algemeen belang te verdedigen, in woord en daad ten strijde moeten trekken. Maar men pocht liever met het rampenplan, dan ervoor te zorgen dat die rampen zich niet voordoen. Na elk spectaculair ongeval komt er wel een politicus maatregelen aankondigen. Dat wordt op de duur zielig.
Het kleinste kind stelt vast dat het onverantwoord is om grote mastodonten en kleine personenwagens met hoge snelheden op dezelfde weg te laten rijden. Iedereen ziet hoe schandelijk vele chauffeurs zich gedragen. Het is de taak van de staat om dat onmogelijk te maken, maar die laat dat op ergerlijke wijze na. Dat men er werk van zou maken om het vrachtvervoer over spoor of water te sturen, durf ik al niet meer opperen. Maar ondertussen liggen tal van andere oplossingen voor de hand : verminder de toegelaten snelheid, hou vrachtwagens op een aparte rijstrook waar ze niet kunnen gaan zigzaggen, en vooral : haal al wie zich niet aan het verkeersreglement wil houden, achter het stuur vandaan. Daar horen geen ingewikkelde theorieën bij, het is zo simpel als wat. Alleen moeten de politici de moed hebben om maatregelen te treffen die niet populair zijn bij de vele onverantwoordelijken in het verkeer. Zolang dat niet gebeurt, draagt de regering mee schuld voor elke dode op de weg. En dan praat ik nog niet over de schabouwelijke toestand van de meeste wegen, en de vaak lukraak neergezette en inefficiënte signalisatie- en verkeersborden.
De regering richt een speciale vleescel op om de misbruiken in die sector tegen te gaan.
VAN PAEMEL : Dat is rijkelijk laat. Ik kom nog maar eens op hetzelfde punt. Wanneer wordt die cel opgericht ? Op het moment dat de Europese Unie niet alleen subsidies dreigt in te trekken, maar ook met een miljardenboete zwaait. En op het moment dat de export naar heel wat oosterse landen is stilgevallen. Dus niet uit een morele bekommernis, maar omdat het de staat geld kost en de inkomsten van de vleesbaronnen in het gedrang zijn. De kwaliteit van de biefstuk deugt al lang niet, en vele grote vleeshandelaars doen al jaren hun zin, tot en met het plegen van een moord. Kijk naar de varkensbusiness : wij hebben zoveel varkens niet nodig. Niet om te eten, niet om rendabel te zijn. Wel om alsmaar meer winst te maken. En zolang het opbrengt, hoeft de controle niet al te scherp te zijn. De vraag naar het fatsoen van deze manier van denken wordt nooit gesteld, maar de rekening zal ons binnenkort gepresenteerd worden. Wat mij verbaast, is dat het parlement geen crisisberaad houdt over de lijstjes waarin België steeds nadrukkelijker wordt geciteerd als het corruptste land van West-Europa. Ik kom vaak genoeg in het buitenland om te weten dat die mening overal veld wint. In de plaats van uit te pakken met ons EMU-diploma, zou ik me veeleer zorgen maken over ons nieuwe imago, dat niet zomaar uit de lucht valt. En dan is het effect van de omkoopzaak van Anderlecht, en de fraude in de tapijtsector nog niet in die rangschikkingen verwerkt.
Deze week komt een Mechels rechter voor het Antwerpse gerechtshof wegens sadomasochistische praktijken met zijn eigen vrouw.
VAN PAEMEL : Dankjewel, dat zal ons prestige een beetje opkrikken. Ik ben tolerant voor wat volwassen mensen uit vrije wil op seksueel gebied willen uitrichten. Maar ik behoor niet tot degenen die zeggen dat wat in de slaapkamer gebeurt, niemand iets aangaat. Want die slaapkamer, of wat voor kamer ook, is verbonden met de maatschappij. Er zijn grenzen aan wat men mag doen, zelfs al zijn die niet duidelijk afgebakend. In elk geval zijn er sadistische gruwelijkheden die deze grenzen ver overschrijden, zelfs als ze met toestemming van het slachtoffer plaatsvinden. Een rechter die zich daaraan bezondigt, wijkt in zijn denken zo ver af van het gangbare fatsoen, dat hij niet meer over anderen kan oordelen op basis van wetten die uitgaan van datzelfde algemeen fatsoen.
Om deze zitting af te ronden steeds hetzelfde onderwerp uit het buitenland : Algerije. In een buitenwijk van Algiers zijn ook vorige week een paar honderd mensen de keel overgesneden.
VAN PAEMEL : Ik vraag me af wat daar echt aan de hand is, want het verhaal klopt niet. Het is wat al te vreemd dat de Algerijnse regering blijkbaar goed in staat is om de petroleumimplanten, spoorlijnen en luchthavens te beschermen, terwijl haar soldaten altijd net een half uur te laat komen op de plaats van een moordpartij. Het gaat niet om kleine groepjes moordenaars, die raids zijn minutieus voorbereid. Mij maak je niet wijs dat het regime, dat infiltranten heeft tot in het kleinste busstationnetje, daarvan niet vooraf op de hoogte is. Je zou gaan veronderstellen dat hier iets heel smerigs bezig is. Laat de regering die moorden, om het even welke splintergroep ze pleegt, rustig doorgaan in de hoop dat de bevolking zich tegen het Fis keert ?
Wat mij al evenzeer verbijstert, is de lankmoedige houding van de rest van de wereld. Gedurende jaren wordt een hele gemeenschap met messen en hakbijlen afgeslacht, en ik hoor de Verenigde Naties geen afkeurende resoluties uitvaardigen, laat staan een boycot tegen de Algerijnse regering. Ik hoor niemand spreken over een militaire interventie, terwijl ze voor Koeweit een miljoen manschappen op de been hebben gebracht. Ik zie in Parijs en Berlijn geen massale studentenbetogingen. De kritiek in de media is er, maar blijft beperkt. De paparazzi hebben meer verontwaardiging losgeweekt. Dat is niet meer normaal. Ik heb het gevoel dat wij, net als de mensen ginder, bedrogen worden. Maar het fijne ervan is me voorlopig niet duidelijk.
Koen Meulenaere