De Kroonraad van Knack bestaat uit Mark Eyskens, Paul Muys, Jacques Rogge, Erik Suy, Monika Van Paemel en Etienne Vermeersch.
Mijnheer Vermeersch, het voorbije weekend is in Calcutta Moeder Teresa begraven, het boegbeeld bij uitstek van de liefdadigheid.
ETIENNE VERMEERSCH : Ik zal wellicht sommige mensen choqueren, maar ik heb daar heel wat vragen over. Voor mij is het belangrijkste probleem waarmee de wereld op het einde van deze eeuw worstelt, de bevolkingsexplosie. Die verveelvoudigt alle andere problemen : milieuvervuiling, uitputting van de grondstoffen, vernietiging van de natuur, onderontwikkeling, werkloosheid, ziekte, armoede, en noem maar op. Allemaal zaken die niet onder controle te houden zijn, als het aantal mensen blijft toenemen. Dat proces een halt helpen toe roepen, is de belangrijkste opgave voor wie leiding geeft in deze wereld of een boodschap wil uitdragen. Omgekeerd is de meest noodlottige raad die je kan geven die om geen contraceptiva te gebruiken. Moeder Teresa behoorde samen met de huidige paus tot de grote tenoren van de strijd tegen de contraceptie. In mijn ogen is dat zo mateloos onvergeeflijk dat het overige bijna in het niets verzinkt. Moeder Teresa is dus geen voorbeeld om na te volgen, wel een om zo snel mogelijk te vergeten.
Ze heeft zich met haar Zusters van Barmhartigheid wel ingezet voor de armen en de zieken.
VERMEERSCH : Ze heeft misschien enkele duizenden kinderen van de straat geraapt. Maar tegelijkertijd heeft ze er met haar propaganda tegen contraceptie toe bijgedragen dat vele miljoenen kinderen ongewenst op de wereld zijn gekomen, in ellendige omstandigheden een kortstondig leven hebben gehad, met veel zinloos lijden en slechts één toekomstperspectief : overleven in de criminaliteit of de prostitutie. De liefdadigheid van Moeder Teresa was niet dweilen met de kraan open, maar dweilen met de sluizen open. En die sluizen heeft ze dan nog zelf helpen open houden. Als ze een onwetende vrouw was, ligt de schuld bij diegenen die haar hebben misleid. Als ze besefte wat ze deed, is het verschrikkelijk. In interviews op televisie maakte ze de zelfverzekerde indruk van een autoritaire vrouw, iemand die het allemaal beter weet en denkt dat ze zo maar andere mensen de les kan spellen. En dit zonder enige vorm van dialoog of argumentatie.
Feit blijft dat ze nuttig werk verrichtte in de armenwijken, en de liefde voor de mensen preekte.
VERMEERSCH : Dat betwist ik niet, maar ik plaats vraagtekens bij de wijze waarop dat gebeurde. Die liefde voor de mensen was ondergeschikt aan het godsdienstideaal van Moeder Teresa. Als haar zusters een zieke aan het voeden zijn en de bel rinkelt, dan wordt het liefdevolle gebaar bruusk afgebroken : het gebed gaat voor. Daar komt bij dat haar zusters bewust geen medische opleiding krijgen. Onze missiezusters die naar Congo trokken om in een hospitaal te werken, hadden een behoorlijke opleiding tot verpleegster achter de rug. Vaak met specialisatie in tropische ziekten. Zij gingen mensen helpen met de deskundigheid die ter beschikking stond. De zusters van Moeder Teresa krijgen die opleiding niet en helpen de mensen zoals dat in de middeleeuwen gebeurde.
Moeder Teresa beschikte, zeker de laatste jaren, over de financiële armslag om een reeks essentiële geneesmiddelen toe te dienen, bijvoorbeeld pijnstillers. Het is waar dat mensen ook in hun gevoel van verlatenheid moeten geholpen worden, maar bij acute pijn zijn pijnstillers efficiënter dan een schouderklopje. Bij de Zusters van Barmhartigheid wordt het miserabilisme bijna gecultiveerd. Als je daar nog aan toevoegt dat de persoonlijke intellectuele ontwikkeling van de zusters ook geen topprioriteit is, zou ik iedereen ontraden in die congregatie in te treden.
Er is in het verleden vooral kritiek gekomen op de geldmachine die Moeder Teresa beheerde.
VERMEERSCH : Ik weet daar weinig over, behalve dat wat je uit getuigenissen en documentaires kan afleiden : het medisch comfort van de zieken werd er weinig door verbeterd. Wellicht ging het leeuwendeel naar de oprichting van nieuwe kloosters.
Het Vaticaan heeft Moeder Teresa, ook na haar dood, gretig gebruikt als middel tot public relations.
VERMEERSCH : Er was al jaren een duidelijke alliantie tussen de paus en Moeder Teresa. De paus kan zijn wereldvreemde en noodlottige boodschappen debiteren met het gezag van zijn positie. Moeder Teresa met het gezag dat zij ontleende aan haar status van weldoenster en levende heilige. Dat pr-aspect was naar mijn gevoel iets te nadrukkelijk aanwezig. Er staat in hoofdstuk zes van Matteüs : ?Beoefen uw gerechtigheid niet voor het oog van de mensen om aandacht te trekken… Als ge een aalmoes geeft, laat uw linkerhand niet weten wat de rechter doet.? Er zijn veel mensen die zich zowel hier als in de ontwikkelingslanden inzetten voor armen en zieken, laten we niet de indruk helpen verspreiden dat Moeder Teresa het monopolie van de naastenliefde had. Werken van barmhartigheid mogen gepaard gaan met extreme ascese en zelfopoffering, maar als dat niet het geval is, ontbreekt er niets essentieels.
Een ander overlijden dat de aandacht trok, was dat van président-fondateur Mobutu.
VERMEERSCH : Toen Mobutu zijn eerste staatsgreep pleegde, was hij een jonge militair en stelde hij een soort zakenkabinet samen van jonge universitairen. Dat maakte op mij een positieve indruk. Mobutu is dan opzij gaan staan, om enkele jaren later terug op de voorgrond te treden als ?le troisième homme?, na Tsjombé en Kasa-Vubu. Daarna is het de verkeerde richting uit gegaan. Ondermeer door de Zaïrisering, die neerkwam op de verrijking van Mobutu zelf, en van een beperkte elite rond hem. Het Westen heeft dat laten gebeuren. De Vlaamse socialisten hebben vanaf een bepaald ogenblik, met Karel Van Miert en nadien Frank Vandenbroucke, pogingen gedaan om radicaal te breken met Mobutu. Dat werd onrealistisch genoemd door sommige politieke tegenstanders die vandaag een heel andere taal spreken. Een breuk met Mobutu was misschien onrealistisch, maar was tenminste ethisch verantwoord.
Helaas is niemand er in geslaagd om Frankrijk en de Verenigde Staten, de belangrijkste westerse betrokkenen, aan hetzelfde zeel te doen trekken. Dat is een fout geweest van François Mitterrand, die toch veertien jaar lang de Franse buitenlandse politiek bepaalde. Zeker na het aantreden van Clinton, was het mogelijk om Mobutu aan de kant te schuiven. Bijvoorbeeld door de Nationale Conferentie aan te sporen om Mobutu af te zetten, in de plaats van ze aan te zetten tot compromissen. Met dictators als Mobutu of Saddam Hoessein is geen verzoening mogelijk.
Is Mobutu de man van de gemiste kansen ?
VERMEERSCH : Mocht hij verder zijn gegaan op het pad dat hij in 1961 leek te hebben uitgestippeld, had hij een groot Afrikaans leider kunnen worden. Om te beginnen, had hij begrepen dat je de militaire macht moet hebben om iets te realiseren. Daarom heeft hij zijn eigen presidentiële garde opgericht. Daarnaast heeft hij gezien dat hij samenwerkingsverbanden met het buitenland moest onderhouden, en dat hij voor de Verenigde Staten een onmisbare pion was tegen het oprukkende communisme in Afrika. Uitgaande van die elementen, had hij veel goeds kunnen doen in een land dat zo rijk is aan grondstoffen. Maar hij heeft het allemaal jammerlijk laten verloren gaan.
Het bezoek van Madeleine Albright aan het Midden-Oosten lijkt vooral de positie van de Israëlische premier Netanyahu te hebben versterkt.
VERMEERSCH : Ik denk dat Clinton zich zwaar aan het vergissen is. Hij zou zich radicaal aan de kant van Yasser Arafat moeten scharen. Bij elke bomaanslag wordt Arafat verweten dat de Palestijnse Autoriteit de terroristen niet onder controle heeft. Maar als zelfs de Algerijnse regering, die militair volkomen baas is in haar land, er niet in slaagt om het terrorisme te beteugelen, hoe zou Arafat dat dan kunnen in een gebied waar hij nauwelijks macht heeft ? En waar gevaarlijke en elkaar beconcurrerende bewegingen al lang hun geduld hebbben verloren, precies omdat elke stap van Arafat in de richting van meer autonomie geboycot wordt door Israël. De grote verantwoordelijke voor de terreuraanslagen is Netanyahu zelf. Plus de Israëlische politiek die is gevoerd van 1967 tot Shimon Peres het voor het zeggen kreeg. Het wordt tijd dat de Amerikanen, en zeker de Europese landen, dat eens duidelijk stellen en er consequenties aan verbinden. Als de Israëlische regering nog maar eens nieuwe huizen gaat bouwen in Palestijns gebied, moet het westen alle betrekkingen met Tel Aviv verbreken. Ze zullen dan niet lang meer bouwen.
De mislukte missie van Albright betekent gezichtsverlies voor de Verenigde Staten.
VERMEERSCH : In Amerikaanse politieke kringen heerst blijkbaar een latente, misschien onterechte, angst voor de joodse kiezers. Je krijgt de indruk dat de VS de akkoorden van Oslo enkel steunt, zolang de Israëlische regering dat ook doet. De nederzettingenpolitiek van de voorbije vijfentwintig jaar is de belangrijkste oorzaak van het geweld en de gespannen situatie. Toen Israël en Egypte hun conflict over de Sinaï-woestijn bijlegden, had men meteen moeten doorgaan en het principe ?land for peace? realiseren. Dan had men het ontstaan van de fanatieke fundamentalistische bewegingen bij de Palestijnen kunnen verhinderen. Nu heeft men groepen als Hamas de kans geboden om te ontstaan, en geeft men hen voortdurend voedsel om met hun aanslagen door te gaan. Wat telkens de positie van Netanyahu versterkt, en tot nieuwe provocaties leidt. Ik vrees dat de toestand in Israël uitzichtloos is.
Rode draad in de buitenlandse actualiteit blijft Algerije, waar het moorden niet meer te stoppen is.
VERMEERSCH : De wereld staat machteloos. Het blijft een intern Algerijns conflict met twee grote protagonisten die geen van beide onze steun verdienen. Aan de ene kant heb je een militaire regering die bloed aan de handen heeft. Aan de andere kant de moslimfundamentalisten die nog veel ergere misdaden begaan. Daar tussenin geplet zit een meer democratisch geïnspireerde beweging van gematigde en rationele figuren, maar die slaagt er niet in om politiek gewicht te krijgen. De huidige Algerijnse regering mist een ethisch en rationeel programma, en wie dat niet heeft in de politiek delft zijn eigen graf. De regering voert een politiek van toegevingen die in de praktijk naar steeds meer geweld leidt. Een voorbeeld was vroeger al het invoeren van het islamitisch familierecht, met de schandelijke onderdrukking van de vrouwen. Nu gaat men op die weg verder. Ik zou trouwens graag zien dat de islammeisjes in ons land een beetje zin voor symboliek tonen en, wat er ook in de koran moge staan, hun sluiers afleggen uit sympathie voor de meisjes die door fundamentalisten vermoord worden als ze geen sluier dragen.
Tot slot nog één punt uit eigen land : de invoering van de onbemande camera’s. Noodzakelijk om de verkeersovertredingen te beperken of een bedreiging voor de privacy ?
VERMEERSCH : Ik ben een groot voorstander van het recht op privacy, maar dat moet goed omschreven worden. Het behoort niet tot de privacy om op de openbare weg een misdrijf te plegen. Van mij mag en moet men camera’s inschakelen, maar binnen strikte wettelijke bepalingen. Op openbare plaatsen moeten camera’s onder de bevoegdheid van de politie vallen, en mogen ze enkel gebruikt worden om uitdrukkelijk bepaalde inbreuken op de wet vast te stellen. Het is, bijvoorbeeld, niet toegelaten te noteren wie met wie aan het zoenen is, want zoenen is geen misdrijf. Om ontsporingen te vermijden, moet precies worden bepaald wie de beelden mag bekijken en wie niet. En er moeten strenge straffen staan op manipulatie of misbruik van die gegevens.
Koen Meulenaere