Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

De Kroonraad van Knack bestaat uit Mark Eyskens, Paul Muys, Jacques Rogge, Erik Suy, Monika Van Paemel en Etienne Vermeersch.

Mijnheer Eyskens, de tragische dood van Lady Diana en Dodi al-Fayed heeft dit weekend al het andere nieuws weggeveegd.

MARK EYSKENS : Er zijn in diezelfde nacht op onze planeet wellicht duizenden mensen verongelukt of gestorven. De tragedie is in elk van die anonieme gevallen uiteraard even groot. Maar de persoon van Lady Di is ultra-gemediatiseerd, en haar dood overheerst dus de berichtgeving in de hele wereld. Ik heb ooit de eer gehad om naast haar te zitten tijdens een banket op Buckingham Palace, ter gelegenheid van de Europese top in Londen in 1981. Ze was een aantrekkelijke en innemende vrouw, al kwam de conversatie met haar niet boven banaliteiten uit. Ze was toen wel nog erg jong, ik neem aan dat haar persoonlijkheid zich nadien fel ontwikkeld heeft.

Na de echtscheiding van prins Charles heeft Diana zich allerminst teruggetrokken, zoals de koninklijke familie misschien gehoopt had. Naast de keren dat ze tegen haar zin in de media kwam, waren er gelegenheden genoeg waarbij ze zichzelf op de voorgrond wrong.

EYSKENS : Diana had een groot hart en hunkerde naar liefde, in haar privé-leven en bij de massa. Vandaar haar inzet voor allerlei goede doelen in en buiten Engeland. Dankzij de mediabelangstelling waarvan ze zich verzekerd wist, heeft ze aandacht gevraagd voor aids-patiënten, voor het gevaar van landmijnen en zo meer. Dat is een grote verdienste. Dat ze daarbij zichzelf wou blijven affirmeren, tegen de koninklijke familie die haar het leven niet bepaald gemakkelijk heeft gemaakt in, is meer dan waarschijnlijk.

Hoewel de omstandigheden van het ongeval nog moeten uitgeklaard worden, wordt de rol van de pers bekritiseerd.

EYSKENS : Afgezien van wie waarvoor verantwoordelijk is bij dit ongeval, stellen we de excessen vast van de gemediatiseerde maatschappij. Het heeft te maken met sensatiezucht en met geldhonger. Als één wazige foto van een kus al miljoenen frank opbrengt, is dat een ontwaarding van de nieuwsgaring. Prinses Diana was daarvan het slachtoffer, maar gaf er zelf ook aanleiding toe door een levenswandel die in haar positie gesneden brood was voor populaire media. Als je met je nieuwe minnaar gaat dineren in het Ritz-hotel in Parijs, vraag je om fotografen. Dat neemt niet weg dat er moet nagedacht worden over een betere bescherming van de privacy, ook van bekende figuren. En over de deontologie van de pers. Een televisiestation dat beelden uitzendt van de opgegraven beenderen van twee vermoorde meisjes, is blijkbaar zelf niet in staat om de grens te trekken. Ik vrees wel dat je onmogelijk in een wet kan vastleggen wat kan en wat niet.

In eigen land is de zaak-Dutroux één jaar oud. De publieke opinie heeft de indruk dat er weinig veranderd is.

EYSKENS : Dat is in grote mate onterecht. Er is wetgevend en reglementair wel veel veranderd. Minister van Justitie Stefaan De Clerck heeft een twaalftal ontwerpen ingediend, waarvan al verschillende punten zijn goedgekeurd. De publieke opinie onderschat de technische moeilijkheidsgraad van de wetgeving. Het ontwerp-Franchimont omvat liefst vijfhonderd artikels. Daarop zijn honderden amendementen neergelegd. Dat alles is in een goede drie maanden tijd door de Kamer behandeld. In de media wordt daar te weinig de nadruk op gelegd. Integendeel, er worden op een vrij simplistische wijze verwachtingen gecreëerd die technisch niet kunnen worden waargemaakt, en die het publiek een verkeerd beeld geven van het politieke werk terzake. Stefaan De Clerck doet het maximum om vóór het einde van de legislatuur een zeer belangrijke hervorming van het gerecht door te voeren.

Maar ook Marc Verwilghen, voorzitter van de commissie-Dutroux, klaagt dat er geen vooruitgang wordt geboekt.

EYSKENS : Er is een alternatief, weet u. De regering heeft volmachten gekregen voor de begroting, ze had ook volmachten kunnen vragen om justitie te hervormen via genummerde Koninklijke Besluiten. Maar hoeveel kritiek zou dat geoogst hebben ? Dan had men geroepen dat de democratie was afgeschaft. Als je de rechtstaat wil hervormen, moet je dat doen volgens de procedures van de parlementaire democratie, en die vergen de nodige tijd. Ik begrijp de ontgoocheling van de getroffen ouders, hun goede trouw staat net als die van de Witte Comités buiten twijfel, maar de media hangen een vertekend beeld van de werkelijkheid op. Dat er niets is veranderd en dat de politici van de hele beweging niets hebben begrepen, is een onrechtvaardige en oneerlijke voorstelling van zaken waarmee je het antidemocratisch ressentiment in de samenleving vergroot.

Het uitblijven van sancties zorgt voor ongenoegen.

EYSKENS : Ook daar moet aan de mensen duidelijk worden uitgelegd dat een parlementscommissie geen parallelle justitie is. De Franse Revolutie is nodig geweest om juist te bekomen dat een onafhankelijk gerecht, los van de politiek, zijn werk zou kunnen doen. Een commissie moet aangeven wat de leemten zijn in de wetgeving en in de toepassing ervan. Ze kan dysfuncties aanwijzen, waarna de bevoegde autoriteiten kunnen overgaan tot de voorziene tuchtprocedures.

Ex-minister Wathelet draagt een politieke verantwoordelijkheid, en dus kan er vanuit het Belgische of Europese parlement een motie van wantrouwen tegen zijn aanstelling als Europese rechter komen. Over commissaris De Vroom is een intern evaluatierapport gemaakt, waarna de minister van Justitie zijn verantwoordelijkheid neemt. Dat is de correcte manier. Het is niet de commissie-Dutroux die straffen oplegt.

Via enkele niet eensluidende wetenschappelijke rapporten is de opkomstplicht weer in de belangstelling gekomen. Louis Tobback heeft zich furieus achter het behoud ervan gezet.

EYSKENS : Ik deel zijn mening niet, en ook niet zijn argument dat bij het afschaffen van de opkomstplicht, de zwakkeren uit de boot vallen. In een voldragen democratie moet stemmen een recht zijn voor al wie bekommerd is om de gang van zaken in de polis. Wie daar niet om bekommerd is, moet de zaak niet in de war komen sturen. Want die mensen stemmen wild, voor een of andere schertsfiguur of neppartij, en ondermijnen zo de keuze van wie wel uit overtuiging stemt. De opkomstplicht mag niet verworden tot een instrument van verwording van de democratie. Zelfs met de huidige stemplicht zijn er tien procent spijbelaars, tien procent blancostemmers en ongeveer vijf procent ongeldige stemmers. Het afschaffen van de opkomstplicht moet voor de partijen een extra motivering zijn om de mensen te overtuigen van het nut van hun stem, en van het nut van de democratie. Dat is een niet-onbelangrijk thema dat bij ons nooit aan bod komt, noch inzake Europa, noch inzake België, noch inzake Vlaanderen.

Moet de opkomstplicht niet sowieso worden afgeschaft als Europese burgers hier mogen mee stemmen ?

EYSKENS : We kunnen die mensen moeilijk verplichten, terwijl ze in hun eigen land vrij zijn. Er moet worden nagedacht over een grondige hervorming van het kiesstelsel. We zijn in Europa bezig alles te harmoniseren, waarom dan niet de politieke landkaarten wat meer op elkaar afstemmen ? In de meeste lidstaten evolueert men om redenen van efficiëntie en stabiliteit naar een inkrimping van het aantal partijen. Zelfs in de zo gepolitiseerde Latijnse landen gaat men naar twee of drie grote blokken. In België zitten in het federale parlement twaalf partijen. Dat heeft gedeeltelijk te maken met de communautaire opsplitsing, maar zelfs dan is het des Guten zu viel. Ik ben voorstander van het Duits systeem, waarin een partij die een vooropgestelde drempel niet haalt, geen vertegenwoordigers krijgt.

In het buitenland trekt Algerije alweer de aandacht. De ene barbaarse moordpartij volgt op de andere. Mag de wereld daarop blijven toekijken ?

EYSKENS : Wat kan de wereld doen ? Het Algerijnse regime militair gaan steunen, zou een te flagrante inmenging in de binnenlandse politiek zijn. Bovendien zou de bevolking, waarvan 95 procent gekant is tegen het FIS, misschien sympathie krijgen voor de extremisten. Ik vrees dat die hele zaak moet uitbloeden, hoe wreed het ook klinkt. En ik hoop dat het Algerijnse regime zich niet laat wegdringen. Want als Algerije fundamentalistisch wordt, krijg je een domino-effect. Libië is het al voor een stuk, Egypte is bedreigd, en verderop liggen Irak en Iran. Dat zou bijzonder gevaarlijk zijn. Wij moeten blijven onderstrepen hoe afgrijselijk de toestand is in Algerije. En we moeten de waarde beseffen van de verdraagzaamheid, een christelijk basisprincipe dat in het verleden wel eens vergeten is.

In Zweden heeft de onvrijwillige sterilisatie van tienduizenden vrouwen voor grote ophef gezorgd. Het probleem stelt zich ook bij ons.

EYSKENS : Het is extra schokkend dat het zo lang verdoezeld is, en dat het gebeurt in een land dat graag uitpakt met zijn humanistische democratische traditie. Het verplicht ons om nog een paar extra vraagtekens te plaatsen bij het vroeger zo geroemde Zweedse model. Ook in eigen land zijn we geconfronteerd met een reeks ethische problemen, zoals euthanasie, genetische manipulatie, in-vitrofertilisatie en zo meer. Ik ben geen tegenstander van in-vitrofertilisatie, maar ik lees dat men meerdere eicellen bevrucht en er maar twee of drie inplant. Er blijven dus vijf of zes embryonaal levende wezens over. Wat gebeurt daarmee ? Over die kwesties moet een maatschappelijk debat worden gehouden. En wetenschappers moeten beseffen dat ze een probleem aan het creëren zijn. Maar zoals bij vele beroepen stel ik ook bij hen een schrijnend tekort aan ethische omzichtigheid vast. Onze maatschappij zou in het algemeen gebaat zijn met een reveil van het ethisch bewustzijn.

In dat verband was er het opmerkelijk succes van het pauselijk bezoek aan de wereldjongerendagen in Parijs.

EYSKENS : Het was eigenlijk een paradox hoe de paus als oud en vermoeid man er toch in slaagde om meer dan een miljoen jongeren enthousiast te maken. Zijn ze gekomen voor de man zelf, voor zijn boodschap, voor het evenement, in de hoop dat de grote leegte die velen voelen wordt ingevuld ? Wellicht van alles wat. Je zou kunnen opperen : zet een jonge en dynamische paus aan het hoofd van een zo populaire beweging. Maar ik vraag me af of de kracht van de boodschap niet precies versterkt wordt, door het feit dat een oud man ze ondanks zijn fysieke problemen blijft brengen.

De paus had het onder andere over het kwaad dat in ieder mens schuilt.

EYSKENS : Dat heb ik in deze rubriek al een paar keer betoogd. We moeten ons afzetten tegen de funeste ideeën van Jean-Jacques Rousseau. Zijn stelling, meer dan tweehonderd jaar geleden geformuleerd, dat het individu goed is en de maatschappij slecht, heeft ravages aangericht. Het geval Dutroux is een goed voorbeeld. Zijn Franse advocaat François Robinet laat geen twijfel over zijn, overigens voorspelbare, verdedigingsstrategie. Dutroux zal op zijn proces worden voorgesteld als een sukkelaar, een zieke, een slachtoffer van de maatschappij die hem niet beter heeft verzorgd. Dat is Rousseau tot in het absurde. Wat wij gedaan hebben, gedurende minstens honderd jaar, is de vrijheid individualiseren en de verantwoordelijkheid collectiviseren. Een maatschappelijk kompas is er niet meer, elk geweten volgt zijn eigen wegwijzer. De paus gaat tegen die stroom in, en ik heb de indruk dat ook mensen die het op vele punten niet met hem eens zijn, daar steeds meer respect voor opbrengen. Misschien ligt daar wel de verklaring voor het grote succes in Parijs.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Expertise