Japan en China hogen koraalriffen op tot bewoonbare eilandjes om controle te verwerven over strategische zones in de Stille Oceaan en de Zuid-Chinese Zee. JONATHAN HOLSLAG sluit niet uit dat het tot een militaire escalatie komt.

Ergens in een laboratorium van een Japanse universiteit liggen enorme stalen platen in een bassin. Ze zijn bedekt met een grijsachtig vlies. Dat zijn jonge koralen. Onderzoekers kweken ze om later opnieuw uit te zetten rondom een atol in de Stille Oceaan. Dat Japan plots zulke middelen veil heeft om een stukje koraalrif te redden, heeft vooral te maken met zijn strategische waarde. Het atol Okinotorishima ligt immers pal op de transitzone tussen de Oost-Chinese Zee en de Stille Oceaan, die niet alleen voor koopvaardijschepen maar ook voor onderzeeboten van cruciaal belang is. De strijd om het behoud van het koraal van Okinotorishima maakt deel uit van de strijd om de dominantie van de Aziatische zeeën.

Zolang Okinotorishima boven het hoogtij van de oceaan uit blijft komen, zou het volgens de Japanse overheid erkend kunnen worden als een klein eiland. Volgens het zeerecht moet zo’n eiland natuurlijk zijn, en vandaar de verwoede poging om het met echt koraal te laten aangroeien. Nu hebben zeerechtspecialisten vaak bezwaar geuit tegen die claim, maar Japan blijft volhouden dat als Okinotorishima een natuurlijk eiland is, het de controle verwerft in een straal van 200 nautische mijl rondom. Omdat er nog een aantal andere kleine eilanden in de buurt liggen, zou dat een formidabele onzichtbare grens in de oceaan opleveren, een grens waarmee men Chinese oorlogsschepen de toegang zou kunnen ontzeggen.

De Chinezen hebben Tokio al duidelijk gemaakt dat het er niet aan moet denken om zo’n exclusieve zone op te eisen, maar voeren tezelfdertijd hun eigen koraaloorlog in de Zuid-Chinese Zee. Die is weliswaar minder spitsvondig dan de Japanse aanpak. De Chinezen hebben de voorbije jaren gewoon een vloot baggerscheppen naar de regio gestuurd om daar een achttal koraalriffen op te hogen. Die werken zijn inmiddels afgerond. Op twee van die riffen landen nu vliegtuigen – met snorkelliefhebbers, maar ook met allerlei militair tuig.

De essentie is dat China nu de onbetwiste controle over de riffen verwerft. Waar tot voor kort slecht enkele soldaten in gammele barakken op palen een oog in het zeil moesten houden, kan dat nu in goed uitgeruste gebouwen. De riffen worden daardoor ook permanent bewoonbaar en dat is volgens het zeerecht een belangrijk criterium om daaromheen een exclusieve zone van 200 nautische mijl te mogen afbakenen. Net zoals met de Japanse koraalriffen in de Stille Oceaan zouden die zones elkaar overlappen, waardoor China gezag zou uitoefenen over een flink stuk van de Zuid-Chinese Zee. Gezag betekent naar de Chinese interpretatie van het zeerecht vooral dat buitenlandse schepen met ‘niet-vreedzame intenties’ buitengesloten kunnen worden.

Het lijkt misschien allemaal potsierlijk. China verwijt Japan wat het zelf nastreeft in de Zuid-Chinese Zee – en omgekeerd. Juristen stellen zich ook ernstige vragen over de nogal creatieve invulling van het VN-zeerechtverdrag. De kwestie is evenwel dat beide landen van geen wijken willen weten en dat nu ook andere staten worden aangezet om zich bij de race te vervoegen. Het conflict over de zeeën van Oost-Azië heeft voor een stuk te maken met nationalisme, trots en status. Niemand wil het onderspit delven. Er spelen ook economische belangen mee, zoals visgronden en energievoorraden. Maar op langere termijn gaat het vooral om geopolitieke overwegingen. China wil van de Zuid-Chinese Zee een uitvalsbasis maken voor zijn snel groeiende zeemacht. Japan en de Verenigde Staten willen voorkomen dat die zeemacht ook doorstoot naar de Stille Oceaan.

Voorlopig blijft het bij koraaloorlogen, maar de militaire spanning stijgt, zeker nu de Amerikaanse marine prominenter aanwezig is, China het ene na het andere nagelnieuwe oorlogsschip in de vaart neemt en een internationaal tribunaal weldra over een aantal betwiste gebieden een vonnis zal vellen dat voor China ongunstig zou kunnen uitvallen. Peking heeft al laten weten dat het niet gebonden is aan het vonnis. Een vreedzaam vergelijk is bijna uitgesloten, vooral in de Zuid-Chinese Zee. Waar China naar lijkt te streven, is een situatie waarin de claims van andere staten gedoogd worden, maar dan wel onder Chinese militaire dominantie. Dat komt neer op controle zonder ervoor te hoeven vechten. Voorlopig zijn alle partijen als de dood voor een gewapend conflict en daardoor zou China zijn slag wel eens kunnen thuishalen. Al zijn ook incidenten die escaleren tot militaire conflicten nog steeds niet uitgesloten.

China wil van de Zuid-Chinese Zee een uitvalsbasis maken voor zijn snel groeiende zeemacht.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content