Als je straks de schoolbanken verlaat, gaat een nieuwe wereld open. Maar als je verder wilt studeren, welke opleiding kies je dan?

De laatste maanden van je middelbare schoolcarrière zijn aangebroken. De keuze lijkt eenvoudig: je gaat werken of je studeert verder. Maar als je wilt studeren, welke opleiding kies je dan? En waar ga je studeren? Het is geen makkelijke beslissing en de recente hervorming van het hoger onderwijs heeft die keuze zeker niet makkelijker gemaakt. Er zijn verscheidene organisaties en initiatieven die je wegwijs kunnen maken in de ingewikkelde wereld van het hoger onderwijs. Zo is de keuze van een geschikte studierichting geen eenzame zoektocht.

De bekendste instantie die je kan helpen, is het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB). Dat heeft twee handige brochures uitgebracht voor de laatstejaars van het secundair onderwijs. Wat na het secundair onderwijs? geeft een overzicht van alle mogelijke opleidingen in Vlaanderen. Met de studiewijzer Op stap kun je uitgaand van je persoonlijke interesses op zoek gaan naar opleidingen die bij je passen. Ook in tijden van nood kun je terecht bij het CLB. Moeilijkheden thuis of gezondheidsproblemen kunnen een grote weerslag hebben op je studies. Het CLB helpt je en zoekt mee naar oplossingen.

Alle hogescholen en universiteiten organiseren infodagen en hebben diensten en contactpersonen waar je terecht kunt voor informatie. Maar laat je niet vangen door mooie praatjes! Scholen ontvangen een ‘instroomfinanciering’. Dat wil zeggen dat ze subsidies krijgen in functie van het aantal inschrijvingen. Ze hebben er dus baat bij dat zoveel mogelijk studenten zich inschrijven.

SID-in’s (studie-informatiedagen) zijn ideale gelegenheden om informatie in te winnen. In elke provincie vindt er jaarlijks een plaats. Alle Vlaamse onderwijsinstellingen – de hogescholen en de universiteiten, maar ook de politie en defensie – zijn er vertegenwoordigd. Een ander initiatief dat je kan helpen bij je studiekeuze is DREAM. Dat project probeert leerlingen in de laatste jaren van het secundair onderwijs aan te sporen om hun interesses en talenten te ontdekken. DREAM organiseert elk jaar een DREAM-Day, waarop jongeren tussen 16 en 19 in contact komen met mensen uit de beroepswereld. In maart 2006 bracht die dag ruim 16.000 jongeren op de been. Inschrijven voor de volgende Dream-Day op 13 maart 2008 kan nu al op www.dream-it.be.

Vergeet ook niet je licht op te steken bij je leerkrachten in het middelbaar onderwijs. Je leraren hebben een vrij goed inzicht in je capaciteiten en je mogelijkheden. Vraag hen zeker of je over voldoende bagage beschikt om een bepaalde opleiding aan te kunnen. Als dat niet het geval zou zijn, kun je vaak bij de universiteiten en de hogescholen terecht voor intensieve zomercursussen om je kennis bij te spijkeren. De beste informatiebronnen zijn uiteraard de studenten die de opleiding volgen. Zij kunnen je beter inlichten over de moeilijkheidsgraad en de inhoud van een opleiding dan wie ook.

ZELF KIEZEN

Het belangrijkste bij het maken van een studiekeuze is dat je die keuze zelf maakt. Laat je niet te zeer beïnvloeden door je vrienden, de stad waar je naartoe wilt of andere factoren. Het draait om jouw interesses en jouw talenten die je moet bijschaven om klaar te zijn voor de harde maar boeiende beroepswereld. Een enquête bij ruim 650 studenten van de Erasmushogeschool Brussel, de Economische Hogeschool Brussel (EHSAL) en de Vrije Universiteit Brussel (VUB) heeft uitgewezen dat interesse de belangrijkste drijfveer is bij de keuze van een opleiding. Studenten kiezen hun school vooral op basis van de reputatie en de ligging.

In het hoger onderwijs kies je voor een overwegend theoretische of een praktijkgerichte opleiding. Alle studenten beginnen met een bacheloropleiding. Die duurt drie jaar en omvat 180 studiepunten. Zo’n studiepunt staat voor een taakbelasting van 25 tot 30 uur. Met een professionele bacheloropleiding aan een hogeschool kies je in de eerste plaats voor een studie die gericht is op de beroepspraktijk. Een academische bacheloropleiding, die je zowel kunt volgen aan een hogeschool als aan een universiteit, is vooral theoretisch opgevat. Ze heeft als doel de doorstroming naar een masteropleiding te vergemakkelijken. Die masteropleiding brengt je tot een gevorderd niveau van kennis en competenties. Ze duurt een of twee jaar en omvat 60 of 120 studiepunten.

Ook na het behalen van een professioneel bachelordiploma kun je opteren voor een masteropleiding, op voorwaarde dat je een schakelprogramma volgt. Dat kun je beschouwen als een overgangsjaar ter voorbereiding van je master. Wie het studentenleven na het behalen van een eerste diploma nog niet beu is, kan een bachelor na bachelor (BaNaBa) of een master na master (MaNaMa) volgen.

Denk erom! Sommige opleidingen hebben beperkte toelatingsvoorwaarden. Daar geldt een numerus clausus en wordt op basis van een toelatingsproef slechts een beperkt aantal studenten toegelaten. Dat is onder meer het geval als je wilt studeren voor arts, als je naar het leger wilt of sommige kunstopleidingen wilt volgen. En er bestaat ook zoiets als de vestigingswet, bijvoorbeeld in de opleiding kinesitherapie. Alleen een wettelijk vastgelegd aantal afgestudeerden krijgt een RIZIV-nummer, wat je nodig hebt om je zelfstandig te kunnen vestigen. De anderen kunnen alleen aan de slag in dienstverband.

www.helpikbenstudent.be www.studiant.be www.dream-it.be www.ond.vlaanderen.be/publicaties www.ond.vlaanderen.be/studietoelagen www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs/ studeren

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content